De Wapenheraut 1898 p.9-16, 37, 38, 61, 73, 133, 153, 169, 233, 249: "Het geslacht De Marez met de daaruit in vrouwelijke lijn gesproten familiën De Marees van Zuylen, De Marez-Oyens en De Marees van Swinderen", door Mr. H.J. Koenen 1899: p.5, 25, 61, 89, 109, 153, 177, 209, 249. "Het geslacht De Marez met de daaruit in vrouwelijke lijn gesproten familiën De Marees van Zuylen, De Marez-Oyens en De Marees van Swinderen", door Mr. H.J. Koenen 1899 p.13: Acht Kwartieren van Johanna Hillegonda de Marez, door Mr. H. J. Koenen 1899 p.14: Acht Kwartieren van Jan Gerard de Marez, door Mr. H. J. Koenen 1899 p.15: Acht Kwartieren van Hendrick Jan de Marez Oyens, door Mr. H. J. Koenen 1899 p.16: Acht Kwartieren van Gerard Hendrik de Marez Oyens, door Mr. H. J. Koenen 1900 p. 9, 57, 77, 121, 145, 169, 217, 241. De Wapenheraut 1898 p.9-16 HET GESLACHT DE MAREZ DOOR MR. H. J. KOENEN. ----x---- WAPENBESCHRIJVING. In blauw een zilveren kruis vergezeld van 4 gouden rozen. Helmteeken: een uitkomende turk in blauw met goud gekleed, met een witten tulband op, houdende twee wimpels volgens het schild en uitkomende tusschen twee wimpels van blauw met een zilveren staande halve maan. Schildhouders: twee gouden griffioenen. Devies "Ex Fide Vivo." - Samuel de Marez van Maarsbergen en zijn nakomelingen voerden op het kruis een blauw hartschild met een gouden lelie, volgens het recht hun verleend door den koning van Frankrijk. Sommige leden van dit geslacht voerden een doorsneden veld, dat boven 3 gouden rozen in blauw, beneden 2 roode rozen in zilver bevat en met een uitkomende griffioen van goud tot helmteeken. Reeds in de middeleeuwen moeten bij de verschillende vertakkingen van den Kamerijkschen stam, varianten met 3, met 5 en met 7 rozen zijn voorgekomen. INLEIDING handelend over de onderzoekingen in de 17e en 18e eeuw naar de afkomst der familie de Marez. (1) Het geslacht de Marez (of de Marees) waarvan de naam nog voortbestaat bij descendenten in de vrouwelijke lijn, heeft een voorname plaats ingenomen onder de geslachten, die door ambten en vermogen tijdens de republiek in aanzien waren. Zooals de naam reeds doet vermoeden, is het geen oorspronkelijk Noord-Nederlandsch geslacht, maar uit de Waalsche gewesten afkomstig. Met zooveel anderen heeft het zich in den hervormiqstijd van Zuid naar Noord-Nederland verplaatst. (1) Deze Inleiding werd reeds grootendeels gepubliceerd in het Familieblad (1892). Verschillende omstandigheden hadden ten gevolge, dat het artikel toen niet is vervolgd. Op verzoek der redactie van "De Wapenheraut,” wordt het geheele artikel nu daarin opgenomen. Ik maak van deze gelegenheid gebruik om mijn dank te betuigen aan Jhr. M. P. Smissaert, die mij een reeks aanteekeningen afstond door hem indertijd uit de Amsterdamsche registers van huwelijksaanteekening met betrekking tot dit geslacht verzameld. De gemeenschappelijke stamvader van alle Noord- Nederlandsche takken kwam van Antwerpen via Emden naar Holland, als een oud man, door zijn reeds volwassen kinderen deels vergezeld, deels gevolgd. Maar Antwerpen was voor hen, ook al weer evenals voor zooveel anderen, slechts een tijdelijk verblijf geweest. Alles wijst er op, dat zij van de Fransche grenzen kwamen, uit het Kamerijksche, in welk gewest een plaatsje Maretz is gelegen, waarvan de naam zal afgeleid zijn. Men zou licht denken, dat de overkomst uit Antwerpen dateert van de inname dezer stad in 1585, doch ze moet eerder hebben plaats gehad, want in dat jaar woonde Jan de Marez Jacobszoon, de stamvader der Hollandsche familie, reeds te Delft, waar hij zijn testament maakte, en hij moet tevoren nog eenigen tijd te Emden hebben vertoefd, waar zijn vrouw overleden is. Een van zijn zoons Pieter bleef in Antwerpen achter, om de onroerende goederen in bezit te houden. Uit afrekeningen dienaangaande en ook uit genoemd testament blijkt dat Jan de Marez een bemiddeld man moet zijn geweest; de huwelijken zijner kinderen doen vermoeden dat hij iemand van goeden huize was, evenals zijn vrouw, die tot een aanzienlijke Vlaamsche familie behoorde. Toch is het niet te verwonderen, met het oog op de verplaatsing naar den vreemde, dat zijne nakomelingen omtrent de afkomst van hunnen voorvader in het onzekere zijn geraakt. Zijn achterkleinzoon Samuel de Marez was, voor zooverre we kunnen nagaan, de eerste, die daarnaar onderzoek is gaan instellen. Diens maatschappelijke positie bracht hem hier vanzelf toe. Het vermogen, dat zijn vader en grootvader met den handel belangrijk uitgebreid hadden, was namelijk nog grootelijks vermeerderd door Samuels huwelijk met de dochter van burgemeester Trip, één der vermaarde geschutgieters van dien naam, medestichter van het Trippenhuis, waarvan hij de zuidelijke helft bewoonde, die na zijn dood werd betrokken door de familie de Marez. Dat groot vermogen nu stelde Samuel de Marez in de gelegenheid om een staat te gaan voeren overeenkomstig den rang, waar hij, op grond zijner familietraditiën, aanspraak op meende te kunnen maken. (1) Hij kocht de heerlijkheid Maarsbergen, en herbouwde daar het kasteel, hetwelk hij gedurende den zomer placht te bewonen. Door koning Lodewijk XIV werd hij begiftigd met de ridderorde van St. Michel, waaraan voor hem en zijn nakomelingen adeldom verbonden was. Het laat zich lichtelijk begrijpen dat hij nu ook (1) Hij lokte, door zich te laten bekeuren opzettelijk een procedure uit over zijn jachtrecht als edelman. zijn afkomst uit een oud-adellijk geslacht in de zuidelijke Nederlanden, waarvan de familieoverlevering gewaagde, tot klaarheid wenschte te brengen. Genealogie door Le Blond. Zooals wij vinden aangeteekend was het zekere Le Blond te Valenciennes aan wien de vervaardiging van een genealogie der familie De Marez werd toevertrouwd. De eigenlijke stamboom is niet meer aanwezig, die schijnt later, nadat de onbetrouwbaarheid gebleken was, te zijn vernietigd; alleen eenige reepen perkament, waarop de latere generatiën staan, zijn nog over. Maar wel is er nog aanwezig een geweldige kwartierstaat met de 64 kwartieren van Samuel de Marez, die naar alle waarschijnlijkheid ook van Le Blond afkomstig wezen moet, (1) alsook de copie van een geslachtslijst tot opschrift dragend: ”geextraheerd uit zekeren driedeligen geslachtstak in den jare 1661 gemaakt, zijnde een soort van Emails”. Deze laatste geeft de volgende stamlinie aan: 1. George de Marez chevalier tr. Jenne van Roys, winnen o.a. 2. Jean de Marez (2) escuyer tr. Marie Danthoin, winnen o.a. 3. Pierre de Marez (3) Esc. tr. Adrienne Boiart, winnen 1 zoon: 4. Louijs de Marez esc. tr. N. Davelines, winnen o.a. 5. Thomas de Marez (4) tr. Marie van d’Motte, winnen o.a. 6. Roelant de Marez (5) tr. Marie de St. Lienaet, mort 1316, winnen o.a. 7. Bauduin de Marez (6) tr. Marguerie Paissan, winnen o.a. 8. Thomas de Marez tr. Jenne van der Mes winnen 1 zoon: (1) Het kan ook zijn dat de Brusselsche Wapenheraut de Launay dien vervaardigd heeft. Althans in een catalogus van Martinus Nijhoff vinden we vermeld : Quartiers généalogiques de M. Nicolas de Bacher et Sara Desmarets 1658. Manuscrit sur Parchemin orné de 126 Armoiries en Couleurs d'un beau dessin. Pièce Authentisée en 1658 par les hérauts d’armes de Launay et Prévost de Laval et légalisée par la magistrature de Bruxelles. Deze Sara Desmarets was een zuster van Samuel de Marez van Maarsbergen. (2) Zijn broeder Thomas de Marez esc. tr. N. de la Motte waaruit 1 dochter Cath. tr. Jean Lamelin. (3) Zijn broeder Hubert tr. Sibille van der Schorre. (4) Zijn zuster Barbe tr. Pierre Joye; zijn broeder Jean tr. Nicole du Boys waaruit Jean tr. Antoinette Weriers, waaruit Pierre tr. Jenne Dansel, sans hoirs. (5) Zijn broeder George de Marez tr. Jenne Barbaise, waaruit Marie tr. Baulduin Lievins, Josine tr. Jean de Saveuse en Jean tr. Marie Corbault. (6) Zijn broeder Jacques tr. Jenne du Martrois, sans hoirs 9. Jean de Marez tr. Jacqueline van der Poerle, winnen o.a. 10. Pierre de Marez tr. Jenne de Baenes, winnen o.a. 11. Jean de Marez (1) tr. Jenne de Merre (fille de Jacques en Marie Reineval) winnen o.a. 12. Jean de M. (2) esp. Marie de Gernicourt (fille de George de Gernicourt et Isabeau de Wrede et petite fille paternel de Thomas de Gernicourt et Jeanne de Quesnois, maternel de Jeanne de W. en Jeanne Husin (3) die worden genoemd de ouders van: 13. Jean de Marez, stamvader der Hollandsche familie voornoemd. Blijkbaar in verband met deze geslachtslijst staat een zeer keurig bewerkt boek, groot folio, met een fraaie drukletter geschreven, waarvan de eerste helft gewijd is aan het geslacht De Marez, de laatste aan dat van Baron (Samuels moeder), welke eerste helft tot opschrift draagt: "Preuve de la Noble et Ancienne Famille de Demaret.» Het werk bevat een dertigtal afschriften en fragmenten van acten, grafschriften en dergelijken, doch slechts voor een klein deel betreffende personen die in de zooeven geciteerde geslachtslijst voorkomen, namelijk: 1e. Omtrent "noble homme Jacques Demaret escuyer fils de feu noble seigneur Messire George Demaret chevalier et dame Jeanne van Roye son espeuze": mededeelend dat zij vermeld zijn in een acte op perkament gepasseerd voor schepenen van Arras 22 Maart 1440. 2e. Het grafschrift van "noble homme Jean Demaret" "en damoiselle Jacqueline van der Poerles" in de kerk te Hedin. 3e. Het grafmonument in dezelfde kerk van "Pierre Demaret fils de Jean Demaret, qui trépassa l’an 1495 le 21 jour du mois Septembre" en adamoiselle Jeanne de Baenes son espeuze qui trépassa l’an 1499, le 2 Aoust" met hunne wapens: Demaret met 5 rozen, Baenes een balk vergezeld van 4 halve manen, 4e. Scheiding door Pierre Demaret en Jenne de Baenes den 14 Juli 1505 tusschen hun 3 kinderen gemaakt in tegenwoordigheid van Jacques (1) Zijn zuster Jenne tr. Jacques Cardron, Jacqueline tr. René de Reede, zijn broeder tr. Peronne de Marsoeil. (a) Zijn zuster Elisabeth tr. Hubert de Humesdael. Zijn zuster Marie tr. Jean Camphin. Zijn broeder Jacques tr. Isabeau Coroty. Zijn broeder George tr. Susanne de Courcelles; 2. Jenne de Samnion, uit welk ze huwelijk Jean tr. Jenne Waurans. (3) De vier grootouders stemmen overeen met den zooeven genoemden grooten kwartierstaat. de Haenes oom van deze en Gerard Muissent neef. 5e. Koop van een lijfrente anno 1556 door Jean Demaret voor zijn vrouw Marie Grinicourt (Gernicourt). De overige 25 betreffen personen van den naam Demaret gevestigd in verschillende steden van Artois, doch in de geslachtslijst niet te vinden. Daarin wordt o.a. nog vermeld dat te Arras in de parochiekerk van St. Jacques in de kapel van St. François tegen een pilaar een wapenbord hing, vertoonende het wapen (met de 5 rozen) in een ruitschild en daaronder het jaartal 1326; en dat aldaar in de kerk van Notre-Dame een venster was met de 8 kwartierwapens van Guillaume Demaret, n.l. Demaret Legrand Du Buy Picot Mont St. Eloy Helduyer Viart de Vos. Deze Guillaume was dan waarschijnlijk dezelfde, van wien in een voorafgaand citaat wordt vermeld, dat hij om zijn dapperheid den bijnaam van "Grand aux armes" kreeg van Jan hertog van Bourgondië, die hem beloonde in 1316 met den titel van Escuyer de son Ecurie en het land van Grimicourt, "et lui assigna 14.0 livres de rente sur le payage de Bapaulme comme est contenu aux registre du dit payage." Volgt de mededeeling hoe hij uitmuntte tijdens het beleg van Arras anno 1316 en hoe hij anno 1321 gouverneur werd van Peronne, Roye, Mondidier en het land van Santerre, welke plaatsen kort te voren (anno 1300) zijn grootvader had gehad. Die grootvader in 1300 kan dezelfde personen zijn, die weer in een ander fragment, zijnde een copie van een acte d.d. 11 Mei 1289, vermeld is als "Hugue Demaret escuyer en son temps gouverneur van Roye et Mondider chytoien de la ville de Peronne." Het zou nu wel mogelijk wezen dat deze Hugo dezelfde was, die in de hierna mede te deelen genealogie als ongehuwd genoemd zal worden, en dan zou het kunnen zijn, dat hij wél gehuwd was geweest, en dat al de in die 25 fragmenten genoemde personen behooren tot een tak, waarvan hij de stamvader was. Het wapen dezer Atrechtsche familie Demaret wordt afgebeeld als doorsneden de bovenhelft blauw met drie rozen van goud (geplaatst 2 en 1) de onderhelft van zilver met 2 roode rozen; het helmteeken is een uitkomende griffioen van goud. Dit wapen heeft Samuel de Marez daarop aangenomen in de plaats van het kruis met de vier rozen, gelijk dat te voren door zijn familie gevoerd en in 1656 door den Franschen koning aan hem bevestigd was.(1) Dit duurde tot 1669 toen hij het kruis met de 4 rozen weer aannam op raad van den genealoog Le Carpentier. Genealogiën door Le Carpentier en door Atteveld. Eenige jaren nadat de Genealogie door Le Blond was vervaardigd, en wel in 1668, was Samuel de Marez namelijk in kennis gekomen met Jean le Carpentier wonende te Leiden, doch uit de Zuidelijke provinciën afkomstig, schrijver van l’Histoire de Cambray et du Cambrésis, waarin hij de voornaamste geslachten van dit gewest heeft behandeld en omtrent de Marez het volgende vermeldt: "Des Marets, Des Marez of De Maray. Daar zijn verscheidene familiën van dezen naam in onze 17 Provinciën, en in Frankrijk. Die van het Kamerijksch gebied ontleent haar naam aan het dorp Marets of Maray 4 uur van Kamerijk, bekend in de archieven van St. André sedert den jare 1080 door Bauduin heer van die plaats. Hij wordt gemeld onder de ridders van het tournooi van Anchin in 1096. Ik vind een anderen Bauduin in het jaar 1190 die met toestemming van zijn vrouw Melissende de Beauvoir aan de abdij van St. André afstond eenige landerijen in zijn heerlijkheid Marets gelegen. De archieven van Vaucelles maken in ‘t jaar 1233 gewag van een Bauduin des Marets en van Gille zijn huisvrouw etc. Eenige charters van de abdij van St. Aubert en de kanunniken van Wallincourt van de jaren 1239, 1249, 1268, 1267 en 1303 gewagen van Bauduin, Hugues, Simon, Pierre en van Guillaume des Marets. Een van deze Guillaume is genoemd in de archieven van St. Aubert in 1293 met zijn vrouw Guiotte de Hames daar genoemd dochter van Gautier, die mogelijk dezelfde was als Gautier de Hames aangesteld tot hoofd-baljuw van Cortrijk in 1272; uit hun huwelijk sproot Bauduin des Marets, ridder, gehuwd met Agnes de Forest, die hem vijf zoons en drie dochters schonk volgens twee charters van Wallincourt en van Verger uit 1331 en 1335. De zoons waren Bauduin, Jacques, Jean, Guillaume en Pierre des Marets. Bauduin trouwde Jacqueline de (1) De Groningsche tak heeft nooit anders dan het kruis met de 4 rozen gevoerd. Toen Louis Trip de Marez in 1734 in aanraking kwam met zijn bloedverwant Reneke Busch de Marees te Groningen, met wiens tak de Amsterdamsche familie tot op dien tijd geenerlei relatie had onderhouden, schreef deze "het wapen dat ik voer bestaat uit een zilveren of wit kruis met vier rozen op een blauw veld” Rancicourt uit ‘t land van Artois vrouwe van Remés, Jacques was gehuwd met Jolante de Raillencourt, Jean met Jenne du Maisnil, vrouwe van Zennes ten deele, onder de kasteleny van Ryssel, Guillaume trouwde met Huette de Wicht, zuster van Jean heer van Nieuvenhove, en Pierre verbond zich in den echt met Marguérite de Harduel vrouwe van Vodonioul in ‘t graafschap Namen, dochter van Jean en van Marguerite de Verdin, allen gemeld in een scheiding, die ik ontmoet heb in de archieven van St. Aubert. De abdij van Premy bewaart fraaie gedenkschriften van de heeren van dit huis. Men vindt er dat Anselme des Marets ridder daaraan gaf acht livres rente met toestemming van zijn vrouw Marie de Blécourt, van Gilles des Marets zijn zoon, van Nicaise de Blécourt zijn schoonvader, etc. Jean des Marets gaf aan dezelfde plaats twee livres rente en zijn zuster Elisabeth zeven gemetene lands. Gilles des Marets gaf ook daaraan drie livres rente, etc. Dit huis deed zich door zijn huwelijken kennen, door al onze zeventien provinciën en voerde verschillende wapens, nochthans altijd versierd met rozen of quintefeuilles ter gedachtenis van hunne eerste stamvaders, die een kruis voerden vergezeld van quintefeuilles en bovenaan rozen. Ik heb in mijn handen gehad een zegel van eenen Gilles de Marets, dat slechts drie quintefeuilles verbeeldde, een ander van een Jean des Marets niet anders vertoonende dan een kruis met vier rozen, beide evenwel van het Kamerijksche gebied en van hetzelfde huis. Ik vind in mijn aanteekeningen dat het zich in latere eeuwen vereenigde met de huizen van le Vilain, de Vertbois, de Solemnes, de Rasoir, de Regmaulmes, de Chamart, d’Eijsselberghe, de Lamelin, de la Saulx, de Flamen, de Pot, de Poivre, de la Fontaine en andere. Eenigen van dit huis woonachtig in ‘t Kamerijksche, in Henegouwen, in Vlaanderen en in Holland hebben den koophandel ondernomen, de gewone toevlucht van edelen, die zich weinig met de goederen der fortuin begunstigd bevinden.” Aan dezen Le Carpentier nu, zond Samuel de Marez zijn genealogie door Le Blond ter controleering. Hij ontving hierop d.d. 21 Nov. 1668 van Carpentier ten antwoord: dat deze nog nooit zooveel vervalsching gezien had, dat Le Blond trouwens een bekend vervalscher was, over wien hij zich reeds meermalen bij de "Herauts d’armes” te Brussel had beklaagd; dat de familie De Marez aan veel aanzienlijker geslachten gehuwd was geweest dan in dien stamboom opgegeven waren, en dat hij bereid was naar waarheid, waarvoor hij instond, een stamboom of liever een Histoire Généalogique samen te stellen. Zulk een Histoire Généalogique is door Le Carpentier echter niet vervaardigd, alleen vinden we eenige tabellen van zijn hand in het klad bewerkt, en daarnaar is een stamboek gemaakt door de gebroeders Atteveld (1), zonder noemenswaarden tekst in tabellarischen vorm, doch met buitengewoon fraai geteekende wapens, waaronder in sierlijke letters de namen staan der betrokken personen. Door de Atteveld’s is evenwel bewerkstelligd wat in de gebruikte voorbeelden van Carpentier voorzichtiglijk was nagelaten, n.l. de aanhechting van de Hollandsche familie aan het oude Kamerijksche geslacht. Die tabellen gingen niet verder dan tot de 16e eeuw; één van de laatste personen, die daarop voorkwam, was Jean de Marez schildknaap, 2e zoon van Jan heer van Bodival en Raonville en van Martha de Bernicourt, die zich vestigde in Vlaanderen en aldaar gehuwd was, in eerste huwelijk met Jenne van der Hart. en in tweede huwelijk met Jenne .... Dezen Jean hebben de Atteveld’s toen vereenzelvigd met den stamvader van den Noord-Nederlandschen tak, die uit Antwerpen om het geloof herwaarts kwam. Wat hen hiertoe bracht is duidelijk. Zij zagen op den kwartierstaat door Le Blond of De Launay, die hen waarschijnlijk, ook voor de samenstelling van dit stamboek ten gebruike zal gegeven zijn, dat aan dien stamvader Jan de Marez, als ouders werden toegekend Jean de Marez en Maria de Gernicourt, en nu vonden zij bij Carpentier omstreeks denzelfden tijd een Jan, wiens ouders heetten Jean de Marez en Martha de Bernicourt. Dat moest natuurlijk dezelfde persoon zijn, en Maria de Gernicourt was eenvoudig een schrijffout voor Martha de Bernicourt. Jenne van Achterhoudt, met wie Jan de Marez, de stamvader was gehuwd, was dan die tweede vrouw wier achternaam Carpentier oningevuld had gelaten. Nu was deze aanknooping zeer gelukkig gevonden, maar met dat al was ze niet juist. Jan de Marez gehuwd met Jenne van Achterhoudt, de stamvader der Hollandsche familie, kon evenmin een zoon zijn van Jean en Martha de Bernicourt, gelijk de Attevelds vermoedden, als van Jean en Maria de Gernicourt, zoo- (1) De gebroeders H. en J. Atteveld, woonden te Utrecht; de een was advocaat, de ander schilder, zij beoefenden samen de geslachtrekenkunde; verschillende familien zijn in het bezit van stamboeken door hen bewerkt. (Zie Maandblad Ned. Leeuw 1883 blz. 27). als door Le Blond moet verzonnen zijn. En wel om deze eenvoudige reden, dat hij blijkens zijn testament ontwijfelbaar heette Jan de Marez Jacobszoon. Zoo was dan Samuel de Marez voor de tweede maal in het bezit gekomen van een valschen stamboom, al waren de gebroeders Atteveld dan ook geheel te goeder trouw. Doch Le Carpentier, wanneer die aan den eenen kant zoo voorzichtig was de aansluiting maar aan anderen over te laten, hoe kon hij dan met zooveel klem aan Samuel de Marez verzekeren, dat diens familie uit het aanzienlijke Kamerijksche geslacht gesproten was en niet uit dien Atrechtschen tak, waaruit Le Blond haar herkomst afgeleid had? Het is niet te ontkennen, dat het schrijven van Carpentier in dit licht beschouwd, gelet ook op zijn minder gunstige reputatie, onze achterdocht moet gaande maken. (1) Toch is het mogelijk, dat zijn krachtige overtuiging omtrent Samuels afkomst uit het Kamerrijksche geslacht steunde op mededeelingen, die deze hem kan hebben gedaan, alsook op de wapenovereenkomst en op documenten, die hem kunnen zijn vertoond. In het bezit der familie de Marez-Oyens te Amsterdam zijn nog heden ten dage eenige oude stukken, als: het testament van Boudewijn de Maretz heer van Sorick van het jaar 1269, een acte van indemniteit d.d. 21 Juli 1287 van diens broeder Jean baljuw van Crèvecoeur, terwijl tot de vorige eeuw ook in de familie geweest is "een paternoster van ivoor gewerkt met geëmailleerde heiligen, gekomen van de voorzaten. (2) Dat testament van den heer van Sorick moet in de dagen van Samuel de Marez, blijkens een notariëele acte, nog voorzien zijn geweest van zeven zegels behalve zijn eigen, waarvan 3 beschadigd, nl. van zijn neven Jean de Wallincourt, Goswin du Mortier, Eustache de Neuville en Bauduin Sire de Herlin et de Fléchin, van zijne vrienden Jehan Briastre, Jehan le Comte en Huguon de Belvalet, ridders. Thans is nog slechts één gaaf dat het getraliede veld van de Neuville vertoont; van een ander (1) Betreffende Jean le Carpentier "chanoine défroqué” en zijn vroeger nog al goed aangeschreven Histoire de Cambray et du Cambrésis (Leiden 1664) worden ongunstige oordeelvellingen meegedeeld in de Navorscher XVI blz. 49 en 118, XIX blz. 87, alsmede in het tijdschrift de Nederlandsche Heraut. Vooral na te lezen: Vindigius, Notices Biographiques sur J. le Carpentier et ses oeuvres. Cambrai, 188, 8vo. (2) Dit is uit de familie geraakt in de vorige eeuw tengevolge van de procedure tusschen Jan Gerard de Marez, wien alle familiestukken door zijn neef Louis Trip de Marez waren gelegateerd en diens gescheiden vrouw; die krachtens huwelijksche voorwaarden aanspraak op een deel daarvan maakte. Hierover later uitvoeriger. is een blokje over dat het geschaakte veld van Mortier doet vermoeden. In dat testament worden vele mededeelingen gedaan omtrent des erflaters vader, grootvader en andere verwanten, betreffende hun verblijf in het Heilige Land, naar aanleiding van beschikkingen over voorwerpen van hen afkomstig. Zoo legateert hij aan zijn zoon Boudewijn het kruis met het schild gekregen van zijn edelen vader Boudewijn, gestorven in het Heilige Land bij Ascalone, die deze weer had gekregen van zijn vader Boudewijn gemaakt tot heer van Rosas en Calquis, eveneens gesneuveld in het Heilige Land. Verder vermaakte hij aan zijn zoons Gillis en Willem zijn gouden kruisen, aan zijn zoon Godfried een medaille aan zijn grootvader geschonken door den koning van Jerusalem en aan zijn zoon Gerard een medaille afkomstig van zijn grootmoeder Melissende de Bealvoir, gehuwd met zijn grootvader den grooten Baudart de Marets. Aan zijn broeder Hugues den degen die gezegd werd afkomstig te zijn van zijn overoudoom Reinoud, aan zijn broeder Jan het vergulde kuras hem geschonken door zijn grootvader Simon de Jauche Gouverneur van Kamerijk vader van zijn moeder Gillette. Aan zijn neef Jaquemart de Maretz, gouverneur van Bapaulmes, tot gedachtenis voor de hem bewezen groote diensten, zijn zilveren kuras benevens den helm van zilver, enz., enz. Indien dit testament uit 1269 met de andere genoemde acte uit 1287 werkelijk door erfopvolging Samuel de Marez is aangekomen, dan is het voorzeker een hoogst belangrijk bewijsstuk. Of moeten we het er voor houden, dat het hem door Carpentier is verschaft geworden, in welk geval de echtheid wel hoogst twijfelachtig zal moeten worden geacht? Wij verklaren ons niet in staat hier een oordeel te vellen, doch het zou van belang zijn de beide stukken aan een grondige critiek van deskundigen te onderwerpen. Worden ze echt bevonden, dan ligt het vermoeden voor de hand dat ze Samuel de Marez zijn aangeërfd, want hoe zou Carpentier in het bezit daarvan hebben kunnen komen om hem die te verschaffen. Genealogie door pater Le Vaillant. De genealogie zooals die door de gebroeders Atteveld naar de tabellen van le Carpentier was bewerkt, met de zooeven getoonde foutieve aanknooping, bleef gelden in de familie tot Samuels kleinzoon Mr. Louis Trip de Marez zich met de studie van zijn geslacht ging bezig houden. Het was hem er vooral om te doen de afkomst van zijn geslacht door middel van authentieke bewijzen te staven. Wellicht heeft daartoe aanleiding gegeven een brief van zijn neef den graaf van Rechteren, wiens grootmoeder van moederszijde eene de Marz was, en die dit als een adellijk kwartier wilde doen gelden, om opgenomen te worden in de Balije van Utrecht, welk schrijven nog aanwezig is. Van alle in zijn bezit zijnde stukken liet hij authentieke afschriften maken en die verzamelen in een dik boek van 550 bladzijden, dat in 1739 voleindigd was en waaraan hij een later jaar een tweeden bundel toevoegde van ruim 100 bladzijden, die voornamelijk betrekking heeft op den Groningschen tak der familie, met welks hoofd Reneke Busch de Marees van Allersma hij inmiddels had kennis gemaakt. Deze tak was in de vorige genealogiën geheel over het hoofd gezien (1); hij had daaromtrent de gegevens verzameld, vooral ook met de medewerking van een lid eener te Amsterdam gevestigde zijlinie, den notaris Pieter de Marees. Eenige jaren te voren had de heer Trip de Marez de hulp ingeroepen van zekeren pater Guillaume le Vaillant (2) recteur de la compagnie de Jesus au College de Cambray, dien hij persoonlijk goed gekend schijnt te hebben, althans deze verklaart in verschillende zijner brieven de moeilijke en omvangrijke taak alleen volvoerd te hebben uit vriendschap voor hem. (3) Met behulp van twee werklieden, een teekenaar en een schrijver, door den heer Trip de Marez bezoldigd, heeft hij vervaardigd een stamboom van 8 voet hoogte op perkament met gekleurde wapens, en een in rood marokijn gebonden perkamenten boekje met zilver beslag en sloten, eveneens met gekleurde wapens versierd getiteld «Histoire Généalogique de l’illustre et ancienne Famille de Desmarez et de ses Alliances, issue de la maison de Bousies; vérifiée par les chartes anciennes rapportées dans cette Histoire, depuis B audu in qui fut au Tournoy d’Anchin l’an 1096, jusqu’à 1732". Den inhoud verklaart hij verder samengesteld te hebben met behulp van "les chartes des abbayes de St. André, de Premy, de Vaucelles, de St. Aubert, du Verger, de la ville du Catteau Cambresis, de la ville de Cambray, de la collegiale de Valincourte" en uit "Monsieur Carp entier auteur de l’Histoire du Cambrésis qui rapporte une parti des Preuves" etc. Hoewel deze Histoire Généalogique veel uitvoeriger is bewerkt dan de vroegere genealogie, lijdt ze weer aan dezelfde fout, de onjuiste aanhechting (1) Ook nog in die, welke door Le Vaihant in 1732 voltooid werd, zoo aanstonds te noemen. (2) Eenmaal teekent hij zich Le Vaillant de la Bassardiel (3) Vous voyez qu’il faut vous aimer autant que je vous aime pour etc. (16 Juli 1632); je l’ai fait volontiers pour vous parceque je vous aime et que vous êtes mon bon ami (25 Oct 1632). waarbij Jan de Marez Jacobszoon tot een zoon van van heer van Bodival wordt gemaakt. Hieraan is eerst getornd toen Louis Trip de Marez, waarschijnlijk door tusschenkomst van Le Vaillant, in kennis was geraakt met een Kamerijksch edelman Jacques Joseph de Maretz de Sancourt, heer van Sancourt, Bocquerie, Longate, Grand Toilon, etc. met wien hij veel over hun gemeenschappelijke afkomst heeft gecorrespondeerd. Deze voerde wel een geheel ander wapen n.l. een keper vergezeld van 2 merletten en een halve maan, hetwelk hij eerst later als hartschild plaatste op het wapen zooals dat door de Hollandsche familie werd gevoerd, doch ondanks dit verschil bleek hij toch van denzelfden stam te zijn, daar hij opgaf af te stammen van zekeren Jean, schepen van Kamerijk, en van diens 2e vrouw Cathérine Gérardel, welke schepen ook in de genealogiën door Carpentier, Atteveld en le Vaillant voorkwam, als behoorende tot een zijtak, gesproten uit een jongeren broeder van Bauduin Demarez (met J. des Marières getrouwd) den grootvader van genoemden Jean heer van Bodival. Hierdoor kwam men op het denkbeeld dat de Hollandsche familie ook wel uit dien jongeren zijtak kon gesproten zijn; waardoor de relatie tot den heer van Sancourt dan nog nader zou wezen, terwijl ook in diens familie nog de herinnering bestond van bloedverwanten die zich in Holland zouden gevestigd hebben. De familierelatie met den heer de Maretz de Sancourt. Volgens de opgaven van den heer van Sancourt welke hij echter nalaat met bewijzen te staven was één van de 13 kinderen van den Kamerijkschen schepen genaamd Jacob. Maar wèl heeft hij bewezen door twee akten van 4 Nov. en 14 Nov. 1546 betreffende zekere leengoederen in het land van Kamerijk, dat Jacob des Maretz werd opgevolgd door zijn twee zoons Jan en Jacob. De heer van Sancourt beweert af te stammen van laatstgenoemde, die om het geloof naar Engeland moet zijn uitgeweken, gelijk kon blijken uit een procuratie afgegeven door de weduwe van Jacques des Mares te Norvèches (Norwich) in Engeland gedateerd 6 Augustus 1605, die in zijn bezit was. Nu komen Louis Trip de Marez en de heer van Sancourt in hun correspondentie tot deze conclusie, dat aangezien de vader van Jacob die naar Engeland uitweek, eveneens Jacob heette, eerstgenoemde "Jacob de jongere" en laatstgenoemde "Jacob de oude" zal zijn genoemd, en dat de stamvader der Hollandsche familie, die zich blijkens zijn testament Jan de Marez zoon van Jacob den oude noemde, dus dezelfde persoon moet zijn geweest als Jan, die blijkens bovengenoemde akte, te samen met zijn broeder Jacques, hun vader Jacques (Jacob den oude) opvolgde in diens leengoederen in het land van Kamerijk gelegen. Dat Jan, die om het geloof naar Holland uitweek, en Jacob, die om het geloof naar Engeland den wijk nam, broeders waren mag derhalve zoo goed als zeker worden aangenomen. Om die reden zullen wij de eigenlijke genealogie van dit geslacht met die beide laten aanvangen. We zijn er namemelijk in geslaagd vrij volledige gegevens omtrent dien Engelschen tak bijeen te verzamelen uit de rijke bouwstoffen door de "Huguenot Society of London" gepubliceerd betreffende de Nederlanders en Walen, die, in den Spaanschen tijd zich te Norwich vestigden. Het is ons daarbij echter niet gelukt te doorgronden hoe de heer de Maretz de Sancourt uit dien Engelschen tak gesproten kan zijn. Daar hij echter in het bezit was van akten dien Engelschen tak betreffende, welke stukken ongetwijfeld echt waren, naardien hun inhoud geheel in overeenstemming is met wat de kerkregisters van Norwich ons leeren, zoo mag in ieder geval worden aangenomen dat er een nauwe familiebetrekking bestaan heeft tusschen het voorgeslacht van den heer van Sancourt en de personen, die om het geloof naar Norwich en naar Noord-Nederland uitweken. Wellicht stamde hij af van een anderen Jean, n.l. Jean de Maretz Nicolaaszoon, aan wien François de Maretz te Norwich, na den dood zijns vaders, blijkens een akte van 1605, zijn Kamerijksch leengoed overdroeg en die waarschijnlijk een neef of achterneef van hem zal zijn geweest. (1) Daar dit alles echter eenigszins onzeker blijft, en de heer de Maretz de Sancourt blijkbaar omtrent de geschiedenis van Zijn geslacht niet genoegzaam op de hoogte was, zoo kunnen wij misschien in zijn mededeeling, volgens welke Jacob de oude een zoon van den Kamerijkschen schepen Jean Desmarets uit diens derde huwelijk moet geweest zijn, ook geen onbeperkt vertrouwen stellen. Wij aarzelen derhalve om de aanhechting te beproeven van de in den hervormingstijd uitgeweken takken van het oude Kamerijksche geslacht, uit vrees aan in soortgelijke fouten te vervallen als waaraan de vroegere vervaardigers van stamboomen dezer familie zich, hebben schuldig gemaakt. Terwijl we dus de genealogie van de uitgeweken familie met Jacob den oude laten beginnen, zullen we van het voorgeslacht van zijn vermoedelijken vader, den Kamerijkschen schepen, slechts een over- (1) We komen op de familie de Maretz de Sancourt terug in de Derde Bijlage. zicht geven, hetwelk we aan deze inleiding toevoegen. We laten de daarin meegedeelde feiten geheel voor rekening van Le Carpentier en pater Le Vaillant, daar we niet in de gelegenheid zijn hun betrouwbaarheid te controleeren. Overzicht van de geschiedenis der heeren de Maretz in het Kamerijksche, naar Le Carpentier en Le Vaillant. Het Kamerijksche geslacht de Maretz wordt gezegd gesproten te zijn uit het huis der baronnen de Bousies (1), pairs van Kamerijk, wier wapen een zilver kruis in blauw dan ook ten grondslag ligt aan het wapen van de Maretz. Boudewijn eerste heer van Maretz moet een jongere zoon zijn geweest van Jan heer van Bousies, die leefde in de eerste helft der 11e eeuw en wiens vrouw een zuster was van Eustatius heer van Picquigny in Picardië. I. Deze Boudewijn des Maretz wordt vermeld onder de edelen die deelnamen aan het tournooi "Onze Voorouders in de kruistochten", voorkomend in het maandblad de Ned. Leeuw, 1883, vindt men hem genoemd op blz. 18, onder de deelnemers aan den eersten kruistocht met deze woorden: "Balduinus de Marets, wordt vermeld in het Charter van het steekspel van Anchin. Hij be- hoorde tot een familie in het Kamerijksche gevestigd en waarvan in latere tijden een tak zich in de Nederlanden gevestigd heeft. (Carpentier, Histoire de Cambray et du Cambrésis).” Als zijn vrouw vermelden de genealogiën Alix, zuster van Allard van Poix, prevost van de stad Kamerijk, gesproten uit het geslacht Tyrel, heeren van de stad Poix in het Kamerijksche. II. Boudewijn (oudste zoon van den voorgaande) moet als loon voor zijn dapperheid van den koning van Jerusalem ontvangen hebben de stad Rosas in het Heilige Land wat, volgens Carpentier; aanleiding gaf om het oorspronkelijke wapen te vermeerderen met de 4 gouden rozen. Het schijnt dat dit wapen met de rozen het eerst voorkwam op een medaille, die Boudewijn van den koning van Jerusalem gekregen had, en die vermeld wordt in het boven besproken testament van den heer van Sorick. (2) (1) Rietstap’s "Armorial Général” vermeldt drie takken waarin dit geslacht tegenwoordig is gesplitst en die allen in 1870 in den gravenstand zijn verheven. (2) Uit dit testament zou men echter blijkens het bovenaangehaalde, moeten opmaken, dat dit alles niet dezen Boudewijn, maar zijn zoon betreft, die met Melissende de Beauvoir gehuwd was. Carpentier citeert Willem, aartbisschop van Tyrus blz. 861, 896 en 900, ten bewijze dat Boudewijn de Maretz met Josselin, graaf van Edessa deze stad op sultan Noradin heroverd heeft in 1142 en in 1145 tegen de Turken sneuvelde. Boudewijn’s jongere broeder Reinoud moet eveneens een gebied in het Heilige Land gekregen hebben, hetwelk den naam ontving van Maresia. Deze Reinoud wordt gezegd kinderloos gehuwd te zijn geweest met een dochter van den graaf van Edessa uit het geslacht de Courtenay. In het meervermelde testament is sprake van het zwaard van Reinoud hetwelk afkomstig was van zijn schoonvader den graaf van Edessa. Boudewijn zelf moet gehuwd zijn geweest met de dochter van Eustatius Grener, connétable van het koninkrijk Jerusalem, heer van Sydon en Cesarea in het Heilige Land. III. Boudewijn (jongste zoon van den voorgaande), derde heer van Maretz, moet, nadat zijn beide broeders tegen de Turken gesneuveld waren, en nadat zijn goederen in het Heilige Land hem waren ontrukt, naar het Kamerijksche zijn teruggekeerd, gelijk Carpentier verhaalt. Volgens dienzelfden schrijver vermaakte Boudewijn in 1190 landerijen aan St. Hubert, gelijk hem uit de archieven dier abdij was gebleken. Volgens het testament van zijn kleinzoon was hij gehuwd met Melissende de Beauvoir, uit welk huwelijk 3 zoons, waarvan de oudste, Boudewijn, volgt, terwijl de tweede, Gozewijn, (I) in het Heilige Land stierf en de derde den tak der Heeren van Moeuvres stichtte, die in de 3e generatie moet zijn uitgestorven. (2) IV. Boudewijn (oudste zoon van den voorgaande) schonk in het jaar 1233 goederen aan de abdij van Vaucelles. Hij moet weder naar het Heilige Land zijn getogen en daar in 1239 gesneuveld zijn bij Ascalon, zooals het meergemelde testament zijns zoons meedeelt. Uit zijn huwelijk met Gillette, dochter van Simon de Jauche, gouverneur van Kamerijk, 3 zoons: Boudewijn die volgt, Hugo aan wien volgens dat testament het zwaard van zijn achteroud-oom Reinoud door zijn broeder gelegateerd werd, en Jan, baljuw van Crèvecoeur, die den gouden "halecrète” kreeg van zijn overgroot- (1) Gozewijn moet, volgens Le Carpentier, gehuwd zijn geweest met Sibille, dochter van Godschalk van Tourote en zuster van Otto de St. Armand, grootmeester van de Tempeliers, uit welk huwelijk een zoon, zonder nakomelingen overleden. (2) Zie den tak van Moeuvres in de Derde Bijlage. K. vader Simon de Jauche, en van wien de acte van indemniteit, gedateerd ultimo Juli 1287, afkomstig moet zijn, welke in de inleiding vermeld wordt onder de oude documenten die nog thans in het bezit zijn van de familie de Marez-Oyens. V. Boudewijn (oudste zoon van den voorgaande), ridder, moet heer geweest zijn van Sorick, Maretz, Vilers, Chesneaux, Hurtebise en Fléchin, volgens zijn reeds herhaaldelijk genoemd testament dat (indien we hier werkelijk met een echt stuk te doen hebben) nog heden ten dage in het bezit is van zijn nageslacht. In dat testament verdeelt hij zijne goederen tusschen zijn 5 zoons, en stelt hij tot executeurs zijn neven Jean de Wallincourt, Goswin du Mortier, Eustache de Neufville en Bauduin Sire de Herlin et de Fléchin (1) en verder zijn vrienden Jean de Briastre, Jehan le Comte en Huguon de Belvalet, ridders, die allen hun zegel nevens het zijne aan het stuk hebben gehecht Boudewijn moet gehuwd zijn geweest met Ermegarde, een dochter uit het huis van Rambures, wier moeder behoorde tot het geslacht Wallincourt, en uit dat huwelijk moeten 5 zoons geboren zijn, waarvan twee den stam voortzetten, (2) n.l. Willem, die volgt, en Godfried, wiens tak de heerlijkheid Hurtevent bezat, doch in de 4e generatie moet zijn uitgestorven. (3) Hun jongste broeder Hugo, van wien Carpentier zegt dat hij ongehuwd bleef, kan wellicht dezelfde persoon zijn, die door Le Blond vermeld wordt als Hugo Demaret, gouverneur van Roye en Mondidier en die volgens dezen genealoog de stamvader moet geweest zijn van de Atrechtsche familie Demaret, die het wapen met de 5 rozen voerde. Rambures: in goud 3 roode dwarsbalken. (4) (wordt vervolgd) (1) Daar Boudewijn de Maretz zelf ook heer van Fléchin heet, zullen de geslachten de Maretz en Herlin ieder een deel van dat goed bezeten hebben, wat bij de tusschen hen bestaande familierelatie niet vreemd is. (2) De andere zijn: a. Gillis, heer van Sorick ongehuwd; b. Boudewijn, heer van Buissières, gehuwd met Alida de Barastre, uit welk huwelijk Alix, die de vrouw werd van Guillaume de Buleux. (Zie: Le Carpentier, Histoire de Cambray, op Buleux, blz. 339); c. Gerard, ridder, heer van Fléchin ten deele, die huwde met Elisabeth, dochter van Gillis d’Azincourt (zie: Carpentier, Histoire, op Azincourt, blz. 148). 3) Zie den tak van Hurtevent in de Derde Bijlage. 4, Volgens Rietstap, A. G. is dit het nieuwere wapen van Rambures en voerde dit geslacht voor 1676 gouden balken op een rood veld. De Wapenheraut 1898 p.37-38 HET GESLACHT DE MAREZ DOOR MR. H. J. KOENEN. VI. Willem of Guillaume (zoon van den voorgaande) heer van Marets, Loges en Cheneaux. Als zijn vrouw noemt Le Carpentier Guiote, dochter van Watier de Hames, die baljuw van Kortrijk was in 1272, welk huwelijk zooals Le Vaillant er aan toevoegt, bewezen wordt door een charter van de abdij van St. Aubert uit 1293 en twee andere van het kapittel van Wallincourt en de abdij du Verger uit de jaren 1331 en 1335. Volgens Le Carpentier verkocht hij in 1293 twintig mançaudes land in het dorp Bertries aan de abdij van St. Aubert. Uit dit huwelijk is een zoon die volgt en een dochter gehuwd met Wibaud d’Esquencourt. Hames: het geheele schild overdekt met afwisselend blauwe en gouden vairklokjes. VII. Boudewijn De Maretz, ridder, (zoon van den voorgaande) wordt in de genealogiën genoemd heer van Hurtebise, dat hij moet geërfd hebben van zijn oom Godfried, van Fléchain ten deele, dat hij moet geërfd hebben van zijn oom Gerard, alsmede van Eth in Henegouwen. Zijn huwelijk met Agnes, dochter van Herbert heer van Forest moet volgens de verzekering van pater Le Vaillant bewezen worden door dezelfde stukken, die zooeven zijn vermeld als bewijzen voor het huwelijk zijns vaders. Volgens Le Carpentier is hij gestorven in 1331, zijn vrouw in 1335 en lieten zij vijf zoons na benevens twee dochters, waarvan de oudste geestelijke was in de abdij van Premy en de jongste gehuwd met Jean de Lamelin heer van Fasnières (in Henegouwen), schildknaap. Van de zoons volgt de oudste Boudewijn hieronder, Jacques heer van Camerin (in Artois), Jan heer van l’Autrep, baljuw van Marchiennes, en Willem heer van Bussu (in Picardië) en Fleurbay moeten kinderloos gehuwd zijn geweest (1), terwijl Pieter die zich in Vlaanderen vestigde nakomelingschap had, die echter in de 2e generatie uitstierf (2). Als bijzonderheid wordt nog door Le Carpentier vermeld dat Jacques en Jan hun wapen wijzigden, de eerste door er een blauw schildhoofd met drie gouden rozen aan toe te voegen, de laatste door zijn wapen te vierendeelen: 1 en 4 in blauw een zilver kruis, 2 en 3 in blauw vier gouden rozen. Forest: in zilver drie zwarte wassende manen. (1) De vrouw van Jacques was Jolante de Raillencourt, de vrouw van Jan was Johanna du Maisnil vrouwe van Zennes (bij Rijssel) ten deele, de vrouw van Willem was Margaretha de Harduel vrouwe van Vodonioul in Namen, dochter van Jan en Margaretha Verdin. (Zie: Le Carpentier, Histoire de Cambray II, bl. 497.) (2) Pieter moet uit zijn huwelijk met Huette de Wicht, dochter van Jan heer van Nieuwenhove (Zie: Le Carpentier, Histoire de Cambray II, bl. 497) een zoon en een dochter gehad hebben, n.l. Willem heer van Willincourt (in Artois), die in Vlaanderen moet gehuwd zijn met Maria van der Meere, vrouwe van Marchove (uit welk huwelijk 2 zoons Willem en Jan, beiden jong gestorven) en Johanna vrouwe van Zennes ten deele, dat zij kreeg van Johanna du Maisnil, de vrouw van haar oom de Maretz (zie boven). Zij moet gehuwd zijn met Edmond Dragon, ridder, kapitein van Bohain en Serin. VIII. Boudewijn De Maretz (oudste zoon van den voorgaande) moet evenals zijn vader heer zijn geweest van Hurtebise en begraven liggen in de kerk van St. André te Catteau Cambrésis. Als zijn vrouw wordt opgegeven Jacqueline de Ranchicourt vrouwe van Remes en la Vacquerie, uit welk huwelijk twee zoons. Van den oudsten Jan wordt verhaald, dat hij een aanhanger was van Sohier, graaf van Brienne, 2e hertog van Athene, en van droefheid stierf, toen deze op last van Albrecht, graaf van Henegouwen en Holland, in 1366 te Quesnoy was onthoofd. Daar deze Jan uit zijn huwelijk met eene bastaarddochter van Wouter VI van Enghien geen kinderen had, volgde zijn jongere broeder Boudewijn hem in de heerlijkheden zijns vaders op. Ranchicourt (de): in zilver een keper vergezeld van drie koeken alles vaz rood. IX. Boudewijn De Maretz (zoon van den voorgaande) heer van Eth en Hurtebise, die hij van zijn vader, alsmede van Remes en La Vacquerie die hij van zijn moeder moet hebben geërfd, later door aankoop ook van Farbus (in Artois), wordt gezegd door zijn huwelijk met Emma de Neuville vrouwe van Carnen (in Artois) en Verdret ook nog heer van die plaatsen geworden te zijn. Hij overleed te Kamerijk 1395, nalatende een dochter (1) en twee zoons. Daar de oudste zoon Boudewijn slechts twee dochters had (2) schijnen de genoemde heerlijkheden weder uit de familie te zijn geraakt. De tweede zoon Hugo volgt. Neuville (de): een rood-getralied veld van goud. (1) Ida vrouwe van Boubert (in Artois) gehuwd met Reinier de la Bellefourière (2) Boudewijn moet namelijk uit zijn huwelijk met Sandrine de Rasoir vrouwe van Siancourt, zuster van Jan Prevoost van Valenciennes (1422) twee dochters gehad hebben: Sandrina vrouwe van Eth, la Vacquerie, Remes en Carnen, gehuwd 1e met Eustache Lepoivre, schildknaap, 2e met Jacques de Geognies, gouverneur der stad Avesnes, en Emma vrouwe van Siancourt gehuwd 1e met Huon de Prévost en 2e met Adriaan de Vilain. Beide zusters moeten kinderloos zijn overleden. X. Hugo De Maretz (2e zoon van den voorgaande) schijnt zijn vader alleen als heer van Farbus te zijn opgevolgd, maar wordt verder nog heer genoemd van Montigny, Bodival en Eire (in Oostervant) en moet gestorven zijn in 1429. Uit zijn huwelijk met Guillemette de Solemnes moeten elf kinderen geboren zijn, waarvan verscheidene den geestelijken stand omhelsden. Zijn zoons Boudewijn en Reinoud werden de stamvaders van twee takken. Boudewijn was de overgrootvader van Jean De Maretz heer van Montigny, Bodival en Raonville, die met zijn echtgenoote Martha de Bernicourt vrouwe van Rouville boven reeds vermeld is, omdat zij in de genealogiën door Atteveld en Le Vaillant gehouden werden voor de ouders van Jan de Marez, den stamvader der Hollandsche familie, terwijl later de meening ingang vond dat deze integendeel uit den tak van Reinoud moet gesproten zijn. (1) Solemnes: in zwart drie gouden wassende manen. XI. Reinoud De Maretz (jongere zoon van den voorgaande), schildknaap, was volgens de genealogiën, schepen te Kamerijk en gehuwd met Agnes de la Saulx, uit welk huwelijk drie kinderen, Jan, die volgt, Pieter, die bij Agnes Chamart zeven kinderen moet gehad hebben van wie verder niets bekend is, en Jacques overleden omtrent 1500 als kanunnik van St. Géry. Le Vaillant zegt aangaande deze zoons van Reinoud De Maretz: van hen stammen allen af die den naam Marez dragen en gevestigd zijn te Kamerijk, Valenciennes, Douay, Arras en in de andere steden van de Nederlanden, die verschillende wapens hebben aangenomen, maar waarvan het meerendeel is vervallen tot den onadellijken staat (tombés en roture). Saulx (de laj: in blauw een goud ankerkruis (2), althans volgens Le Vaillant; in de genealogie door Atteveld wordt het wapen van dit geslacht afgebeeld als: in blauw een gouden adelaar. XII. Jean De Maretz (oudste zoon van den voorgaande) wordt door Le Carpentier leenman van de abdij van St. Aubert genoemd, welke hoedanigheid hem moet gebleken zijn uit een charter van 1482. Als het jaar van zijn overlijden wordt opgegeven 1490. Uit zijn huwelijk met Jolante Balicque moet hij een eenigen zoon gehad hebben genaamd Jan die volgt. Balicque: in blauw een keper vergezeld van twee sterren en een halve maan, alles van zilver. XIII. Jan De Maretz (eenig kind van den voorgaande) was de vroeger reeds vermelde schepen van Kamerijk, die viermaal huwde, 1e met Johanna Rosel, 2e met Maria de Franqueville, 3e met Catharina Gérardel en 4e met Aldegonda de l’Aoust, uit welke huwelijken dertien kinderen moeten gesproten zijn, die verschillende takken hebben gesticht deels van adel, deels tot den onadellijken staat vervallen, gelijk Le Vaillant aanteekent, daarop latende volgen: "Nakomelingen uit het 3e huwelijk bestaan nog adellijk te Kamerijk", waarmee hij blijkbaar doelt op de familie de Maretz de Sancourt, die beweerde uit dit derde huwelijk van den Kamerijkschen schepen af te stammen. Rosel: in groen drie zilveren kepers. Franqueville (de): in blauw een ster onder een lambel, alles van zilver. Gérardel: in goud drie roode granaatappels aan groene takjes. Aoust (de l’): in zwart drie gouden, rood gebonden korenschoven. (1) De Wapenheraut 1898 p.38-40 GENEALOGIE van het geslacht DE MAREZ OF DE MAREES sedert den hervormingstijd met de daaruit in vrouwelijke lijn gesproten familiën De Marees van Swinderen, De Mares van Zuylen EN De Marez-Oyens. Daar de stamvader der Hollandsche en Groningsche takken van het geslacht De Maretz zich in zijn testament een zoon noemt van Jacob de Marez "den ouden," mag men aannemen dat hij een zoon was van Jacques, wiens zoon Jacques de Jongere naar Engeland uitweek, en van wien blijkt uit een tweetal akten betreffende goederen door hem in leen gehouden van den heer van Cauroit, dat hij inder- (1) Het wapen van Rosel komt overeen met dat, hetwelk Rietstap opgeeft als Rose1l de Servas; dat van De Francqueville met het wapen van een gelijknamige familie, die volgens Rietstap in 1678 geadeld werd en in Vlaanderen, Artois en Picardie gevestigd was. Het wapen van Gérardel komt niet bij Rietstap voor; dat van De l'Aoust komt overeen met De l’Aoust de Jumelles in Picardie en Brabant, geadeld 1454, verheven tot markiezen van Jumelles en markiezen van Aoust in 1839, baronnen van Quincy, uitgestorven 1845. daad twee zoons Jean en Jacques heeft nagelaten, gelijk in de "Inleiding" uitvoeriger is uiteengezet. De opgaven door den heer de Maretz van Sancourt in het land van Kamerijk aan Mr. Trip de Marez te Amsterdam gedaan, dat Jacques de oude een zoon geweest is van den Kamerijkschen schepen Jean de Maretz, met wien wij het overzicht van het Kamerijksch geslacht besloten hebben, uit diens derde huwelijk met Catharina Gérardel, is zooals we boven zeiden door hem niet met bewijzen gestaafd. Het schijnt echter daar te lande een feit van genoegzame bekendheid geweest te zijn dat bedoelde Jacques uit dit huwelijk gesproten was, want in een diploma, dat 25 September 1739 door de keizerlijke herauten te Brussel Van Leene, De Grez en Jaerens aan Louis Trip de Marez te Amsterdam werd afgegeven en waarin overigens niets is geconstateerd, dan hetgeen door overgelegde en in het diploma aangehaalde authentieke stukken was bewezen, luidt de conclusie ten slotte aldus: "Ende uyt alle welke bewijsstukken, wij bevinden en bevonden hebben, dat den voorsegden Hoog- EdelWelgeboren Heere Louis Trip de Marez uyt het voors. oudt Adelijck en Aensienlijck geslagt der De Marez tot Camerijk afkomstig ende gespro- ten is, ende dat uit dien Hoofde van den boven genoemden Jacques of Jacobus de Marés, die een zoon is geweest van Jan de Marés, in der tijd schepen tot Camerijk en Catherina Gérardel," enz. Jacques de Maretz had, zooals gezegd is, goederen in leen van Jean de Lannoy van Molenbaie en Solre, in diens hoedanigheid van heer van Cauroit, welk dorp op één mijl van de stad Kamerijk gelegen is. Hij moet gestorven zijn in een der drie laatste maanden van 1545, of in den loop van 1546, want de akten van het denombrement door zijn zoons Jean en Jacques, als opvolgers in bedoelde leengoederen, zijn gedateerd van 4 en 14 November 1546, terwijl art. 53 van de "Coutumes touchant les fiefs," door Le Carpentier in zijn Histoire de Cambray et du Cambrésis (blz. 276 en volgende) meegedeeld, zegt: "Fief se doit relever en dedans an et jour après le trepas de celuy dont il vient; et le denombrement doit se baillier quarante jours après le relief fait." De naam van de vrouw van Jacques de Maretz is ons niet bekend. A De beide zoons van Jacques de Maretz den ouden, namelijk Jan, die te Amsterdam, en Jacques, die te Norwich in Engeland overleed, zullen achtereenvolgens behandeld worden: I. Jan moet omstreeks 1518 geboren zijn, want bij zijn overlijden op 12 December 1604 was hij 86 jaar oud. Hij was gehuwd met Jenne van Achterhoudt, die te Emden overleed, dochter van Pieter van Achterhoudt en van Catharina Morelle. (1) Aanvankelijk woonde Jan de Marez met zijn gezin te Antwerpen, waarheen hij zich zal verplaatst hebben bij gelegenheid van zijn huwelijk, omdat de familie zijner vrouw daar gevestigd was, wellicht ook omdat men daar meer godsdienstvrijheid genoot dan in het bisdom Kamerijk. Tijdens de landvoogdij van den hertog van Alva is hij echter uit Antwerpen vertrokken, vermoedelijk eerst naar Keulen, waar zijn zoon Nicolaas zich reeds had neergezet, en toen ook dáár de vervolgingen begonnen, naar Emden, het gewone toevluchtsoord van wie in die dagen geloofsvervolging zocht te ontgaan. Doch toen in Holland de zaken een keer namen, begaf hij zich naar Delft, waar hij in 1585 in den Verversdijk woonde. (2) Eén jaar voor zijn dood was hij nog te Delft gevestigd, toen hij er zijn testament maakte, hetwelk de bepaling inhield, dat hij in die stad begraven wenschte te worden. Niettemin is hij begraven in de Nieuwezijds-Kapel te Amsterdam, doordien hij bij zijn overlijden daar ter stede vertoefde, waarschijnlijk ten huize van één zijner zoons. Niettegenstaande Jan de Marez 20 kinderen heeft gehad, waarvan hij er 12 getrouwd heeft gezien, gelijk hij meedeelt in zijn testament, vond hij toch nog gelegenheid om belangrijke bedragen voor liefdadige doeleinden te bestemmen. Bij genoemd testament vermaakte hij namelijk een deel zijner goederen aan de armen, in dier voege dat de helft van dat legaat zou strekken om jaarlijksche uitkeeringen te doen aan personen die "overmits de religie ofte de Tirannie der vyanden voortvluchtig wesende totten anderen gediseerde Nederlandsche gewesten, binnen dese stadt Delft gecomen zijn ofte nog sullen commen”, terwijl de andere helft deels voor het weeshuis, deels voor het gasthuis te Delft was bestemd. Zijn portret "een klein vierkant borstbeeld,” zooals het in het testament van een zijner nakomelingen wordt omschreven, bevindt zich nog in het bezit der familie de Marez Oyens te Amsterdam, bij wie ook zijn testament berust. De kinderen van Jan de Marez volgen onder letter B. (1) Zie over de familie van Jenne van Achterhoudt eenige aanteekeningen in de Tweede Bijlage. (2) In de inleiding hebben we het verkeerdelijk doen voorkomen alsof dit ons bekend is uit zijn testament. Het testament is van 1603, doch in 1585 had het huwelijk zijner jongste dochter te Delft plaats, en toen woonde de bruid in den Verwersdijk aldaar. Achterhoudt: in blauw of groen (1) twee zilveren ruggelings rechtop geplaatste zalmen. 2. Jacques moet geboren zijn omstreeks 1519, want blijkens een procuratie afgegeven door zijn weduwe en erfgenamen, was hij 85 jaar, toen hij in het jaar 1604 te Norwich in Engeland overleed. Van deze akte waarvan het origineel in het bezit van den heer de Marets de Sancourt was, is een authentiek afschrift onder de papieren van de familie de Marez Oyens te Amsterdam. De daarin voorkomende namen van kinderen komen overeen met hetgeen we omtrent hen vinden in de kerkregisters van de Waalsche kerk te Norwich, gepubliceerd door de Huguenot Society of London, waaraan we de stof ontleend hebben voor de genealogie van dezen tak, zooals ze straks volgen zal. Norwich was namelijk een toevluchtsoord voor de hervormingsgezinden uit het zuidelijke deel van Vlaanderen en aangrenzende streken, toen er reeds in 1561 en ‘62 strenge vervolgingen plaats hadden, terwijl sedert de komst van Alva in 1567, de Waalsche kolonie aanhoudend met nieuwe gezinnen van vluchtelingen is versterkt geworden. Uit de zooevengenoemde akte blijkt dat de vrouw van Jacques de Marés genaamd was Antoinette Suceur, die hem overleefde. Wij vinden daarin verder vermeld dat hij twee zoons naliet François en Jean, alsook de weduwe met minderjarige kinderen van een vooroverleden zoon Pierre. Op François schijnt als oudsten zoon het meergemelde goed in het land van Kamerijk, dat de vader bij zijn overlijden ondanks zijn voortvluchtigheid, nog steeds in leen had van den heer van Cauroit, te zijn overgegaan. Hij heeft het echter reeds het volgend jaar, namelijk bij akte van 10 September 1605, overgedragen aan een bloedverwant, die te Kamerijk was blijven wonen, met name Jean des Marez Nicolaaszoon, in tegenwoordigheid van twee andere bloedverwanten "Nicolas et Loys des Marez frères hommes de fiel du dit Cauroit” Ook van deze akte is een authentiek afschrift aanwezig. De kinderen van Jacques vindt men onder het opschrift Engelsche Tak op letter C. De Wapenheraut 1898 p.40 B Van de 20 kinderen van Jan de Marez en Jenne van Achterhoudt, zijn er ons slechts 12 bekend; de overige zijn vermoedelijk jong, in ieder geval ongehuwd overleden, want in zijn tes- tament zegt de vader dat hij 6 zoons en 6 dochters (1) gehuwd heeft gezien, n.l. 1. Hans of Jan wordt in het testament zijns vaders "sijn oudste soon” genoemd. Hij was in het jaar 1594 poorter van Amsterdam, gelijk vermeld staat in een akte uit dat jaar ter kwijting, van zijn zwager Sandra voor 300 Karolusgulden, ontvangen namens Jan Jacobszoon de Marees den ouden. In eerste huwelijk was hij getrouwd met Susanna Everts; de naam zijner tweede vrouw wordt in de familiepapieren niet opgegeven, hoewel het feit van zijn hertrouwen wèl vermeld wordt. We vinden echter dat een Hans de Mares den 25 October 1618 te Amsterdam huwde met Susanna Haucourt (2) Het is echter ook mogelijk dat dit betrekking heeft op een zoon van den hierbedoelden Hans; want in de familiepapieren wordt vermeld dat hij een zoon had die eveneens Hans heette, benevens een dochter, wier naam niet wordt opgegeven, van welke beide kinderen verder niets bekend is. 2. Pieter bleef, na het vertrek zijns vaders uit Antwerpen, in die stad achter, om er de onroerende goederen in bezit te houden en te administreeren. Blijkens het testament zijns vaders woonde hij daar nog in 1603. De naam zijner vrouw is niet bewaard, en omtrent kinderen uit dit huwelijk gesproten valt niets met zekerheid mee te deelen Wellicht was hij de vader van Pieter de Marees, die een reisjournaal heeft uitgegeven, inhoudende een beschrijving van de goudkust, van welk zeldzaam boek een exemplaar in het bezit is van de firma Fred. Muller te Amsterdam, die het exposeerde op de voor eenige jaren in het Paleis voor Volksvlijt aldaar gehouden Tentoonstelling van den Boekhandel. Daar de schrijver het werk heeft opgedragen aan zijn oom Jan Sandra, koopman te Amsterdam woet hij een kleinzoon geweest zijn van Jan de Marez Jacobszoon den oude, en daar wij van diens jongere zoons Nicolaas, Abraham en Daniel de gezinnen vrij nauwkeurig kennen, moet hij een zoon geweest zijn van een der drie ouderen Hans, Pieter of Jacques, van wier gezinnen wij minder goed op de hoogte zijn. De Wapenheraut 1898 p.61-64 3. Jacques werd in 1584 lid van de kerkelijke gemeente te Emden op attestatie van Antwerpen; hij overleed te Utrecht 21 Augustus 1635 en werd aldaar begraven. Uit zijn huwelijk met Alijtgen, wier geslachtsnaam niet tot ons gekomen is, zijn waarschijnlijk geen kinderen geboren. 4. Nicolaas overleed te Amsterdam 22 Juli 1624 en werd begraven in de Nieuwe kerk. Hij woonde destijds op de Bloemgracht. Uit Antwerpen schijnt hij zich eerst naar Keulen metterwoon begeven te hebben, waar hij op 26 Juli 1574 in het huwelijk trad. met Dieuwertje van Thessel geboren in die stad, doch behoorende tot een familie, die evenals de zijne, uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstig moet zijn geweest! wellicht dezelfde die in het gedrukte werk van Le Carpentier behandeld wordt onder den naam de Thesselt (zie daarover de Tweede Bijlage). In 1579 vertrok hij met zijn gezin van Keulen naar Emden, waar hij minstens 14 jaar gewoond heeft. Zijn vrouw is daar in 1587, of in het begin van 1588 overleden. Hij hertrouwde te Emden 29 November 1588 met Margaretha Segers dochter van Bartholomeus Segers, woonachtig te Emden doch waarschijnlijk ook uit België afkomstig (zie Tweede Bijlage) en van Janneken Cockeus. Met deze tweede vrouw heeft hij zich later te Amsterdam gevestigd, waar zij overleden zal zijn. De meesten zijner kinderen hebben ook te Amsterdam gewoond, doch van een zoon uit het eerste huwelijk, die te Groningen woonde, stamt de Groningsche familie Busch de Marees van Allersma af, waarvan de naam voortleeft in De Marees van Swinderen. Alle nakomelingen van Nicolaas, zoowel te Groningen als te Amsterdam bezigden de spelling De Marees, terwijl de nakomelingen van Nicolaas’ broeder Abraham aan de spelling De Marez de voorkeur gaven. Men vindt het kroost en verder nageslacht van Nicolaas afzonderlijk afgehandeld, na den Engelschen tak van zijn oom Jacques, en wel onder letter D. 5. Abraham heeft later dan zijn vader en zijn broeders Antwerpen verlaten, want in 1584 is daar nog zijn oudste zoon geboren. Of hij nog te Emden vertoefd heeft is ons onbekend, doch omstreeks het jaar 1600 is hij zich te Amsterdam komen neerzetten, waar hij 12 November 1631 overleden en 17 November in de Oude kerk begraven is. Hij was gehuwd met Marie Gemart, wier naam in de genealogien Gemaer gespeld wordt, en in de doops- en aanteekeningsregisters op zeer verschillende manieren verbasterd is. Zij overleed te Amsterdam 16 Februari 1627. Haar ouders waren Jean Gemart (zie eenige aanteekeningen omtrent diens geslacht in de Tweede Bijlage) en Maria Sturms. Op het cahier van de 200ste penning van het jaar 1631 vindt men Abraham de Marez aangeslagen voor 800 gulden, dus naar een vermogen van 160000 gulden. Hij woonde toen in de Warmoesstraat oostzijde tusschen de St. Annastraat en de Oude Kerksteeg. Bij zijn overlijden woonde hij op den Fluweelenburgwal (Oude zijdsvoorburgwal tusschen het tegenwoordig Stadhuis en de Grim). Hij was koopman en handelde in passementwerk, een artikel, dat voornamelijk uit zijn oorspronkelijk vaderland aan de Fransche grenzen hier geimporteerd werd, en dat bij de toenmalige kleederdracht een veelvuldige toepassing vond. Met eenige andere Waalsche uitgewekenen moet Abraham de Marez een studiebeurs gesticht hebben om onvermogende zoons van gezinnen, die wegens geloofsvervolging uit Frankrijk en de Zuidelijke Nederlanden naar Holland waren uitgeweken, voor predikant te doen opleiden, welk fonds het Fransch of Waalsch College, of ook wel de Brabandsche beurs schijnt genoemd te zijn, want van verschillende familieleden als Abraham’s zoon Jan, en schoonzoon Daniel Mits, alsook van hun neef Jan Danielszoon de Marez (1) vinden we aangeteekend dat zij bestuurders der Brabandsche beurs of ook wel van het Fransch college waren, wat waarschijnlijk op één en dezelfde stichting betrekking had. Wellicht is dit fonds de grondslag geweest van dat, hetwelk later van overheidswege voor een gelijk doel werd in stand gehouden. Abraham de Marez had 16 kinderen; tot zijn nakomelingen behoorden de heeren de Marez van Maarsbergen en Trip de Marez, alsook Jan Gerard de Marez van wie de vrouwelijke linie de Marez van Zuylen en de Marez Oyens afstammen. Deze tak zal afzonderlijk worden af- gehandeld na dien van Abrahams ouderen broeder Nicolaas, en gemakshalve ook na den spoedig uitgestorven tak van zijn jongeren broeder Daniel, straks te noemen. Men zie derhalve op letter F. 6. Daniel geboren omstreeks 1567 te Antwerpen, overleed 23 December 1598 te Amsterdam en werd in de Nieuwe Zijds-kapel aldaar begraven in hetzelfde graf als zijn vader. Hij teekende aan te Amsterdam 17 Juni 1595 als Daniel de Marees van Antwerpen 28 jaar, geassisteerd door zijn broeder Abraham, met Janneke de Hurtere, (1) welk huwelijk op 30 Juni daaraanvolgende is voltrokken. Zij was geboren te Middelburg omstreeks 1574 althans zij moet 63 jaar geweest zijn toen ze te Amsterdam in 1637 overleed, als weduwe van haar tweeden man Matthias de Sandra, die 29 April 1635 overleden was en begraven in de Oude kerk. In 1631 woonde M. de Sandra in de Nes (oostzijde) blijkens het het kohier van de 2ooste penning, waarop hij is aangeslagen voor een bedrag van f 400. In 1587 was Daniel de Marijs, zooals hij in kerkelijk protocol genoemd wordt, lid geworden van de gemeente te Emden, hij heeft zich waarschijnlijk tegelijk met zijn vader van daar naar Holland begeven. De tak van Daniel, bij wiens nakomelingen de schrijfwijze De Mares het meest in zwang was, volgt, hoewel spoedig uitgestorven, afzonderlijk na dien van zijn broeder Nicolaas, en vóór dien van zijn broeder Abraham. Zie op letter E. 7. Janneke was gehuwd met Hendrik de Hertoge, wiens naam ook wel voorkomt als De Hertoge van Osmael, want 29 Juli 1656 teekende Jan Danielszoon de Mares in zijn familie journaal aan, "neef Jan de Hertog van Osmael tot Leiden overleden out sijnde 88 jaren." Zie Tweede Bijlage. 8. Maria huwde te Keulen met Corstiaan de la Court, behoorende tot een geslacht dat ook uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstig was. Omtrent dit echtpaar en hun kinderen is ons niets anders bekend, dan dat Jan Danielszoon de Mares in zijn familiejournaal aanteekende "21 Februari is neef Jan de la Court overleden." 9. Sara overleden vóór 1603 toen haar vader zijn testament maakte, was gehuwd met ....... van Thessel, een broeder of verderen bloedverwant van Diewertje van Thessel, de eerste vrouw van Nicolaas de Marees. Uit dit huwelijk een zoon Christiaan van Thessel. die woonde te Amsterdam ten huize van zijn neef Jacques de Westfrise (met Anneke de Marees, dochter van Nicolaas en D. van Thessel gehuwd.) 10. Susanna overleden 20 Mei 1624 werd in 1587 lid van Waalsche kerk te Amsterdam. Zij was toen reeds gehuwd met Johan Sandra wiens nakomelingen voorkomen onder den naam De Sandra, evenals Matthias de Sandra de bovengenoemde tweede man van Janneke de Hurtere, weduwe van Daniel de Mares, zoodat die beide vermoedelijk tot éenzelfde familie behoorden. Blijkens de boven alreeds besproken reisbeschrijving van Pieter de Marees door hem aan zijn oom opgedragen, was deze koopman te Amsterdam. Hij overleed aldaar 28 Mei 1624. Over de nakomelingschap van Susanna de Marez en Jan Sandra zie men de Tweede Bijlage. 11. Anna overleed 3 Maart 1638, "en is de laatste geweest in leven van ‘t huys haars vaders." Zij was weduwe van Johan Nieuwburgh, ook wel van Nyenburg genaamd die in 1594 te Frankfort was overleden. In 1587 moeten zij te Emden gewoond hebben, want volgens aanteekeningen werd daar in dat jaar hun oudste zoon geboren. Diens nakomelingen waren te Groningen gevestigd, zie daarover de Tweede Bijlage. 12. Regina geboren te Antwerpen, overleed 15 October 1624. Zij is ondertrouwd te Delft 1 Juni 1585 met Adriaan van der Goes (1), koopman te Rotterdam, overleden te Alkmaar 18 Mei 1649 omstreeks 90 jaren oud. Hij was een zoon van Mr. Aert van der Goes, pensionaris van Schiedam en van Maria Hollaert. Over hun kinderen en verder nakroost, een weinig bekende tak van het welbekende Hollandsche regeeringsgeslacht, zie men de Tweede Bijlage. De Wapenheraut 1898 p.63- ENGELSCHE TAK. C. De boven reeds met namen genoemde kinderen van Jacques Desmares (1) te Norwich en van Antoinette Suceur waren: 1. François was burger van Norwich, luitenant van het Waalsche schuttersvendel aldaar, en diaken der Waalsche kerk. Wellicht heeft hij op het laatst van zijn leven te Londen gewoond, want de meeste van zijn kinderen vinden we daar terug in de kerk-registers van de French Church, die ook door de Huegenot Society gepubliceerd zijn. Hij was tweemaal gehuwd, zijn eerste vrouw, Elisabeth Herbecq, moet overleden zijn tusschen 1601 (in welk jaar zij nog als doopgetuige voorkomt) en 1604, want François hertrouwde te Norwich 24 December 1604 met Phêbe du Rieu. Uit het eerste huwelijk sproten minstens vijf, uit het tweede zes kinderen; die uit het eerste huwelijk zijn ons hoofdzakelijk bekend uit de akte van 10 September 1605, waarbij François Des Marés, met medewerking zijner minderjarige kinderen Jacques, Jehan, Elisabeth, Hester en Anna (daartoe vertegenwoordigd door twee voogden ad hoc Nicolaas de Marés en Philipp Carlier) het leen van Cauroit, dat hij ten vorigen jare van zijn vader geërid had, overdraagt aan Jean des Marés fils de Nicolas, woonachtig in het land van Kamerijk. Men vindt de kinderen uit de beide huwelijken op letter CA. 2. Pierre was bij den dood zijns vaders in 1604 alreeds overleden, nalatende een weduwe met name Sara van Hecke. In de vroeger genoemde procuratie betreffende de bereddering van den boedel zijn, vaders, worden van hem slechts twee kinderen genoemd: Pierre oud 7 jaar en Isacq oud 3 jaar. Er zijn er echter vijf te Norwich gedoopt, de drie anderen moeten dus vóór 1604 zijn overleden. Zie de kinderen op letter CB. 3. Jean was diaken en ouderling der Waalsche gemeente te Norwich. Uit zijn huwelijk met Maria de Vos werden aldaar tusschen de jaren 1599 en 1607 zes kinderen gedoopt. Zie letter CC. CA. De kinderen van François Desmares waren als gezegd is elf in getal, vijf zijn uit het eerste huwelijk met Elisabeth Herbecq en zes uithet tweede huwelijk met Phêbe du Rieu, n.1. 1. Jacques ons slechts als minderjarige uit de akte van 10 Sept. 1605 bekend. 2. Jehan ons bekend uit dezelfde akte. Te Norwich is van hem evenmin als van zijn broeder Jacques iets te vinden. Waarschijnlijk hebben zij zich naar elders verplaatst. Indien zij zich later te Londen gevestigd hebben, waar ook de meesten hunner jongere broeders en zusters zijn komen wonen, kan een hunner wellicht de vader zijn geweest (2) van François Desmares, gehuwd met Marie de Crasme, die te Londen 7 Mei 1633 een dochter Elisabeth, en 25 Juni 1635 een dochter Rachel liet doopen, alsook van Hallard (Halas) Desmares te Londen, doopgetuige van de zooevengenoemde Elisabeth, uit wiens huwelijk met Marguerite Olivier te Londen 2 Dec. 1632 een dochter Marie, en 3 Aug. 1634 een zoon Abraham gedoopt werd. (3) In Juni 1643 werd Allard Desmarets uit Londen Lid van de Waalsche kerk te Leiden, doch verder is noch daar ter stede, noch ook in eenige andere Waalsche gemeenten van Nederland een spoor van hem of zijn gezin te vinden. 3. Elisabeth komt evenals haar broeders Jacques en Jehan voor in de genoemde acte van 1605. In 1634 treffen we haar te Londen aan als getuige bij den doop van een kind harer zuster Jenne ; zij was toen de vrouw van Jerôme Hochar, en schijnt zelf ook te Londen gewoond te hebben, waar haar man 24 Mei 1629 een kind liet doopen. 4. Anna ons bekend uit de meergemelde akte, huwde met Johan Brionne, en schijnt te Londen gewoond te hebben, waar in 1638 een kind van haar gedoopt werd. 5. Ester is de eenige van de kinderen uit François’ eerste huwelijk, van wie wij den doop te Norwich vermeld vinden, deze heeft daar namelijk 24 Mei 1600 plaats gehad. Zij huwde met François le Ronde en moet te Londen gewoond hebben, waar o.a. in 1634 een kind van haar werd gedoopt. 6. Daniel gedoopt te Norwich 8 December 1605, huwde te Londen in de Fransche kerk 18 April 1636 met Christienne Dambrijn, wier familienaam ook wel als d’Ambrinne voorkomt, geboren te Rijsel (Lille) in Fransch Vlaanderen. Uit dit huwelijk twee kinderen (2). Zie letter CD. 7. Judith gedoopt te Norwich 4 Januari 1607 (N.S.), huwde te Londen 31 Januari 1633 met Jacques Braine (3) uit Doornik. Uit hun huwelijk werden te Londen verscheidene kinderen gedoopt. Over het geslacht Braine, waarvan ook een tak in Nederland was gevestigd, zullen eenige aanteekeningen volgen in de Tweede Bijlage. 8. Simon gedoopt te Norwich 28 Augustus 1608. 9. Jenne gedoopt te Norwich 26 Augustus 1610, trouwde te Londen 15 Mei 1627 met Adriaan Henry uit Valenciennes, zoon van Nicolaas Henry. Hij stierf vóór 1637, uit hun huwelijk zijn te Londen verscheidene kinderen gedoopt. 10. Maria gedoopt te Norwich 11 Augustus 1612, trad in 1638 te Londen als getuige op bij den doop van een kind harer zuster Anna. 11. Phêbe gedoopt te Norwich 19 December 1613, trad in 1626 te Londen op als getuige bij den doop van een kind harer zuster Ester. CB: Uit het huwelijk van Pierre Desmares en Sara van Hecke werden te Norwich de volgende kinderen gedoopt : 1. Sara gedoopt 3 Augustus 1595, overleden vóór 1604. 2. Jonathan gedoopt 26 November 1598, overleden vóór 1604. 3. Abraham gedoopt 19 October 1600, overleden vóór 1604. 4. Isacq gedoopt 6 Juni 1602, doch moet reeds geboren zijn in 1601, althans hij was in 1604 drie jaar oud. Verder is van hem niets te vinden. 5. Pierre gedoopt 20 November 1603 moet reeds omstreeks 1597 geboren zijn, want volgens de akte van 1604 was hij toen 7 jaar oud. Verder is van hem te Norwich niets te vinden. CC. Uit het huwelijk van Jean Desmares en Maria de Vos werden te Norwich gedoopt: 1. Maria gedoopt 23 November 1599. 2. Jean gedoopt 15 Maart 1601, overleed voor 16341 een weduwe achterlatend, althans in dat jaar komt Marie veuve de Jean Desmarett junior als doopgetuige voor. Uit dit huwelijk vier kinderen, bij wier doop geen enkel maal de familienaam der moeder vermeld wordt. Zie de kinderen op letter CE. 3. Jacques gedoopt 31 Juli 1683. 4. Marie gedoopt 29 Juli 1604. 5. Jacques gedoopt 6 October 1605, bekleedde te Norwich verschillende ambten, niet alleen in de kerkelijke gemeente als diaken en ouderling, maar ook in de burgerlijke gemeente der Walen, die te Norwich hun eigen magistraat hadden. Zoo wordt hij in de jaren 1635 en 1636 vermeld als "bailli" en als "homme politique" der Waalsche gemeente, welke functies hij ook in latere jaren, wederom heeft vervuld. Hij huwde te Norwich in 1634 (huwelijksafkondiging van 26 Februari) met Anna Burghart, wier uit het land van Kamerijk afkomstige familie ook wel Bourchault heette. Zij was waarschijnlijk de op 8 Oct. 1615 te Norwich gedoopte dochter van Jan Bourchault. Uit dit huwelijk negen kinderen. Zie letter CF. 5. Mari (zoon) gedoopt 1 November 1607, verder onbekend. De Wapenheraut 1898 p.77 E TAK VAN DANIEL. (1) Amsterdam en Hoorn. Uit het huwelijk van Daniel de Mares (2), jongsten zoon van Jan Jacobszoon met Johanna de Hurter, sproten drie kinderen n.l. 1. Jan geboren te Amsterdam 22 Mei 1596, begraven in de Nieuwezijds-Kapel aldaar 13 Januari 1665, was diaken te Amsterdam en regent van de Oudezijds-Kapel (1686). Hij liet een huis bouwen genaamd "Vlissingen" op de Oostzijde van de Heerengracht, waarvan hij den eersten steen legde 25 Mei 16.... Den 18 Maart werd hij op verzoek van zijn neven Jan de Marez Abrahamszoon en Daniel Mits bestuurder van de Brabantsche beurs, waarschijnlijk dezelfde instelling als de studiebeurs genaamd het Fransch College, door zijn oom Abraham gesticht (Zie boven letter B.5.) Er bestaat van zijne hand een journaal, waarin hij een tijdlang de gebeurtenissen in zijn familie en de daaraan aangehuwde geslachten heeft opgeteekend, doch dat weinig volledig is. Hij huwde 1e 25 April 1623 te Amsterdam, na aldaar te zijn aangeteekend 21 Maart (3) met Christina Segers (4) geboren omstreeks 1600, overleden 31 Januari 1626 te Amsterdam en aldaar in de Nieuwezijds-Kapel begraven. Zij was de dochter van Jasper Segers regent van het Huiszittenhuis te Amsterdam (1620-1640). Hij huwde 2e 8 Januari 1630 te Amsterdam, na aldaar te zijn aangeteekend 19 December (5), met Elisabeth de Schilder geboren 1609, overleden 22 September 1648, oud 38 en 3/4 jaar te Amsterdam en aldaar in de Nieuwe Kerk begraven in de galerij tegenover den preekstoel onder een zerk, waarin de wapens van De Marees en De Schilder waren uitgehouwen. Zij was de dochter van Pieter de Schilder bewindhebber van de Oost-Indische Compagnie ter kamer van Amsterdam, behoorende tot een aanzienlijk Brabantsch geslacht en van Elisabeth Cobbault (Arnoudsdochter ex Maria van Valkenburg, zuster van de vrouw van den raadpensionaris Cats.) Hij huwde 3e 22 Maart 1651 met Maria Bardouel Dirksdochter, wonende te Haarlem, geboren omstreeks 1602 (1), overleden 5 November 1656 te Amsterdam en aldaar in de Nieuwezijds-Kapel begraven. Uit het eerste huwelijk 1 dochter, uit het tweede zeven kinderen; het derde was kinderloos. Men vindt deze kinderen onder letter EA. 2. Janne geboren te Amsterdam 5 November 1597, overleden te Amsterdam 21 November 1629 en aldaar begraven in de Nieuwezijds-Kapel, gehuwd te Amsterdam 18 Januari 1618, na te zijn aangeteekend den 9 December daaraan voorafgaande (3) met Jan Selijns geboren 1592, regent van het Huiszitten-huis 1625 - 1666 te Amsterdam. Uit dit huwelijk kinderen, zie de Tweede Bijlage. 3. Daniel geboren te Amsterdam 1 Januari 1599, overleden te Leiden 27 October 1622 en begraven te Amsterdam in de Nieuwezijds-Kapel. Hij was candidaat in de theologie en deed in zijn studiejaren belangrijke reizen, gelijk blijkt uit zijn in marokijn gebonden Album Amicorum, dat voor eenige jaren in veiling kwam. Een dagbladverslag (4) aangaande een vergadering van het Kon. Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam, waarin dit album, met andere kostbare werken, door den heer Mensing voor de leden van het genootschap werd tentoongesteld, zegt hiervan het volgende: "etc." EA Uit het huwelijk van Jan de Mares Danielszoon met Christina Segers, sproot, zooals wij gezien hebben, één dochter en uit het tweede met Elisabeth de Schilder sproten zeven kinderen. Deze 8 kinderen waren: 1. Johanna geboren te Amsterdam 18 Juni 1625, gestorven 10 December 1625. 2. Johanna, geboren te Amsterdam 23 April 1632, overleden 1663, trouwde aldaar 13 December 1650 (aangeteekend 1 November) met Jacob Trigland den jonge, destijds predikant te Alkmaar, (1) later achtereenvolgens te Haarlem en te Amsterdam, geboren 1625, zoon van den bekenden Jacobus Trigland predikant te Amsterdam en later hoogleeraar te Leiden, den heftigen bestrijder der Remonstranten. Uit dit huwelijk kinderen, die men met de verdere nakomelingen vindt in de Tweede Bijlage. 3. Pieter geboren te Amsterdam 16 Juni 1634, overleed aldaar 25 April 1636 en werd in de Nieuwezijds- Kapel begraven. 4. Elisabeth geboren te Amsterdam 16 Juni 1636, trouwde 1e 8 Augustus 1654 aldaar (aangeteekend 10 Juli) met Johan de Bas, geboren aldaar omstreeks 1632, bierbrouwer in het Lam op den Singel, zoon van Lodewijk de Bas en Magdalena van Brugge. (2) Zij hertrouwde te Amsterdam Mei 1667 (aangeteekend 22 April) met Joan van Wallendaal Casparszoon, geboren omstreeks 1638. (3) Het tweede huwelijk bleef waarschijnlijk kinderloos, uit het eerste huwelijk kinderen, zie Tweede Bijlage 5. Susanna geboren te Amsterdam 6 December 1638, is aangeteekend 21 Maart 1663 met Abraham van Liebergen, (1) waarschijnlijk een zoon van Daniel van Liebergen bewindhebber der West Indische Compagnie (2) en van Hester Loten, regentesse van het Walenweeshuis (1651-53). Van Liebergen: gedeeld I. in zilver twee zwarte posthoorns naast elkander en een gouden molenijzer daaronder, 2. in rood twee hanen naast elkander en een lelie daarouder, alles van zilver. 6. Daniel geboren te Amsterdam 6 December 1638, werd commissaris der stad Hoorn. Hij was aldaar gehuwd in Februari 1674 (aangeteekend 27 Januari) met Margaretha Hoogwoudt, dochter van den Hoornschen burgemeester Hoogwoudt, welk huwelijk kinderloos bleef. (3) 7. Anna Maria geboren te Amsterdam 23 December 1643, trouwde aldaar in Mei 1662 (aangeteekend 4 Mei) met Jan Bas, geboren omstreeks 1634, koopman te Amsterdam. Hij woonde op de Nieuwezijds-Voorburgwal tusschen de Molsteeg en St. Nicolaassteeg. Zijn ouders waren Nicolaas Bas (zoon van den schepen Pieter en M. Overlander) en Immetje Vink. Het huwelijkscontract tusschen Jan Bas en Anna Maria de Mares dateert van 20 April 1662, als zijn getuigen treden daarin op Jan Deyman schoonbroeder en Cornelis de Graeff van Zuid-Polsbroek burgemeester en raad, neef. (1) Haar getuigen waren Ds. Jacobus Triglandus en Sr. Jan de Bas schoonbroeders, mitsgaders de Raadsheer Pieter de Schilder haar oom maternel en Dionys de Laat haar voogd. Zij hertrouwde in Juni 1655 met Daniel van Liebergen, broeder van haar zwager Abraham van Liebergen. Uit dit huwelijk kinderen, zie Tweede Bijlage. Het eerste huwelijk bleef kinderloos, doch over het geslacht Bas zullen evenwel eenige aanteekeningen in de Tweede Bijlage worden opgenomen. 8. Petronella geboren te Amsterdam 25 Januari 1646, begraven te Amsterdam 11 April 1693, wonende op den Groenburgwal, als weduwe van François van der Voort, François’ zoon, met wien zij 6 April 1686 te Amsterdam was aangeteekend. ----------------------- De Wapenheraut 1900 p.241- Aanvullingen en Verbeteringen OP HET GESLACHT DE MAREZ DOOR MR. H. J. KOENEN. -------------- WAPENBESCHRIJVING. Men vergelijke de Eerste Bijlage no. IV, waar de verschillende afwijkingen en varianten beschreven zijn, en omtrent de oorsprong van het wapen no. 1 van diezelfde Bijlage. INLEIDING. BLZ. 15. noot: Vindigius, lees : Vindigies. OVERZICHT. VII. noot: Willincourt, lees Wallincourt. IX. Jan Prevoost van Valenciennes, lees: Jan, prevoost van Valenciennes. GENEALOGIE. A. (aan het slot) fiel, lees: fief. B. 5. Abraham de Marez was zooals wij zagen "koopman in passement". Met dezen naam werden in de 17e eeuw ook diegenen aangeduid, die handelden in zijde, destijds een van de voornaamste artikelen, die uit Frankrijk hier werden ingevoerd. Zoo wordt ook de stamvader der uitgeweken familie De Neufville te Frankfort passementier genoemd, terwijl hij groothandelaar in zijde was. B. 6. noot toe te voegen: Janneke de Hurter had een zuster, overleden 5 November 1648, die met Gregorius Suyns gehuwd was. B. 8. Als datum van overlijden van Jan de la Court leze men 21 Februari 1655. B. 11. Adriaan van der Goes overleed niet in 1549 maar in 1649, C. Achter de laatste zinsnede een noot aan te hechten luidende als volgt: Tot de kinderen van Jacques Desmares en Antoinette Suceur kan niet behoord hebben Jenne Desmares, gehuwd met Thomas Coquyt, want dan zou zij ook tot zijne erfgenamen moeten behoord hebben. Toch schijnt zij tot dezelfde familie behoord te hebben, althans met de leden der door ons behandelde familie in relatie gestaan te hebben, daar zij dikwijls als doopgetuige optrad bij den doop hunner kinderen. Thomas Coquetu (een andere spelling voor Coquyt), woolcomble? uit Artois, behoorde tot degenen, die in 1568 (16 Mei) reeds sinds 10 maanden te Norwich woonden met zijn vrouw en moeder. Daarentegen schijnt wel tot de kinderen van Jacques Desmares behoord te hebben een andere Jacques, wiens weduwe Antoinette Fasilu 23 December 1599 vermeld wordt als doopgetuige van Marie Desmares CC. I. Den 12 Mei 1600 werd te Norwich gedoopt Nicolas fils de Jaque de Mare. Zooals het meer ging bij deze uitgewekenen, die niet altijd in de gelegenheid waren hun kinderen dadelijk te laten doopen, zal dit kind destijds reeds eenige jaren oud geweest zijn, indien ten minste de reeds vóór 1599 overleden Jacques de vader was. Het kind zal wel vóór 1604 gestorven zijn anders ware het voorgekomen onder de erfgenamen zijns grootvaders. C. 1. noot. De eerste zin aan te vullen als volgt : Behalve de bedoelde familie Du Rieu is sedert de herroeping van het Edict van Nantes nog een ander geslacht van dien naam uit Languedoc, oorspronkelijk uit Bretagne, in Nederland gevestigd, voerende in blauw 10 gouden besanten (3, 3, 3 en 1) en een rood schildhoofd beladen met een gouden ster tusschen 2 zilveren rozen. (Zie: Maandbl. Ned. Leeuw, 1896, blz. 97-103.) In de tweede zin van bedoelde noot tusschen te voegen dat de vrouw van Samuel du Rieu te Norwich genaamd was Judicq des Barbieux. CA. 2. Jehan Desmares is wellicht gedoopt 23 September 1595 (de akte gedeeltelijk onleesbaar). CA. 4 . In 1648 werd een kind van Anna Desmares gedoopt in de kerk van Threadneedlestreet, de vader wordt daar niet Brionne maar Brienne genoemd, getuige was o.a. Mary de Mares. CA. 6. Als vader van Christienne Dambryn (of d’Ambrinne) wordt vermeld Jean d'Ambrain. CA. 10. Maria Desmares werd 1648 vermeld als "veuve de Pierre Damerinn (Dambryn). cc. 4. Jacques is niet gedoopt in 1683 maar in 1603. CE. De vrouw van Jean Desmares heette Marie Lescaillet en was gedoopt 5 Juni 1603 als dochter van Jacques en Elisabeth N. N. TAK VAN NICOLAAS. D. Engetje Jacobs, lees: Engeltje Jacobs. D. 15. Janneke Casteleyn was een dochter van Pieter Casteleyn en Abigaël Mascelot (niet Wascelot). DA. Het huwelijkscontract van Johan de Marees te Groningen en Hester Muller dateert van 3 Februari 1648. DB. 2 . Het huwelijk van Martinus de Marees en Aaltje de Beaudoux werdiet voltrokken in 1658 maar in 1653. DE. Uit het huwelijk van Martinus (niet Nicolaas) de Marees Nicolaas’ zoon en Aaltje de Beaudoux zijn ons thans niet drie maar vijf kinderen bekend, waarvan het oudste te Amsterdam geboren is in 1655, de beide volgende te Alfen ald Rijn in de jaren 1663 en 1664, de twee jongsten wederom te Amsterdam in 1665 en 1666. Waarschijnlijk zijn er echter tusschen 1655 en 1663 nog kinderen geboren in een ons tot dusver nog onbekende tijdelijke woonplaats der ouders, waartoe dan behoord zal hebben de Abbekerksche predikant Nicolaas de Marees. Wij laten hem hier derhalve met de vijf anderen volgen : 1. Eva, gedoopt te Amsterdam 1 September 1655. 2. Waarschijnlijk Nicolaas, geboren te .....? kwam in 1685 als proponent te Abbekerk en Lambertshagen (cl. van Hoorn) en overleed aldaar 18 April 1721. Ds. Nicolaas de Marees, predikant te Abbekerk is 6 Juni 1710 te Amsterdam aangeteekend met Maria Paats. Of uit dit huwelijk kinderen geboren zijn is ons onbekend, 3. Johan, gedoopt te Àlfen a/d Rijn 22 Februari 1663, peten: Hr. Johannes Nieuwenhuysen en Margriet van Assendelf, wed. van de Hr. Johan van Marcke. 4. Henricus, gedoopt te Alfen a/d Rijn 17 Februari 1664 ("omtrent desen tijds" voegt het doopboek er bij), peet Anna de Mareez, huysvrouwe van H. Johannes van Nieuwenhuysen. 5. Eva, gedoopt te Amsterdam 12 Mei 1665. 6. Hester, gedoopt te Amsterdam 9 Mei 1666. Daar ons noch omtrent den verderen levensloop van Johan en Henricus de Marees, noch omtrent de mogelijke kinderen van Ds. Nicolaas de Marees iets bekend is, bestaat de mogelijkheid, dat deze tak van het geslacht De Marez niet, of althans niet zoo spoedig, is uitgestorven. TAK VAN DANIEL. E. 1. Jan de Marees was diaken te Amsterdam in 1629 en ouderling in 1645. E. 1. Alinea 4 aan het slot leze men: "Elisabeth Cobbault (Arnoud’s dochter ex Maria van Valkenburg, die een zuster was van de vrouw van den raadspensionaris Cats)". De gebezigde redactie was eenigzins dubbelzinnig. EA. 7. Het huwelijkscontract van Jan Bas en Anna Maria de Mares 20 April 1662 is verleden voor notaris Cornelis Hoogeboom. Zij hertrouwde niet in 1655 maar in 1665 met Daniel van Liebergen. TAK VAN ABRAHAM. F. 2. Pieter de Barry overleed 18 Maart 1654, de onderstelling dat zijn vrouw in 1637 te Londen zou zijn hertrouwd vervalt derhalve. Men schrappe de daarop betrekking hebbende zinsnede. F. 3. De moeder van Rebecca Hooghcamer heette Ida Cort Hendriksdochter. F. 9. Anna de Marez wed. P. de Benoit overleed 29 Juni 1668. Zij woonde in de Warmoesstraat tusschen de St. Annastraat en de Kerksteeg in het huis genaamd "Het Duyfken". F. 10. Simon Goulart, met wien de tweede vrouw van Frans Hermanszoon van Bergen hertrouwd is, kan wellicht dezelfde persoon zijn als de wegens Socianerij naar Holstein uitgeweken predikant Simon Goulart, wiens zoon Johan Goulart in 1662 raadsheer te Frederikstad in Holstein was, tegelijk dat daar het burgemeestersambt bekleed werd door Hendrik de Haan, zoon van den bekenden in 1621 om dezelfde reden uitgeweken Haarlemschen pensionaris De Haan (stamvader der familie Bierens de Haan). Men zie over deze uitgeweken Socinianen het Doopsgezinde Weekblad "de Zondagsbode" 28 Augustus 1898 met verwijzing naar een Almanak van 1859 en Prof. Fruins Bijdragen. F. 11. Elisabeth de Marez werd begraven 25 September 1653 in de Oude Kerk te Amsterdam. Haar echtgenoot Tielman van Beringen overleed te Amsterdam ten huize van zijn schoonzoon Cornelis van Heemskerck. Hij werd 9 April 1660 begraven in zijn eigen graf in de Oude Kerk bij zijn huisvrouw. FA. De volgorde van de 6 jongste kinderen van Jan de Marez en Clara Baron moet aldus gewijzigd worden (de 6 ouderen zijn goed genummerd). 7. Sara. (thans 10); 8. Jan (thans 11). 9. Elisabeth (thans 7). 10. Catharina (thans 8). 11. Alexander (thans 9). 12. Samuel. FA. 12. Samuel de Marez, heer van Maersbergen werd niet gedoopt 16 Mei 1692, maar 16 Mei 1632. Zijn weduwe testeerde 6 October 1694 te Utrecht voor notaris Van Hees en andermaal 10 Mei 1704. Haar boedel is gescheiden 13 April 1717 voor notaris Vosch van Avezaath. FB. 2. Catharina de Marez, de vrouw van Pieter de Marez, werd begraven 16 Maart 1671, wonende op de Heerengracht. Haar huwelijk werd voltrokken 26 Januari 1644 (volgens het journal- Bailli). FB, 9. Ida de Marez huwde niet 12 Maart 1642, maar 13 Maart 1652 met Isaac de Hochepied, hij was koopman en bewindhebber der W.I.C. te Amsterdam. La femme d’Isaac de Hochepied werd begraven te Haarlem 29 September 1679. FB. 10. Mattheus Amya werd niet gedoopt te Aken, maar te Stolberg. FD. 4. Louis de Marez werd gedoopt in den Dom te Utrecht 27 Juli 1683, getuigen: Marg. de Geer huisvrouw van Louis Trip en Cath. de Marez huisvrouw van Govert Boogaert moeie. FD. 6. Willem van Sonsbeeck, de tweede man van Elisabeth van Loon kan niet gestorven zijn 2 Januari 1752, want hij was reeds in 1742 overleden. De vrouw van Isaac van Eys was een dochter, geen kleindochter van hem. (Zie noot.) Het portret van Elisabeth van Loon moet in het bezit zijn van baron Calkoen te ‘s-Gravenhage. FD. 9. (lees 10.) Anna Maria de Marez werd eerst met Geresteyn beleend in 1711 na den dood van haar echtgenoot Steven van Lynden, die dus niet "door zijn vrouw" heer van Geresteyn was. (men schrappe de desbetreffende woorden.) FE. 1. Joan de Marez was gedoopt te Amsterdam 5 Juli 1648. In de wapenbeschrijving leze men Barterinck voor Bartelinck. M. de Marez geboren Barterinck was diaconesse te Amsterdam 1701 en 1705. FE. 3. Sara de Marez werd gedoopt te Amsterdam 19 October 1649. Haar man Rochus van de Capelle is geen commissaris van Amsterdam geweest. FE. 6. Het huwelijk van Clara de Marez met Joan Nuyts werd voltrokken 3 October 1673. FG. Mr. Louis Trip de Marez overleed niet in 1737, maar in 1773, bij zijn doop in den Dom te Utrecht 28 September 1710 waren getuigen Margaretha Trip en Willem van der Muelen, oom. Alinea 3: hij heeft niet het grootste deel, maar een groot deel van zijn leven op Hagestein gewoond. In zijne kwartieropgaven leze men in plaats van De Neiller: De Neille. FH. 1. Pieter de Marez was heemraad van de Beemster. In zijne kwartieropgaven leze men Wymer voor Wijmer en verandere de bovenste N.N. in Pelleryn. FH. 1. A.J. Elsevier was geboren te Sprang 24 Juni 1702, hij werd predikant te ‘s-Graveland in 1726, te Amsterdam in 1746, hij overleed 16 Juli 1756. FH. 3. Jan Gerard de Marez was niet heemraad van de Beemster, maar kerkmeester aldaar. Zij weduwe is niet begraven, maar overleden op 8 Juni 1792. FL. 4. Jan Gerard de Marez is niet 6 Mei 1737 maar 16 Januari 1737 gedoopt. FN. 2. noot. Voor Oyens geb. Waller leze men Waller geb. Oyens. FO. I. Voor Ursula Christina Metzler leze men: Ursula Christine Magdalena Metzler. FO. 4. Mr. G.H. de Marez Oyens overleed 19 Maart 1883 (niet 1803), zijn weduwe overleed te Amsterdam 30 Juni 1898. FP. 1. Voor Reinhard Laurens Mirandolle leze men: Reinhardt Nicolaas Laurens M. Hij is president van de Bijbank der Ned. Bank te Rotterdam en ridder in de orde van den Ned. Leeuw. FP. 2. Eugien, lees: Eugeen. FP. 3. Cornelia van de Poll, lees: Maria Cornelia van de Poll. FP. 4 . Mr.J.C. de Marez Oyens is administrateur bij het departement van Waterstaat. FP. 6. A.D. de Marez Oyens en M.S. H. van Eeghen zijn gehuwd niet in 1891, maar in 1871. FQ. Van Weckherlin, lees: von Weckherlin. EERSTE BIJLAGE TWEEDE BIJLAGE etc. De Wapenheraut 1899 p. 5-16 HET GESLACHT DE MAREZ DOOR MR. H. J. KOENEN. (Vervolg.) 34. De Hertoghe. Nakomelingen van Janneke de Hertoghe geboren De Marez. "1638 den 31 Maart is nicht van Bleyswijck huisvrouw van neef de Hertog tot Leiden overleden." "1652 den 17 Februari is Johan de Hartog de jonge te Gorcum overleden." "1656, den 29 Juni is neef Jan de Hertog van Osmael tot Leyde overleden out sijnde 88 jaren." Dit drietal aanteekeningen in het familiejournaal van Jan Danielszoon de Mares is het eenige, wat we in de familiepapieren omtrent de nakomelingen van Hendrik de Hertoghe en Janneke de Marez (Zie genealogie letter B. no. 7.) hebben kunnen vinden, doch zij zijn voldoende om ons den weg te wijzen. Het Algemeen Ned. Familieblad, destijds nog onder redactie van den Rotterdamschen archivaris Scheffer, bevat namelijk in zijn eersten jaargang (1883) No. 71 losse aanteekeningen over verschillende geslachten van den naam De Hertoghe en daar vinden wij ook de hier bedoelde personen vermeld: "Johan de Hertoghe van Orsmalen huwde te Delft 1609 met Margaretha van BleysWijck, dochter van Adriaan Fijck van Bleyswijck en van Claesgen van der Dussen, geboren te Delft. (1) Hunne kinderen waren: a. Johan de Hertoghe van Orsmalen, huwde Maria Borremans, zonder kinderen. (2) b. Maria de Hertoghe (in Kok’s Vaderl. Woordenboek wordt zij Magdalena genoemd) huwde Mr. Simon van Alphen, Burgemeester en Ontvanger te Leiden." Meer uitvoerig vindt men deze Magdalena de Hertoghe met haar man en kroost vermeld in den (1) Met behulp van de aanteekeningen van J. Dz. de Mares kunnen we dit dus aanvullen met den datum van haar overlijden "Leiden 31 Maart 1638,” en van haar man "Leiden 29 Juni 1656, terwijl hij omstreeks 1568 moet geboren zijn. (2) Dit is dus blijkbaar de op 17 Februari 1652 te Gorcum overleden Jan de Hertoghe de jonge. zelfden jaargang van het Familieblad No. 124, waar de genealogie van het geslacht Van Alphen behandeld wordt. "Symon van Alphen (1) geboren te Leiden, Commies ten Comptoire van den Gemeene-Lantsmiddelen over Leyden en Rijnlandt, Veertig Raad der Stad Leiden, huwde eerst te Leiden met Susanna van Ceulen,dochter van Elias van Ceulen, waarbij een zoon Daniel van Alphen. (2) Hij huwde vervolgens te Leiden 21 Februari 1645 met Magdalena (3) de Hertoghe van Orsmale (4) dochter van Johan de Hertoghe van Orsmale en van Margaretha Adriaansdr. van Bleyswijck, waarbij de navolgende kinderen: Jan van Alphen, later te vermelden; Simon van Alphen die zeer jong stierf, Simon van Alphen gedoopt te Leiden in 1650, overleden te Delft 15 April 1730 oud 80 jaar, Dirk van Alphen, geboren te Leiden, kapitein der schutterij aldaar, schout van Stompwijk, Wildeveenen, Tedingerbroek en Leidschendam, overleden te Leiden ongehuwd 12 November 1701." De zooevengenoemde oudste zoon Jan van Alphen, geboren te Leiden, kapitein der schutterij aldaar, overleden te Leiden in 1680, was gehuwd met Anna Swanevelt, weduwe van Mr. Cornelis van der Meer. Uit dit huwelijk worden geen kinderen vermeld, zoodat de nakomelingen van Jan de Hertoghe reeds in de tweede generatie geheel schijnen te zijn uitgestorven. Of Hendrik de Hertoghe en Janneke de Marez nog andere kinderen gehad hebben dan den genoemden Jan de Hertoghe, die met Margaretha van Bleyswijck huwde, hebben we niet met zekerheid kunnen ontdekken. Wellicht behoorden daartoe Hans de Hertoghe, geboren te Antwerpen 24 December 1580, gestorven 1638, gehuwd met Sara Amsinck, geboren 2 Januari 1582, gestorven 2 Januari 1647, dochter van Rudolph Amsinck te Hamburg en Adelheid van de Rouse, alsmede Isabeau (Elisabeth) de Hertoghe, geboren te Antwerpen 4 Februari (1) Hij was de zoon van Daniel van Alphen, burgemeester van Leiden, en van Maritje van Hoogeveen, dochter van Dirk Gerritsz. v. H. en van Neeltje Pietersdr. de Bye. (2) Deze was evenals zijn vader en grootvader burgemeester van Leiden: hij had uit zijn huwelijk met Geertruid Trigland geen kinderen gehad. (3) Hier heet zij dus weer Magdalena en niet Maria. Met de bovengeciteerde verwijzing naar Koks Vaderl. Woordenboek zal de heer Scheffer de genealogie Van Alphen bedoeld hebben, die bij Kok zeer uitvoerig behandeld is. (4) Bij die gelegenheid werd een Bruyloftsgedicht gedrukt tot Leyden bij Willem Christianus van den Boer 1645 in 4o, 8 blz.. waarvan een exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek te ‘s-Gravenhage te vinden is. 1583, gestorven te Hamburg 17 Februari 1662 als vrouw van Rudolf Amsinck, (broeder van Sara), senator enz. te Hamburg, meermalen gezant van die stad. o.a. naar de Staten-Generaal te ‘s-Gravenhage. Zie Meyer en Tesdorf, Hamburgische Wappen und Genealogien. Hamburg. 1890, blz. 3. Nabestaanden. Uit van verschillende kanten afkomstige opgaven, blijkt dus voldoende, dat het geslacht dezer De Hertoghe’s zich ook wel placht te noemen de Hertoghe van Orsmael. Het is derhalve niet twijfelachtig dat er nauwe familierelatie moet bestaan hebben tusschen Hendrik de Hertoghe, den man van Janneke de Marez en den in hetzelfde nummer van het Familieblad (no. 71) vermelden "Jonkheer Willem de Hertoghe, Heer van Orsmael, huwde 1o. N. N., huwde 2o. te Delft 22 October 1588, wonende in het Hoge Huys tot Megams (?) Jonkvrouw Johanna de Voss, jonge dochter van Breda, wonende in de Koeistraat, ten huize van Maria Jacobs." Wanneer we nu weten dat Le Carpentier, in het overzicht dat hij in zijn Histoire de Cambray van het geslacht De Hertoghe geeft, aan Willem heer van Orsmael, die met Jeanne de Vos gehuwd was, drie broeders toekent, waarvan de oudste Henry heette, dan mogen we gerust aannemen, dat dit onze Hendrik is, de man van Janneke de Marez. Hij moet dan de zoon geweest zijn van Jean de Hertoghe ook wel Back genaamd, en van Anna Montens, wier vader superintendant van financiën was bij Hendrik van Nassau-Breda. De zooevengenoemde Willem de Hertoghe heer van Orsmael (zijn eerste vrouw die in het Familieblad als N.N. wordt aangeduid was volgens Le Carpentier, Anna, dochter van Jan Wijts, watergraaf van Vlaanderen, en zijn derde vrouw was Catharina van Roon, dochter van Gerard, baljuw van Putten) is de vader geweest van Jan de Hertoghe, Heer van Valckenburg, enz., die in 1608 te ‘s-Gravenhage huwde met Josine de Bye, dochter van George de Bye, heer van Albrantswaard, thesaurier-generaal van de Unie, welk huwelijk we vermeld vinden in het maandblad de Ned. Leeuw 1885 blz. 87: "Joncker Johan de Hertoge van Orsmael te Breda j. m. met Jonckfr. Josyna de Bye alhier gehuwd 25 November 1608 in de Groote Kerk." Deze Jan de Hertoghe, kwartiermeester-generaal in dienst dezer landen, heeft zich in onze geschiedenis een minder gunstige vermaardheid verworven, doordien hij gouverneur van het prinsdom Oranje voor Frederik Hendrik zijnde, dit overleverde aan Richelieu. Afkomst. De heerlijkheid Osmael of Orsmaal niet ver van Tillemont was omstreeks 1477 door Jan de Hertoghe jongeren zoon van Jacob de Hertoghe bijgenaamd Back (1), gekocht van Jan d’Argenteau, een Luiksch edelman, wien ze zal zijn aangebracht door zijn vrouw Cathérine Villain. In een geschiedkundige studie over het geslacht d’Argenteau, opgenomen in het Bulletin de 1’Institut Archéologique Liégois, tome XXIV, 2e Livraison, page 188 vinden we: "Des lettres patentes de Maximilien et Marie du 22 Octobre 1477 investissent Jean de Hertoghe des seigneuries de Stein, d’Orsmael et d’autres fiefs qu’il avait acheté à Catherine Villain et à son époux Jean d’Argenteau Chevalier." Deze Jan de Hertoghe, die destijds vermoedelijk reeds niet jong meer was, en volgens Le Carpentier dan ook in 1489 overleed, zal de overgrootvader zijn geweest van Hendrik de Hertoghe gehuwd met Janneke de Marez. Hij was namelijk de vader van Jacob, heer van Orsmael, overleden 1541, gehuwd met Clara Catharina de Vijts, die twee zoons had: de jongste was Michiel de Hertoghe, "dont les descendans prirent alliance avec les Maisons de Croy, de Wilde, de Gruytere-Dirxlandt, de Baldewick, de Bomberghe, de van Rijckele, de Mustart, de Pieters et autres domiciliez à Anvers, Bruxelles et Louvain." (Le Carpentier blz. 1040), terwijl de oudste Jan de Hertoghe gezegd Back, gehuwd met Anna Montens, zooals we boven zeiden, de vader was van Willem heer van Orsmael, gehuwd met Jeanne de Vos en vermoedelijk ook van Hendrik gehuwd met Janneken de Marez. Hoe was nu de familierelatie tusschen deze De Hertoghe’s gezegd Back en Lucia Back, die woonde "op een omwatert huys ofte slot tot Weelde int Lant van Turnhout kort bij de Kercke aldaar" en die huwde met Christiaan Jan Back of Bacx, behoorende naar het schijnt tot een anderen stam, "gesproten ende gecomen sijnde uten verdroncken werden tusschen Dordrecht, Geertruydenberg, Strijen etc.", uit welk huwelijk Geertrui Back gehuwd met Cornelis Huygens (2) den grootvader van den beroemden Constantijn. Daar diens wapen bij zijn verheffing in den (1) Diens vader moet omgekeerd Back gezegd de Hertoghe geheeten hebben. Tot op hem schijnt de naam enkel Back geweest te zijn, naar de heerlijkheid Back of Backel. Zie Le Carpentier blz. 1039, volgens wien dit geslacht uit het huis Berthout zou gesproten zijn. (2) Vergelijk Haagsch Jaarboekje 1897: "Iets over het geslacht Huygens” door M. G. Wildeman. adelstand geécarteleerd werd met dat van Back gezegd de Hertoghe, mag men aannemen, dat zijn grootmoeder, of wat waarschijnlijker is zijn overgrootmoeder, tot het hier behandeld geslacht behoorde. 35. De Hochepied. Nakomelingen van Ida de Marez en Isaac de Hochepied. Uit het huwelijk van Ida de Marez (zie genealogie letter FB. no. 9) en Isaac de Hochepied, dat niet 12 Maart 1642, maar 12 Maart 1652 werd voltrokken, zijn ons twee kinderen bekend: (1) Lucretia, gedoopt te Amsterdam 15 September 1658, die de vrouw werd van Andries van Hees (2), en Ida, die overleed in 1741 na viermaal gehuwd te zijn geweest: 1o. met David de Spontijn (of Dispontijn), 2o. met Herman Boeshoff, 3o. met Adriaan Verdonck en 4o. 28 October 1698 met Wouter Valckenier, geboren 28 Juni 1659, overleden 8 Januari 1710, Raad van Justitie in Indië, later bewindhebber der O.I.C. te Amsterdam, weduwnaar van Cornelia Caulier, zoon van Jacob en van Hillegonda Hasselaar. Uit dit 4e. huwelijk een dochter Ida Hillegonda Valckenier, geboren 11 April 1704 eerst kinderloos gehuwd 18 November 1722 met Jacob Valckenier, overleden 8 Januari 1724, daarna 10 November 1727 met Johan Visscher, predikant te Amsterdam. Zij overleed 16 Mei 1747 en had kinderen. Afkomst en Nabestaanden van Isaac de Hochepied. Isaac de Hochepied was een zoon van Isaac den oude en van Lucretia le Brun, welk echtpaar omstreeks 1633 te Amsterdam moet gekomen zijn, daar zij in dit jaar een dochter te Amsterdam lieten doopen, terwijl de doop van hun oudere kinderen elders schijnt te hebben plaats gehad. Zij hadden de volgende kinderen: 1. Constance, gehuwd 14 Februari 1645 te Amsterdam met Reinier Soreau. 2. Cornelis, predikant te Sluis, later te Kampen, overleden 16 Juli 1657, gehuwd 29 October 1653 met Catharina van den Bempden, geboren 13 Mei 1614, overleden 20 October 1670, dochter van Joost en Catharina de Windel. Over hun dochter Catharina gehuwd met burgemeester Nicolaas Witsen, zie den catalogus van het Haarl. gem. museum no. 124. (1) Zij hadden nog kinderen die jong stierven: zoo werd 1 Februari 1665 in de Westerkerk begraven een kind van Isaac H. op de Heerengracht. (2) Of hij tot het boven behandeld geslacht Van Hees uit Wezel in eenige relatie stond is ons onbekend. Wij meenen echter dat hij behoord heeft tot een familie Van Hees, die een geheel ander wapen voerde. 3. Hester gehuwd te Amsterdam 3 Mei 1650 met Johannes Valckenier, professor in de theologie te Leiden, geboren te Keulen 12 November 1617, overleden te Leiden 8 December 1670. 4. Isaac, de man van Ida de Marez. 5. Abraham gehuwd 2 December 1659 met Maria van der Voort, uit welk huwelijk 21 October 1661 aldaar een zoon Abraham gedoopt is. Zou deze wellicht dezelfde Abraham zijn uit wiens huwelijk met Tanneke Dondt in 1689 en volgende jaren te ‘s-Gravenhage kinderen gedoopt werden? 6. Maria, gedoopt te Amsterdam 25 November 1633, gehuwd 25Januari1661met Eduard van der Voort. 7. Catharina, gedoopt te Amsterdam 1 Februari 1635, begraven in de Zuiderkerk 2 Mei 1668. Het geslacht De Hochepied was een adellijk Kamerijksch geslacht, de vader van Isaac senior was Nicolas de Hochepied, seigneur de Grandons, die te Keulen, waarheen hij om het geloof zal zijn uitgeweken, de waardigheid bekleedde van agent van den landgraaf van Hessen. Uit diens in 1575 te Antwerpen voltrokken huwelijk met Jaqueline de l’Espine moeten de volgende kinderen geboren zijn: @@@ 1. Jean de Hochepied werd geboren te Antwerpen, want bij zijn huwelijk te Leiden 9 Februari 1616 wordt vermeld, dat hij ((van Antwerpen)) was. Zijn vrouw was Em i 1 ia van der M u e 1 e n, geboren te Leiden 28 September 1592, dochter van Daniël, (een broeder van Andries in het artikel v. d. Muelen te vermelden) ridder, heer van Ansegem, in 1587 ambassadeur van de Vereenigde Provinciën bij verschillende Duitsche hoven en van Ester de 1 a F ai11 e . J e a n d e H o c h e p i e d woonde bij zijn huwelijk te Amsterdam, vermoedelijk is hij dezelfde persoon als Jan Hooge Pier, die volgens het kohier van den 200Sten penning in 1631 op de 0. 2. Achterburgwal woonde en voor f 200 werd aangeslagen. In 1639 verplaatste hij zich naar Haarlem, waar hij I I Januari 1648 begraven werd. Hij heeft 12 kinderen gehad. Zie letter A . 2. N i c o 1 a a s, jong gestorven. 3. D a v i d, van wien we niets gevonden hebben. 4. A b r a h a m wellicht dezelfde, uit wiens huw e l i j k m e t P i e t e r t j e J a n s 16 O c t o b e r 1629 in de Nieuwe Kerk te Amsterdam een dochter C at a 1 ij n gedoopt werd. 5. M a r i a , gehuwd te Hanau 5 April 1612 m e t J a c o b d e H a u s s y . 6. D a n i e 1, geboren 1596, gehuwd Ig (of 26) M e i 1 6 2 6 m e t C a t h a r i n a v a n d e r Merct, dochter van Jan (moeder de la Faille) en van Elisabeth van Breusegem. Daniel komt voor op het kohier van 1631 als Daniel Hogepiet, wonende op den Kloveniersburgwal, aangeslagen voor f IOO. Zijn kinderen volgen onder letter B. ;: Ni c o 1 aas, ons verder niet bekend. Susanna, waarschijnlijk dezelfde die z Maart 1655 in de Zuiderkerk begraven werd. 9. C a t h a r i n a , aangeteekend te Amsterdam in 1659 met Nicolaas van der Merct, geboren zg Februari 1627 Nicolaaszoon ex Elisabeth Lampsins. Zie A. N. Familieblad 11, blz. gg. A. De kinderen van J e an de H o c he p i e d den oudsten broeder van Isaac senior, verwanten derhalve in den 4’” graad van den man van Ida de Marez, waren: 1. D a n i e 1, gedoopt te Amsterdam g Juni 1617 en gehuwd aldaar 5 Januari 1644 met C a t h a r i n a B e c k, is te Haarlem, waar hij schepen en raad was, in de Groote Kerk begraven onder een fraaien zerk met een groot wapen, door twee leeuwen als schildhouders vastgehouden, en de gezamenlijke I 6 kwartieren van hem en zijn vrouw. Zij hadden twee dochters E m i 1 i a, gedoopt te Amsterdam 20 October I644., aangeteekend te Middelburg 22 October 1667 met Herman Crommelin, laterteHaarlem Ig September 1688 gehuwd met G o d f r i e d Kestenau, en Catharina; gedoopt teAmsterdam Ig September 1647, aangeteekend te Haarlem I November 1668 met Eg b er tu s de Leeuw. 2. E s t e r, gedoopt te Amsterdam 14 October 1618, begraven te Haarlem Iz Mei 1646 als echtgenoote van C h r i s t i a a n 1 e B r u n. 3. J e a n, gedoopt te Amsterdam 12 April 1620 begraven aldaar 15 Juni 1656 in de Zuiderkerk. 4. Nicolas , gedoopt te Amsterdam 2 Januari 1622. 5. Isaac André gedoopt te Amsterdam 2 Februari I 624. 6. C é s a r, gedoopt te Amsterdam 6 Juni 1625. 7, E m i 1 i a, gedoopt te Amsterdam 15 September 1627. 8. J a c q u e s, gedoopt te Amsterdam 13 Februari 1630. 9. 1 s a a c, gedoopt te Amsterdam 30 November 1631. 10. J a c o b, gedoopt te Amsterdam 30 November 1631. 11. E s t i e n n e . 12. L u c r e t i a gedoopt te Haarlem 22 Maart 1634, is gehuwd (1) met Samuel van Diest, geboren I 638, theologisch professor te Deventer, zoon van Prof. Hendrik en van Geertrui van Lennep. Hij hertrouwde met Hendrina Behringers (van Beringen ?) (1) Wellicht was zij in eerste huwelijk (1659) getrouwd met Isaac Brayne. (Zie dat artikel.) 8 - B. De kinderen van D aniel de Hoc hepied en Catharina van der Merct(eveneens verwanten in den qe” graad van Isaac gehuwd met Ida de Marez) waren: 1. E l i s a b e t h, gedoopt te Amsterdam 2 Mei 1627, huwde in 1659 met Dan iel de la Bist r a t e en daarna Ig November 1674 te Amsterdam met P i e t e r d e H u y 1, e r t, heer van Burcht en Crayenstein, raadspensionaris, lid van den Raad van State en geboren te Middelburg I Augustus 1622 weduwnaar van van A. E. van Panhuys. 2. D a n i ë l , gedoopt 6 Februari 1630 te Amsterdam, overleden aldaar in 1704, schepen en raad, huwde er 2 December 1664 met S u s a n n a v a n d e C a p e 11 e, zuster van Rochus, den man van Sara de Marez. (Zie boven het artikel V a n d e C ap e 11 e.) Zij lieten te Amsterdam doopen : 17 Januari 1672 Rochus, 18 September 1676 D ani ël, 13 September 1678 Elisabeth, 4 Maart ,1685 D a n i ë l J a c o b . Van deze kinderen schijnt alleen E 1 i s a b e t h in het huwelijk te zijn getreden, namelijk met Mr. J o h a n v a n Schuy- 1 e n b u r c h, raad en burgemeester van Haarlem, Hoogheemraad van Rijnland, Raad en Secretaris van den Prins van Oranje. (1) 3. N i c o l a a s , gedoopt 3 Maart 1632 te Am- Amsterdam. 4, Susanna, gedoopt 24 Juni 1633 te Amsterdam. 5. Jean Baptiste, gedoopt 26 JuliI634te Amsterdam, overleden 1709, trouwde aldaar 2 I December 1655 met Geertrui Spiegel endaarnate Middelburg 2 I Juli 1666 m e t C o n s t a n t i a Boudaen C o u r t e n . Hij liet te Amsterdam doopen: 3 Juli 1661 Jan Baptiste (het kanookzijndat dit tweelingen waren, waarvan de een Jan en de andere Baptiste heette) ; I 4 April I 667 C o n s t a ntia; 31 Maart 1669 Jean Baptiste. (2) Voorts had hij een dochter Ca t h ari n a, die in 1676 met haar neef E 1 b e r t S 1 i c h e r huwde en P e t r onella gehuwd in 1681 met Van der Wielen, van welke beide dochters wij den doopdatum niet gevonden hebben, benevens een zoon Daniël J e a n, die in 1657 geboren moet zijn, consul te Smyrna, bekend diplomaat, in 1704 tot baron van het H. R. Rijk verheven. Over heÌn en zijn nageslacht de baronnen en graven de Hochepied, zie J. B. Rietstap, Wapenboek van den Ned. Adel 1, blz. I 80. 6. C a t h a r i n a, gedoopt 23 Februari 1633 te Amsterdam, overleden aldaar I 703. (1) A. N. Familieblad 11, blz. gg, kolom 2, vermeldt van het echtpaar Hochepied-van Capelle 2 kinderen : Nicolaas in 1670 vijf jaar en Catharina Elisabeth in 1670 twee jaar oud. (a) Deze trouwde in 1703 met Agneta de Graeff. Zie de Genealogie van het geslacht De Graeff van Polsbroek door den heer Croockewit in het Maandblad Ned. Leeuw ISg8. - 9 36. Hondius. De vrouw van J a n d e M a r e e s (zie genealogie. letter DF. no. g) behoorde tot een familie, die vele geleerden en predikanten heeft opgeleverd en uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstig was. J o d o c u s d e H o n d t o f H o n d i u s u i t e e n bekend Vlaamsch geslacht (broeder van Dr. Johannes een vermaard geleerde te Gent) week om het geloof uit naar Londen. en vervolgens naar Amsterdam. (Zie Z. d. ,4a, Biogr. Woordenboek.) Uit zijn huwelijk m e t C o l e t t e v a n d e r K e e r e 13 kinderen, o. a. H e n d r i k, geboren te Amsierdam in 1596, overleden 16 Augustus 165 1 (zie Brandt, Historie der Reformatie 11, bl. 461 tot 4 7 1 ) g e h u w d m e t J a n n e k e V e r s p r e e t , g e b o - ren 23 Januari 1599 (wellicht een zuster van Antonius Verspreet, gehuwd met Cath. de Marez?) en L ud o v i c u s H o n d i u s, geboren te Amsterdam in x.598 predikant te Schagen gehuwd met C a t el i j n t j e B o n t . Diens oudste zoon J a c o b u s H o n d i u s, predikant , gehuwd met M aria Pup p i u s had o. a. e e n z o o n G e r h a r d u s P u p p i u s H o n d i u s , predikant te Amsterdam in 1692, gehuwd met G e e rt r u i S c h e n k , d a a r n a m e t F l o r e n t i a A l - t i u s. Deze was de vader van 2 dochters : M a r i a, die met haar neef J a c o bus H on diu s (Wilhelmenus’zoon ex Anna van der Voortj huwde, en J a c o b a A r n o 1 d a de vrouw \-an J a n d e 11 ar e e s . De verdere familie Hondius, hoofdzakelijk te Amersfoort gevestigd, stamt af van Johannes Hondius, een oom van Gerhardus Puppius Hondius, gelijk men kan zien in het artikel aan dit geslacht gewijd in Vorsterman van Oyen’s Stam- en Wapenboek. In dat artikel wordt echter geen melding gemaakt van een tak, die in het begin van de 18” eeuw te Amsterdam gevestigd was. De bovengenoemde Ludovicus Hondius had n.1. onder meer een zuster P e t r o n e 11 a H o n d i u s, geboren te Amsterdam I 3 Augustus 1602, begraven 11 Maart 1678 te Amsterdam, gehuwd in Augustus 1632 met J o h a n n e s van W i s s e 1 (I J, uit welk huwelijk behalve een zoon, die kinderloos overleed 2 December I 691, twee dochters geboren werden : Coletta van Wissel, overledenJanuari1678. na in 1673 gehuwd te zijn met P i e t e r A 11 a e r t, koopman te Amsterdam, geboren 5 Februari 1646, overleden 5 December 17 18, die hertrouwde met (1) Een gouden penning met de wapens van Van Wissel en Hondius, blijkens de inscriptie door Petronella Hondius aan haar zoon als Nieuwjaarsgeschenk vereerd, berust nog bij haar nageslacht de familie Van Halteren van Vrije-Nes en Sluipwijk. Anna van Straetsburg ( 1), en D i g n a v a n W i ss e 1 in 1652 gehuwd met J a n Commelin, overleden 1692, in 1672 door den Stadhouder tot raad van Amsterdam aangesteld. Dit echtpaar Commelin-van Wissel nu had een eenige dochter C o r n e 1 i a C o m m e 1 i n, die huwde met 1, u c a s H o n d i u s, heer van Oostwaard, wonende te Amsterdam, begraven 23 Februari 1704 en daarna met Jan Daams. Uit het eerste huwelijk 3 kinderen : a. J an H ondiu s, schijnt gehuwd geweest te zijn en een dochter L u c i a C o rn eli a H ondiu s te hebben nagelaten, die in October 1730 te Utrecht gehuwd is met P i e t e r A n t h o n y d e I’Espaul; b. P e t r o n e l l a C at h a r i n a H o n d i u s, ongehuwd gestorven December 1703 ; c. L u c i a C o r n e l i a H o n - d i u s, Lucasdochter trouwde in of voor 17 1 I met J a n D a a m s de jonge, zoon van haar stiefvader uit een vroege1 huwelijk ; d. D i g n a J a c o b a H o n d i u s ongehuwd gestorven, begraven 28 Augustus 1711. Hoe deze tak der familie Hondius, die zooals we gezien hebben, in de vrouwelijke lijn van een zuster van Ds. Ludovicus Hondius afstamde, dezen in de mannelijke lijn kan bestaan hebben, is ons onbekend. Wij meenden daarom eens de aandacht op dien Lucas Hondius van Oostwaard en zijn nakomelingen te moeten vestigen. 37. Van Liebergen De onderstelling in de genealogie (letter EA. no. 5 en 7) geopperd, dat A 1, r a h a m v a n L i eb e r g e n , gehuwd met Susanna de Mares, en Daniel v a n L i e b e r g e n , g e h u w d m e t Anna M aria de i\l are s, zoons waren van Daniel v a n L i e b e r g e n e n v a n E s t e r L o t e n is juist gebleken. D ani e 1 is gedoopt 28 Mei 1634 (2), Abraham 23 Mei 1638, (3) beiden te Amsterdam. Naar het schijnt is Anna Maria de Mares overleden tusschen 1675 en 1682 en is Daniel van Liebergen 26 Juni 1682 te Amsterdam hertrouwd met Sus an n a M ar ia van ( d e n ? ) H e u v e l , terwijl Susanna de Mares tusschen 1673 en 1675 moet gestorven zijn, want (1) Zie over dit ze huwelijk de aanteekeningen betreffende de‘ familie Van Zuylen (aanhangsel), waar ook de afstammelingen uit het eerste huwelijk ter sprake komen naar aanleiding van de alliantie Van Poot-van der Hagen, (2) Hij schijnt voor zijn huwelijk te Dantzig vertoefd te hebben, want 14 Februari 1654 werd als lid van de Waalsche Gemeente te amsterdam aangenomen Abraham v. L. uit Dantzig. hepie,IHij schijnt eenigen tijd te la R!chel!e vertoefd te . 8 Augustus 1662 werd te Amsterdam m de Waalsche Gemeente aangenomen Abraham v. L. uit la Rochelle. Abraham van Liebergen hertrouwde 12 November 1675 met E 1 i s a b et h L o t e n. Nakomelingen I. Anna Maria de Mares en Daniel van Liebergen, wier huwelijk niet in Juni 1655 (toen leefde trouwens haar eerste man nog) maar 20 yanuari 1665 in de Nieuwe Kerk is voltrokken, hebben de volgende kinderen te Amsterdam laten doopen: 1. Daniel v a n L i e b e r g e n , g e d o o p t 1 6 April 1669. 2. J o h a n v a n L i e b e r g e n , gedoopt2Juni 1673 in de Oude Kerk, gehuwd met D e b o ra C a t h a r i n a H i n 1 o p e n, dochter van den Amsterdamschen burgemeester (1 694) en schout (r 6g 1) Mr. Jacob Hinlopen Jr. 3. P a u l u s v a n L i e b e r g e n , g e d o o p t I6 Juni 1675. Nakomelingen II: Susanna de Mares en Abraham van Liebergen. gehuwd I o April I 063 te Amsterdam (Nieuwe kerk), lieten de volgende kinderen aldaar doopen : 1. Hester v a n L i e b e r g e n , g e d o o p t I3 Januari I 665, aangenomen als lid in de \Vaalsche gemeente te Amsterdam 29 September I 683, huwde m e t C h r i s t o f f e l B o u w m e e s t e r , s e c r e t a r i s van Veenendaal en was de moeder van Jacob Bouwmeester, raad van Rhenen, Susanna en Maria Bouwmeester. 2. Daniel van L i e b e r g e n , g e d o o p t I8 November 1668 in de Westerkerk, Kerkmeester van de Nieuwezijds-Kapel, tsouwde 1’. M a r i a K a n s. 2O. Al e t t a van Di nt e r en won a. Daniel, 6. Agatha, c. Maria, d. Johanna, e. Jacoba, f. J o - hanna van Liebergen, van wie ons verder niets bekend is. 3 . J o h a n n e s , gedoopt 23 November 1670 in de Amstelkerk. A b r a h a m , de’imstelkerk. gedoopt 18 Augustus I 673 in Afkomst ef1 Nabestaande?%. P au 1 u s van L i e b e r g e n, oud 36 jaar, wonende in de Stillesteech, is I Augustus 1587 te Amsterdam kerkelijk ingeteekend met T a n n e k e 1 e T o r, wed. Jan Tylens, woont Nes, geass. met haar vader Gillis le Tor. Zij waren vermoedelijk de ouders van Aernout van Libergen wonende op den Cingel, blijkens het kohier van I 63 1, waarop hij werd aangeslagen voor f 642.10, welke som op zijn reclame is verminderd tot op f 250, van Tanneken van Libergen in de Nes 10 - aangeslagen voor f 65 (of is dit wellicht. de moeder zelve) en van Daniel van Libergen van de Raemsloot (Raamgracht) aangeslagen voor f I 20. Deze D a n i e 1 v a n L i e b e r g e n, bewindhebber der W. Ind. Comp., wasgehuwdmet Ester Loten, regentesse van het VC’alenweeshuis. Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen te Amsterdam gedoopt : a. Nicola,s v a n L i e b e r g e n , g e d o o p t I7 December 1623, trouwde 2 October I 657 met A ug u s t a v a n d e n H e u v e l . b. P a u l u s v a n L i e b e r g e n , g e d o o p t 2 4 September 1625 trouwde 6 Juni 165 1 met M a r g ar et ha Spiegel, geboren 1632, dochter van Elbert Dirksz. Spiegel en van diens eerste vrouw Petronella Roeters. (1) Uit dit huwelijk een zoon Elbert , gedoopt te Amsterdam 5 April 1654, kapitein ter zee, gehuwd met zijn volle nicht Margaretha Elias (z), bueboren 12 November 1661, dochter van Joost en Rebecca Spiegel, en een zoon Paul, gedoopt te Amsterdam zg September 1655. c. A n n a v a n L i e b e r g e n, gedoopt 25 October 1626, gehuwd 1655 met Menso Alting (zie genealogie Altin g in het A. N. Familieblad.) d. D ani el van Li e b e r gen, gedoopt 4 Februari 1629, jong gestorven. e. H e s t e r v a n L i e b e r g e n, gedoopt 5 Mei 1630, trouwt 1649 Pierre Quartier. Hij overleed vóór 1667, want toen werd Esther v. L., veuve de P. Quartier, regentesse van het Walenweeshuis. In 1681 werd zij weder regentesse als veuve de D a v i d H a y e. f. M a r i e v a n L i e b e r g e n , gedoopt 21 September 1631, trouwt 1655 N. N. H o fs a e t. g. A b r a h a m v a n L i e b e r g e n , gedoopt 6 Februari I 033, schijnt jong gestorven te zijn. h. Daniel v a n L i e b e r g e n , d e m a n v a n A. M. de Mares. i. Jean van L ie b er gen, gedoopt g S e p - tember 1635. h. S a r a v a n L i e b e r g e n , g e d o o p t 2 3 N o - vember 1636, werd aangenomen als lid van de Waalsche gemeente te Amsterdam 27 Januari 1654, trouwt 1658 N. N. van Berken. 1. Abraham, de man van Susanna de Mares. (1) De tweede was Elisabeth de Vlaming van Outshoorn, wed. J. Slicher. Elbert was een broeder van burgemeester Hendrik Dirksz. Spiegel. (2) Zij waren vermoedelijk de ouders van Justus van Liebergen, uit wiens huwelijk met Margaretha van den Tempel 3 September I 7 ~4 te Utrecht een dochter Margaretha Susanna gedoopt werd, alsook van Margaretha van Liebergen, in I 7 14 gehuwdmet Albert Ten Ham, kapitein (zie A. N. Familieblad 1894, blz. 230 ) en misschien ook van Machteline in 17 I I, gehuwd met Van Eybergen. j 7 , 1 - 11 38. Van Loon. Het geslacht Van Loon, dat zich in den Spaanschen tijd uit ‘s-Hertogenbosch naar Rotterdam en vervolgens naar Amsterdam verplaatste kwam hier in de regeering met N i c o 1 a a s v a n L o o n, schepen en raad (1653), en zijn broeder Willem van Loon, schepen en raad (1 644). Laatstgenoemde was de vader v a n N i c o l a a s , wiens dochter met J o a n d e M a r e z huwde, (zie genealogie, letter FD. no. 6.j terwijl eerstgenoemde de vader was van VV i 1 1 e m v a n L o o n, burgemeester van Amsterdam in 1686 en volgende jaren, den stamvader der tegenwoordige familie. Opmerkelijk is het, dat toen Louis Trip de Marez kinderloos overleed, hij als erfgenaam in de moederlijke linie had ingesteld zijn neef Willem van ; Loon Janszoon, dat kan niemand anders geweest I zijn dan de man van Catharina Johanna Wolters ~ (de vader van Jonkheer Jan Willem van Loon), niet- ~ tegenstaande die Elisabeth de Marez geboren van l Loon eerst in den 7”” graad bestond, en zij veel nader bloedverwanten had, zij het ook niet van den naam Van Loon. Elisabeth van Loon had slechts één broeder W i 11 e m v a n L o o n, uit wiens huwelijk met C o r n e 1 i a L a u r e n t i ë geen kinderen geboren werden. Doch haar vader had broeders en zusters gehad, van wie nakomelingen bestonden. 200 was zijn oudste broeder Mr. J o an van Loon, gehuwd met W e n d e 1 a B a s, de vader van drie dochters, van welke ten minste de jongste A g a t h a uit haar huwelijk met Mr. N i c o 1 a a s C a 1 k o e n nakomelingen had, want van dit echtpaar stammen de tegenwoo.rdige baronnen Calkoen af, in wier gecompliceerd wapen men nog de kwartieren Van L o o n a a n t r e f t . Voorts had Elisabeth’s vader zusters o. a. Anna van Loon, die in 16.59 was gehuwd met den Amsterdamschen schepen Mr. Willem Blaauw, en ook van haar bestonden, ten tijde dat Louis Trip de Marez testeerde, nakomelingen, want er bestaan er nog heden ten dage. Immers een kleindochter van het echtpaar Blaauw-van Loon huwde met Mr. G e r a r d V a 11 e n s i s, uit welken echt een dochter? die met Ferdinand van Collen getrouwd is en van wie de thans nog te Amsterdam gevestigde takken der familiën Rendorp en Teding van Berkhout afstammen. Louis Trip de Marez heeft dus de nakomelingen van zijn oudoom Mr. Joan van Loon, namelijk de familie Calkoen, en de nakomelingen van zijn oudtante Anna Blaauw geboren van Loon, en misschien nog andere vrouwelijke takken, die ons onbekend zijn, gepasseerd ten gunste van zijn veel verderen bloedverwant den commissaris Willem van Loon. _- Wij hebben daarop de aandacht gevestigd, omdat gelijk we in *de eerste Bijlage no. 111 gezien hebben door Mr. Louis Trip de Marez meer beschikkingen zijn gemaakt, die zoowel uit juridisch als uit genealogisch oogpunt verwonderlijk mogen heeten. 39. Van Luchtenburg. Nakomelingen. L o u i s e d e MarezenJohan v a n Luchtenburg (zie genealogie letter FD. no. 4.) hadden de volgende kinderen : 1. S o p h i a A l i d a v a n L u c h t e n b u r g , geboren 17 Juli 1684, overleden 4 Augustus 1738, gehuwd I J u n i 1722 met Jeronimus Smiss a e r t, majoor der cavallerie (zoon van Jan Carel en C. Coymans), geboren te Utrecht 17 October 1678, overleden 20 December 1731 en begraven in den Dom, uit welk huwelijk, een dochter gehuwd met den kolonel Sic h t e r m an, (haar nakomelingschap stierf spoedig uit) en een zoon J a n C ar e 1 S m i s s a e r t, ongehuwd overleden in 1766. Vergelijk de artikelen Smissaert en Sichterman in Vorsterman van Oyen’s Stam- en Wapenboek 111, blz. 145 en 135 onderaan. 2. M a r g a r e t h a v a n L u c h t e n b u r g , geboren I Juni 1685, gestorven 3 Augustus 1686. 3 . A l p h e d a L o u i s e v a n Luchtenb u r g , geboren Ig Juli 1686, overleden 13 Mei 171 I en te ‘s-Hertogenbosch in de St. Janskerk met deze 8 kwartieren begraven: Van Luchtenburg De Marez De Pauw Trip De Pauw Baron Van der Voort Hoefslager. Zij was te Utrecht I I April 1703 gehuwd met P i e t e r S t o r m v a n ‘s-G r a v e s a n d e, geboren zz December 1683, overledente’s-Hertogenbosch 27 October I 725, raad en schepen van den Bosch, ontvanger der convoyen en licenten te Eindhoven, die hertrouwde met Ernestine Henriette van Bronckhorst. Alpheda Louise van L. had 2 kinderen, een dochter gehuwd met C o r n e 1 i s d e V i s s c h e r, ritmeester der dragonders (ouders van George, Louise en .Anna devisscher), enMr. L a u r e n s S t o r m v a n ‘s-G r a v e s a n d e, directeur en raad der Kolonie Essequebo, uit wiens huwelijk met L. C. v a n B e r g h - E y c k , de West-Indische tak der familie Storm van ‘s-Gravesande afstamt, die niet in den Nederlandschen adelstand is opgenomen. Voorts bestaan er van haar achterkleindochter C o n s t a nt i a L u m e a S t o r m v a n ‘ s - G r a v e s a n d e , gehuwd met Mr. A. W. baron van Pallandt v a n B e e r s e nakomelingen, die gehuwd zijn aan de geslachten v a n N a g e l l , B e n t i n c k t o t , - 12 - B,uckhorst en van der Wijck. Zie de ge- ’ 40. Van Lijnden. nealogie Storm van ‘s-Gravesande ‘door Jhr. van der Wijck in de Her. Bibl. 1873, blz. 132-143. ’ In de genealogie (letter FD. no. 8 .) is het verkeer- 4 . J o n a t h a n v a n L u c h t e n b u r g , gebo- delijk voorgesteld alsof Anna Maria de Marez, als ren IO Mei 1688. vrouwe van Gerestein, die heerlijkheid haren man Af kowst en slabestna,tden. Steven van Lijnden ten huwelijk had aangebracht. Anna Maria de Marez werd eerst beleend met Het geslacht van Luchtenburg schijnt onder de I Gerestein in 171 1, (Zie Nnvorsclzer 1878, blz. 205.) aangehuwden van de familie de Marez een der wei- dat is na den dood van haar man, die haar dit goed nige, die reeds vóór de reformatie hier te lande blijkbaar als een douarie heeft nagelaten. Immers gevestigd waren. De overgrootvader van Jonathan nog onmondig zijnde, was Steven van Lynden reeds v. L. eveneens J o n at h a n geheeten, raad en met Gerestein beleend na den dood zijner grootrentmeester- generaal van Noord-Holland, was een moeder 20 Juni 1685. Zie de Genealogie Van zoonvanLeonard J a c o b s z o o n vanluch- Lijnden in het Jaarboek van den Adel I 892193 blz. tenburg e n Geertrui v a n d e r C r a n e I 4 17. naar welke wij voor de kennis der nabestaanwed. Wijlands, van wie we niets vinden, wat er op den van Steven van Lijnden verwijzen. doelt, dat ze van elders herwaarts kwamen. Ge- i Wij willen hier alleen zijn 16 kwartieren meenoemde rentmeester huwde I I November 1603 met ’ deden, zooals wij die in een genealogie van de A 1 ij t v a n P e r s ij n uit het oud-Amsterdamsche familie de Marez hebben vermeld gevonden : regeeringsgeslacht van Persijn, dochter van Jan, sche- Lijnden Reede pen en raad, en van Margaretha Jansdochter Moens. V. d. Vecht Zuylen v. Nyevelt Zij hadden verscheidehe kinderen : C u n e r a trouwde Amstel Van Eede met D a n i e 1 L a m y n, G e e r t r u i d trouwde met Zuylen v. Nyevelt Reede M r . W i l l e m Halling, R e y n i e r t r o u w d e , Besten Diest met S u sann a S t as en J o han, geboren 5 Waal van Vianen Bloys van Treslong April 1616, overleden 22 Augustus 1654, commis- IJzendoorn Kiel saris van de monstering, trouwde 6 Maart 1639 Weerdenburg Diest metAlpheda de Pauw, geboren 1618,dochter van Matthias en Sophia Black. Mirandolle. Uit dit huwelijk sproten verscheidene kinderen, o. a. Mr. J o n a t h a n, secretaris van de Staten van De nakomelingen van P e t r o n e 11 a A d r i a n a Utrecht gehuwd met zijn volle nicht S o p h i a d e de Marez-Oyens en Reinhard L a u r e n s , M i r a n d o 1 1 e vindt men behandeld aan het einde P a u w, dochter van Mr. Lambert en van Anna van der Voort, Cornelisdochter ex Cornelia Strick dezer Bijlage achter het artikel over de familie Oyens. (Zie over hem D. d. Aa, Biogr Woordenboek); 41. Mits. M a t t h i a s, schepen te Utrecht, bewindhebber der 0. 1. C., gehuwd ten ~~.rnet Belonia Pit Nakomelingen van Maria de Marez en Daniel Mits. en2e.met Antonia Schadé; e n Sophiagehuwd met P i e t e r E 1 s e v i e r, raad van Utrecht Uit het huwelijk van M a r i a d e M a r e z (zie genealogie letter F. no. 7.) en D a n i e 1 M i t s (zie boven : artikel Elsevier.). De broeders en zusters van den man van Louise werden te Amsterdam de volgende kinderen gedoopt: de Marez (kinderen van Mr. Jonathan en Sophia de 1. Maria Mits, gedoopt 17 OctoberrGroin Pauw)waren: C o r n e l i s v a n L u c h t e n b u r g ’ d e O u d e K e r k . geboren IO Juni 1668, kanunnik en thesaurier ten 2. Daniel M i t s , gedoopt 4 Maart 16 r 2, Dom van Utrecht, ongehuwd overleden Januari 1734, Oude Kerk, huwde met Alida Roosterman, A n n a E l i s a b e t h v a n L u c h t e n b u r g , on- die 8 April 1653 moet zijn overleden, want we gehuwd, en Alpheda Hendrina van Luch- vonden aangeteekend : u I 8 April I 653 is Alida Roostenburg, gehuwdmetLeonard d e Casem- terman huisvrouw van neef Daniel Mits overleden. » b r o o t v a n R y n e s t e i n, wiens eerste huwelijk Of zij kinderen hadden is ons niet bekend. . ter sprake is gekomen in de Genealogie letter F. 3. An d r i e s M i t s, gedoopt 13 October 1613, no. 10. Zij ligt in de Jacobikerk te Utrecht be- Oude Kerk. graven met acht kwartieren : 4. Elisabeth Mits, gedoopt 25 D e c e m b e r Van Luchtenburg De Pauw 1614, Oude Kerk. De Pauw Van der Voort 5 . J o h a n n a ( o f J o h a n n e s ) M i t s , g e d o o p t Van Persijn Black 8 Juli 1618, Nieuwe Kerk. Black Strick. (Wordt vervolgd.) De Wapenheraut 1899 p. 25- @@@ De Wapenheraut 1899 p. 61- De Wapenheraut 1899 p. 89- De Wapenheraut 1899 p. 109- De Wapenheraut 1899 p. 153- De Wapenheraut 1899 p. 177- De Wapenheraut 1899 p. 209- De Wapenheraut 1899 p. 249- De Wapenheraut 1900 p.77 HET GESLACHT DE MAREZ DOOR MR. H. J. KOENEN. (Vervolg.) DERDE BIJLAGE bevattende mededeelingen over Zijtakken en Gelijknamige Familiën. Daar de grens niet gemakkelijk te trekken valt tusschen zijtakken van den ouden Kamerijkschen stam der heeren de Maretz, en op zich zelf staande geslachten van denzelfden naam, dien sommige hunner wellicht ontleenen aan andere gelijknamige plaatsen in verschillende deelen van Frankrijk of België gelegen, zoo hebben we gemeend die allen tesamen in deze Derde Bijlage een plaats te moeten geven. Wij beginnen dan met de drie takken, in de Inleiding alreeds vermeld, die van de heeren van Moeuvres, van de heeren van Hurtevent en van de heeren van Montigny, welke laatste tot zekere hoogte als de hoofdtak is te beschouwen, dien wij echter in de Inleiding niet hebben vervolgd, wijl het ons te doen was om den jongeren tak, waaruit de naar Holland uitgeweken familie gesproten is. Vervolgens zal de tak der heeren de Maretz van Sancourt besproken worden, die in de 17e en 18e eeuw nog in het Kamerijksche gevestigd was en uit de oude heeren lan Maretz beweerde gesproten te zijn, hoewel de opgegeven afstamming niet juist kan geweest zijn. Vanzelf sluit daarbij aan de bespreking van den tak der heeren des Mares van Matringen en Walle, gedurende de 17e eeuw woonachtig te Mechelen en in het land van Waas, waarmee de heeren van Sancourt verwant meenden te zijn, niettegenstaande beide geheel verschillende wapens gevoerd hebben, die ook weinig of geen overeenkomst vertoonden met dat van het oude Kamerijksche geslacht. Er schijnt nog ‘een andere familie van denzelfden naam te Mechelen gewoond te hebben, die uit Antwerpen afkomstig was en vermoedelijk afstamde van Piet er de M ar ez (zoon van den naar Amsterdam uitgeweken Jan de Marez Jaçobszoon), die gelijk we in de genealogie gezien hebben te Antwerpen achterbleef. 0ok omtrent dien tak zullen enkele aanteekeningen worden opgenomen. Daarna volgt een familie De Marez, die zich op het eind van de 17e eeuw uit Valenciennes naar Amsterdam verplaatste, het wapen met het kruis en de vier rozen gevoerd heeft en door Mr. L. Trip de Marez te Amsterdam als een zijtak van zijn geslacht werd beschouwd. Minder punten van aanknooping vinden wij tusschen het hierboven behandelde geslacht en een paar familiën, ,die zich na de herroeping van het Edict van Nantes te Middelburg zijn komen vestigen, hoewel één van die beide uit Fleurby nabij Lille, dus uit dezelfde streken als Valenciennes en Kamerijk, afkomstig was. Nog twijfelachtiger is de samenhang met het door ons behandelde geslacht van een geslacht Des Marets hetwelk uit Frankrijk naar Nederland gekomen is en waartoe de bekende theoloog Samuel Maresius behoorde, althans dit geslacht, blijkbaar van aanzienlijke afkomst, placht een geheel ander wapen te voeren. Het wordt echter dikwijls met de uit Kamerijk naar Holland uitgeweken familie verward, omdat beide aan voorname Hollandsche geslachten vermaagschapt waren en ongeveer gelijke maatschappelijke positie innamen. Een ‘dergelijke moeilijkheid doet zich voor met betrekking tot een geslacht De Marees, hetwelk in de eerste helft van de 17e eeuw te Amsterdam woonde en aldaar tot de vermogende burgerij heeft behoord. Het had relaties met de familie De Geer op wier goederen in Zweden het zich gevestigd heeft, om zich ten slotte naar Anhalt te verplaatsen, waar in 1826 een tak in den adelstand is verheven. Vandaaruit heeft het zich in den loop der 19e eeuw naar alle zijden over het Duitsche rijk verspreid. Het wapen van deze familie De Marees vertoont van ouds een zeemeermin en niettegenstaande men er wel eens in geslaagd meende te zijn dien tak aan den hoofdstam vast te hechten, zelfs een plaats te geven onder de nakomelingen van Jan de Marez Jacobszoon den ouden, den gemeenschappelijken stamvader der Groninger en Amsterdamsche takken, schijnt het ten slotte, dat we hier met een afzonderlijk geslacht te doen hebben. Een familie Desmares uit Picardië, die via Middelburg en Mannheim naar Amerika uitweek en daar onder den naam De Marest nog schijnt te bestaan, zal daarna behandeld worden, alsook een familie te Canterbury in Engeland, afkomstig uit Cormon in Boulenois, terwijl wij in de laatste plaats een reeks fragmenten zullen opnemen, betreffende personen, die worden aangetroffen in de registers der Waalsche gemeenten van Amsterdam, Haarlem, Leiden, Den Haag, Middelbwg en andere Nederlandsche plaatsen, alsook van eenige Duitsche steden als Mannheim, Hanau, Cassel en Berlijn. Opmerkelijk is het, dat al deze familiën van denzelfden naam, meerendeels uit aan elkander grenzende provinciën van de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk afkomstig, om het geloof zijn uitgeweken. Deze Bijlage kan daarom eenigen indruk geven van de volksverhuizing, die in de 16e en 17e eeuw uit de Waalsche gewesten naar de Protestantsche landen heeft plaats gehad. A. De Maretz, hemen van Moeuvres. Volgens Le Carpentier en Le Vaillant moet Boudewijn,derde heer van Maretz, een jongeren zoon gehad hebben met name: I. Gozewijn de Maretz (zie Inleiding), die in Palestina stierf, doch uit zijn huwelijk met Sibilla, dochter van Godschalk heer van Tourot een zuster van Otto, heer van St. Amand, grootmeester der Tempeliers, een zoon naliet, die volgt. Zij voerde: in rood een zilveren, leeuw. II. Reinoud de Maretz, heer van Moeuvres, ridder, huwde met Oda, dochter van Hugo heer van Hamelincourt, voerende: een blauw veld, getralied van goud, (vergelijk Rietstap A. G. Hamelaincourt [Artois]). Zij hadden 2 zoons, de jongste eveneens Reinoud genaamd was ongehuwd, de oudste Jacques volgt: III. Jacques de Maretz, heer van Moeuvres, was gouverneur van Bapaulmes. Hij huwde met Amicie Briastre en had 1 zoon : IV. Anselmus de Maretz, heer van Moeuvres, huwde Elisabeth de Graincourt en had 2 dochters n.l. Elisabeth gehuwd met Simon de Roisin en Havide gehuwd met Jean de Belvalet, (1) zoodat deze tak is uitgestorven. B. De Maretz, heeren van Hurtevent. 1. Godfried de Maretz, ridder, heer van Hurtebise, jongere zoon van Boudewijn den vijfde (zie Inleiding), moet gehuwd zijn geweest met Ursule, vrouwe (ten deele) van Avesnes-les-Rubert, een dorp op 3 mijlen afstand van Kamerijk. Zij voerde: in zilver een zwarten schuinbalk, beladen met 3 gouden sterren, welk wapen overeenkomt met dat@@@@@@@@@@@@@@@@@@ hetwelk Rietstap ,4. G. toekent aan het geslacht Avesnes in Cambresis. Zij hadden 4 kinderen, n.l. 1. Jean, die volgt, 2. Godfried, ridder, ongehuwd gestorven, 3. Reinoud, ongehuwd gestorven in het Heilige Land, en 4. Luitgard, gehuwd met Willem de Haussy gezegd Ribaud, voerende: ipl goud een roode leeuw. Riet - (I) Zie het artikel Belvalet in Carpentier’s Histoire du Cambrésis. stap A. G. kent kleuren toe aan geadeld in 1500. hetzelfde wapen met omgekeerde een geslacht Haussy te Douai, II. Jean de Maretz, heer van Hurtevent in Kamerijk, moet als kapitein in dienst van den graaf van Henegouwen vele dorpen in Picardië veroverd hebben (1340). Hij huwde Mahout, dochter van Hugo VI heer van Antoing en van Isabeau van Asche gezegd Bugenhout . Zij voerde : Uz rood een silverez leeuw, vergelijk Rietstap A. G. op Antoing (Hainaut). Zij maakten volgens Le Carpentier en Le Vaillant hun testament in 1285 en hadden 1 zoon: 111. Anselmus de Maretz, heer van Hurtevent, huwde met Marie, dochter van Nicaise de Blécourt. Zij voerde : in goud drie zwarte leeuwen, vergelijk Rietstap A. G. op Blkcourt (Artois). Dit geslacht schijnt uit de graven van Kamerijk te stammen, blijkens den krijgskreet (( Cambresis )) . Hij schonk volgens Le Vaillant, met toestemming zijner vrouw een rente van 8 lirres aan de abdij van Premy. Behalve een dochter Marie gehuwd met Pierard de Roubaix, voerende: ilt groen een zilveren balk, waarop drie zwarte merletten, (vergelijk Rietstap A. G. op Boubais in Cambresis), moeten zij een zoon Gilles gehad hebben, die volgt: IV. Gilles de Maretz, heer van Hurtevent schonk 13 livres rente aan de abdij de Premy en was gehuwd met Agnes de Regniaulmes, voerende: in zilver drie zwarte merletten, uit welk huwelijk een zoon Jean, heer van Hurtevent, die 2 livres rente aan dezelfde abdij moet geschonken hebben en ongehuwd stierf, alsmede een dochter Elisabeth, die ongehuwd stierf en zeven ((mesures)) land aan genoemde abdij schonk. C. De Maretz, heeren van Montigny, enz. 1 Hugo de Maretz, zoon van Boudewijn en ‘&nma de Neuville (zie Inleiding), wordt genoemd heer van Farbus, van Montigny, Bodival en Eire (in Oostervant). Hij stierf in 1429 en liet uit zijn boven al reeds vermeld huwelijk met Guillemette de Solemnes negen kinderen na: 1. Boudewijn, die volgt. 2. Godfried, domheer yan Onze Lieve Vrouw van Kamerijk. 3. Jan, monnik. in de abdij van St. Aubert. 4. Willem, kapitein van Prémont. 5. Gilles, monnik in de abdij van Marchiennes. 6. Reinoud, in de Inleiding behandeld als stamvader van den tak, waaruit later de Hollandsche familie gesproten moet zijn. 7. Susanna, jongvrouw in de abdij van Premy. 8. Agnes, gehuwd met Pierre de Vertbois, voerende : in zwart een zilveren scha~inbalk, bestaande uit drie aaneengesloten spitsruiten. Vergelijk Rietstap A. G. op Vertbois (Cambresis). 9. Marie, gehuwd met Josse Flament, heer van Séquigny, schildknaap, voerende: in yood een gouden keper, vergezeld van 3 vijfbladerige bloemen van zilver. Vergelijk Rietstap op Le Flamand de Crupilly (Cambrésis). 11. Boudewijn de Maretz, zooeven genoemd, moet heer zijn geweest van Farbus, dat hij verkocht in 1438. Hij overleed in 1458 en werd begraven in de abdij van St. Aubert. Hij huwde met Jeanne de Mazières, vrouwe van Beugner, voerende: in zilver een zwarte goudgekroonde leeanj. Uit dit huwelijk sproten 12 kinderen, waarvan 2 jong stierven, de overige zijn: 1. Boudewijn , heer van Beugner. (volgt.) 2. Willem, heer van Eire, was baljuw van Vallincourt en huwde Jeanne d’Aussut, zuster van Jan, groot-baljuw van Kamerijk, zonder kinderen. Zij voerde: in zilver ECIZ g*oodc keber, vergezeld van dpie sterren van hetzelfde. Vergelijk Rietstap op d’Aussut (Cambresis). 3. Pieter, heer van Montigny. (Volgt na zijn broeder Boudewijn en diens nakomelingen.) 4. Jeanne, gehuwd met Pieter d’Aussut, schildknaap, vollen neef van Jeanne d’Aussut bovengenoemd. 5. Josine, gehuwd met Richard le Sellier, schildknaap, baljuw van Prémont. Hij voerde: in goud drie roode schuinbalken el! eega blauw schildhoofd beladen met drie zilveren sterren. Vergelijk bij Rietstap het wapen der ridders de Selliers de Moranville te Brussel, die in 1840 een adelserkenning ontvingen. 6. Anna. 7. Willemina. 8. Ida. 9. Henriette, gehuwd met Allard Bentinck, hofmeester van de hertogin van Savoye (dochter van keizer Maximiliaan). Hij voerde: *ilt blauw een zilveren ankerkruis en schijnt dus tot het Geldersche geslacht Bentinck behoord te hebben. 10. Sandrine , gehuwd met Joost d’Assonville, voerende: in zilver 2 blauwe kepers ela 3 blauwe sterren in het schildhoojd. Vergelijk Rietstap op Assonville in Artois. III. Boudewijn de Maretz: heer van Beugner in Artois, huwde 1e met Agnes le Boulenger, voerende: in blauw drie gouden penningen en een goud schildhoofd, beladen met een uitkomenden zwarten adelaar, behoorende tot een geslacht, waarvan sommige leden zich in den hervormingstijd naar Noord-Nederland hebben verplaatst, en dat ook thans in België nog schijnt te bestaan, geadeld 1821, (Zie Rietstap A. G. op chevaliers Boulengé de la Hainière, en le Boulanger de Montigny, beide in Henegouwen). Hij hertrouwde met Elisabeth Pingret, voerende: in zilver een roode roos, vergezeld van drie groene klaverbladen, uit welk tweede huwelijk 12 kinderen moeten geboren zijn, die allen stierven aan de pest in de jaren 1514 en 1515. Uit het eerste huwelijk sproten 3 kinderen: I. Jeanne, gehuwd 1e. met Frémin Briquet, zoon van Pierre, voerende: in blauw 3 gouden raketten (door Rietstap A. G. bricoteaux genoemd), 2e met Simon Grenet, heer van Prouvy bij Valenciennes, voerende : in blau-w drie gouden korensclaoven. (Vergelijk Rietstap A. G. op Grenet, burggraven van Nieuwpoort te Kortrijk.) 2. Agnes, gehuwd 1e met Jacques le Vasseur, voerende: in rood drie golvende dwarsbalken en daarover een Zeeuw, alles van zilver. (Zie Rietstap A. G. op le Vasseur de Valhuon in Artois, geadeld in 1647, uitgestorven.) 2e met Antoine Quellerie, heer van Erchm in Oostervant, voerende: in blauw een keper vergezeld vall driesterren, alles vangoud, de keper beladen met een roode roos. (Vergelijk Rietstap A. G. op Quellerie de Chanteraine in Cambresis, hetzelfde wapen doch zonder de roos.) 3. Boudewijn, heer van Eire, hetwelk hij erfde van zijn oom Willem, was evenals deze baljuw van Vallincourt. Hij overleed te Kamerijk in 1548 en werd begraven in de parochie van St. George aldaar. Hij huwde 1e. Gilliotte le Mahieu, voerende: in zilver 2 roode rozen en een zwarte naerlette. (Vergelijk Rietstap A. G.) De naam van zijn tweede vrouw is onbekend; beide huwelijken moeten kinderloos geweest zijn. IIIbis. Pieter de Maretz, heer van Montigny, huwde met Josina de Bullecourt, vrouwe van Raonville, dochter van Thomas, voerende: in goud een rooden balk, vergezeld van drie zwarte hamers. (Vergelijk Rietstap A. G. op Le Fèvre de Bullecourt in Artdis.) Uit dit huwelijk 4 kinderen : 1. Willem, heer van Montigny, huwde met Wil.lemette le Fuseliers, dochter van Pierre en van Jeanne d’Auberchicourt. Zij voerde: in goud drie aansluitende blauwe spitspuiten, bijwij,, va?z een schuinbalk geplaatst. (Vergelijk Rietstap A. G. op Le Fuselier in Cambresis.) Uit dit huwelijk sproten zeven kinderen, die allen jong gestorven zijn. F q’ Jan, (volgt). _. Pieter, heer van Rambouillet, huwde met Richille d’Auberchicourt, vrouwe van Hornaing in Oostervant, zonder kinderen. Zij voerde : in hermelijn een roode hamei (drie korte dwarsbalken boven elkaar). Vergelijk Rietstap A. G. op d’auberchicourt (Artois). 4. Juliana , gehuwd met Simon de Fièvre, zoon van Mattheus en Jeanne de Chanteraine. Hij voerde: in Aver drie roode leeuwen met blauwe tong epz klauwen. I IV. Jan de Maretz, heer van Bodival en Raonville en na den dood van zijn broeder ook van Montigny, huwde met M ar tha de Bernicourt, vrouwe van Prouville. Zij voerde: eflen vair van blauw egz *wit. Rietstap zegt zwart en wit. Zij hadden 7 kinderen: 1. Boudewijn , heer van Eire, hetwelk hij erfde van zijn oudoom Willem, huwde met Agnes de Cardevake: doch had geen kinderen. Zij voerde: in hermelijn een zwart schildhoofd. Vergelijk Rietstap A. G. op Cardevac (of Cardevacque) marquis d’Havrincourt (Artois) annoblis 1596, marquis 1693. 2. Jan, heer van Prouville, hetwelk hij verkocht, om zich in Vlaanderen te vestigen. Hij huwde 1". Jeanne van der Hart, zo. Jeanne . . . . . . . . . . In de oudere genealogiën is hij verkeerdelijk vereenzelvigd met Jan de Marez, den oude, den stamvader der Nederlandsche familie, die gehuwd was met Jenne van Achterhoudt. 3. Willem, schildknaap, was gehuwd met Susanna de Préau, zonder kinderen Zij voerde: in goud 3 zwarte leeuwenkoppen en een schildhoofd geschuinbalkt van rood en zilver. Vergelijk Rietstap A. G. op Préau (Cambrésis). 4. Pieter, schildknaap, baljuw van de abdij van Anchin, gehuwd met Louise de Lande, zonder kinderen. Zij voerde : in rood 3 gouden schelpen egt een blauw schildhoofd met een klimmenden leeuw van goud. 5. Martha, geestelijke in de abdij van Marquette. 6. Josine, geestelijke in de abdij van Verger. 7. Susanna, was gehuwd in Artois met Boudewijn de St. Leger, schildknaap, zonder kinderen. Hij voerde : purper bezaaid met gouden lelien en daarover een schuinbalk valt zilver. D. De Maretz, heeren van Sancourt. In het (,Armorial de Flandre, du Hainaut et du Cambrésis, recueil officie1 dressé par les ordres de Louis XIV 1696)), hetwelk gepubliceerd is door Borel d’Hauterive, blz. 93, vindt men vermeld: Daniel des Marets, seigneur de Sancourt et autres lieux,’ conseiller du roy et trésorier hé- ditaire de la ville de Cambray, voerende tot wapen : in blauw een gouden keper vergezeld van twee eenden van- hetzelfde boven en een gouden halve maan onder de keper. Hij moet de vader geweest zijn van: I. Jacques Joseph de Maretz, seigneur de Sancourt, Bocquerie et Cocquerie, Longate et Grand-Toilon, kinderloos overleden als priester in 1738, met wien Mr. L. Trip de Marez te Amsterdam veelvuldige correspondentie heeft gevoerd. 2. Jean François Joseph de Maretz, die uit zijn huwelijk met Adelaide Josephine baronesse de Huart (uit Luxemburg) vier zoons had nagelaten: a. Louis Joseph de Maretz, heer van Sancourt (na den dood van zijn oom), vaandrig in de Waalsche gardes van den koning van Spanje. b. François de Maretz. c. Antoine de Maretz. d. Philippe de Maretz. Of zij nakomelingen gehad hebben is ons onbekend, doch in de 19~ eeuw is dit geslacht niet onder de adellijke families van België opgenomen, het schijnt dus uitgestorven te zijn. Opmerkelijk is het, dat Jacques Joseph de Maretz de Sancourt, die aanvankelijk zijn brieven aan den heer Trip de Marez bezegelde met het wapen bij Borel d’Hauterive als dat zijns vaders beschreven, lalter in navolging van de Amsterdamsche familie het kruis met de rozen tot wapen heeft aangenomen en zijn vroegere wapen als hartschild daarop heeft geplaatst. (1) Hij schreef dienaangaande 4 Mei 1737: «J’ai reçu l’acte de Mr. D’Allersma et les Armes etc., voil& de la manière que je les porteray dans la suite pour faire connaître que vous ètes de la Famille et que nous en sommes ; la fleur de lys peur vous et mes armes fiour moi sur la croix destingueront les Branches)) enz. Werkelijk cacheteerde hij een volgend schrijven 16 Mei 1738 : ((Aux armes de De Marez avec tous ses orncments, chargé pour surtout d’un petit écusson 2 un chevron brisé de deux merlettes sans becs ni pattes et un croissant. n Welke was nu de familierelatie tusschen den Hollandschen tak en dien van de heeren de Maretz de Sancourt ? In de Inleiding hebben we gezien dat de heer van Sancourt en Mr. Trip de Marez tesamen tot de conclusie gekomen zijn dat zij moesten afstammen van Jean en Jacques, de beide zoons van (1) Mr L. Trip de Marez stond hem dit toe bij Notarieele Acte van . . . . . 1738. ,- - 81 den eersten Jacques met wien wij de nieuwe genealogie hebben aangevangen. Maar tevens hebben wij gezien bij het behandelen van den Engelschen tak, uit genoemden Jacques junior gesproten, dat de voorstelling van den heer van Sancourt als zou de genoemde Jacques te Norwich in Engeland een zoon Jean junior gehad hebben, die naar de Nederlanden terugkeerde en de stamvader der latere Kamerijksche familie werd, onmogelijk juist kan wezen, daar uit de kerkregisters van Norwich blijkt dat deze Jean (1) met zijn nageslacht te Norwich gebleven is. Nog zondelinger wordt de zaak, Lvanneer we vernemen, dat volgens den heer van Sancourt aan zijn grootvader, den uit Engeland teruggekeerden Jean, in 1626 door den koning van Spanje een diploma van riddermaking zou zijn afgegeven, hetwelk, volgens een door hem naar Amsterdam overgezonden afschrift, melding maakte van de ouders van den geridderde, die gedurende vijf jaar het land hadden moeten verlaten, tengevolge‘ van de rebellie, en wier huis twee malen geplunderd werd, waarbij hun een brandschatting is opgelegd. Dat hier geen sprake kan zijn van hervormingsgezinden, die om geloofsvervolging te ontgaan, naar Engeland de wijl; namen, behoeft wel niet gezegd te worden, doch de heer van Sancourt, die niet geweten zal hebben dat Norwich een toevluchtsoord der hervormden was, heeft blijkbaar twee om tegenovergestelde redenen uitgeweken gezinnen tesamen verward. Met de opheldering van dit misverstand is de zaal; echter nog niet in het reine. Immers de in 1626 geridderde ((Jean de Maretz, seigneur de Maretz et de IValleI) behoorde tot een familie te Mechelen, waarover we zoo aanstonds zullen handelen, die een geheel ander wapen voerde en waarvan het onzeker is of ze met het Kamerijksche geslacht wel iets te maken had. Ook doet zich de vraag voor of de heerlijkheid Les Mares door deze familie bezeten, wel het Kamerijksche plaatsje kan geweest zijn, hetwelk reeds sinds lang niet meer in het bezit der Kamerijksche familie was en of hier niet veeleer aan een gelijknamig Brabantsch gehucht moet worden gedacht. (2) Het is echter mogelijk, dat werkelijk de te Mechelen gevestigde familie uit Kamerijk afkomstig en zijdelings aan de voorvaderen van den heer van Sancourt verwant was, gelijk we in de volgende onderafdeeling, waar over de Mechelsche familie gehandeld wordt, zullen zien. Doch hoe dit wezen mogen, in ieder geval komt (1) Zie boven de genealogie letter C. no. 3. (2) Indien hij werkelijk heer was van Maretz in Kamerijk moet hij dit door koop hebben verkregen. --* l - het ons zeer waarschijnlijk voor, dat de stamvader van den tak, waartoe de heer van Sancourt 1~4 hoorde in nauwe familierelatie heeft gestaan tot Jacques de Maretz, wiens zoons Jean en Jacques junior om het geloof uitweken, de eene naar Holland, de andere naar Norwich. Want hoe zou anders de heer van Sancourt in het bezit zijn gekomen van acten (1) betreffende den tak te Norwich, die ongetwijfeld echt waren, daar hun inhoud geheel klol)t niet ‘hetgeen de kerkeboel~en te Xorwich ons omtrent dien tal; hebben geleerd. Wij zagen vroegei dat deze akten betrekking hebben op een zeker leengoed in het land van Kamerijk, hetwelk de oude Jacques in leen had van den heer van Cauroit, en waarmee na Jacque‘s dood, in 1545 achtereenvolgens diens zoons Jean en J ac q u e s beleend zijn. Wij zagen verder dat de jonge Jacques in 1604 te Norwich overleed, dat het bedoelde goed toen overging op zijn zoon F r a n q o i s, die het echter reeds het volgende jaar bij akte van 10 September 1605 overdroeg aan (i Jean des Mares’ fils de Nicolasu woonachtig in het land van Kamerijk, ongetwijfeld een van zijn bloedverwanten. Nemen we aan dat de heer van Sancourt van dezen Jean, zoon van Nicolaas afstamde, (door hem met Jean zoon van Jacques te Norwich verward) dan is het alleszins natuurlijk, dat hij in het bezit was vaE die akten, daar deze behoorden tot de eigenclomstitels van het bedoelde leengoed, hetwelk in 1605 door tle leden van den Engelschen tak aan zijn voorvaderen was overgedragen geworden. Het komt mij derhalve het waarschijnlijkst voor, dat Nicolas, de vader van dezen Jean, eenjongere broeder of broederszoon geweest is van Jacques den ouden en dus een zoon of kleinzoon (2) van den Kamerijkschen schepen Jean de Maretz (Inleiding XIII), van wien Le Vaillant zeide, dat er uit diens derde huwelijk in zijn tijd nog nako-. lingen waren, behoorentle tot den adel van Kamerijk. We willen deze onderafdeeling niet besluiten, (1) Deze stukken zijn vermeld in de genealogie in den aanhef, verder onder onder letter A. n” 2, onder letter C. no. I en z, alsook onder letter C-1. no. 1-4. (2) Hij zou dan een zoon kunnen geweest zijn van Francois de pvf. in het volgende stuk te vermelden als stamvader van het geslacht cier heeren van Mares van Matringen en Walle. In dat geval zou de heer van Sancourt dus afstammen van Jean, zoon van Nicolas, die dan een oom was van ridder Jean, zoon van Pierre. Dat hij aan Mr. Trip de M over de fatnilie Baert, die van een zuster des ridders afstamde, als over hem geheel vreemden schrijft, laat zich dan, bij zooveel meer verwijderde verwantschap, beter begrijpen, dan wanneer hij van den ridder Jean zelf afstamde, gelijk door hem werd beweerd. -- zonder nog eens nadrukkelijk de aandacht te vestigen op de groote leemten ‘en onnauwkeurigheden in de opgaveti van den heer van Sancourt, niettegenstaande deze zich zeer beijverd heeft om alle stukken te produceeren, die hem en de Amsterdamsche familie dienstig zouden kunnen zijn om hun gemeenschappelijke afkomst vast te stellen. Men verwijt wel eens aan de in den Spaanschen tijd naar Noord-Nederland uitgeweken familie, dat ze later met adellijke traditiën voor den dag kwamen, die niet altijd bewijsbaar waren en dat hun genealogiën niet altijd op alle punten den toets der critiek kunnen doorstaan. Vqn familiën, wier voorouders, dikwijls met achterlating van alles, hun vaderland hebben moeten verlaten, behoeft ons dit niet te verwonderen, maar wat te denken van iemand, die hoewel gevestigd in datzelfde kleine graafschap Kamerijk, waar het geslacht de Marez reeds in de dagen van den eersten kruistocht in aanzien was, een geheel ander wapen voerde, hetwelk met het oorspronkelijke geen de minste overeenkomst vertoont, en die geen andere stukken kon produceeren, dan IO. het afschrift van een diploma van ridclermaking, dat een honderdtal jaren tevoren (1U26) was uitgereikt aan iemand, dien hij houdt voor zijn betovergrootvader, maar die in werkelijkheid tot een andere familie of branche behoorde, in ieder geval geen ascendent van hem was; 2O. zekere stukken betreffende een tak in Engeland gevestigd, één van welker leden hij ook alweder voor dienzelfclen betovergrootvader aanziet, hoewel waarschijnlijk geen van zijn voorouders ooit in Engeland was geweest; 3 ‘. een stuk betreffende zeker leengoed, waarschijnlijk op zijn werkelijken voorvader door diens Engelsche neven overgedragen, zonder er evenwel zoodanige bewijsstukken aan te kunnen toevoegen, waaruit bleek, dat de stamvader van dien Engelschen tak en zijn eigen werkelijken voorvader beiden kleinzoons waren van een schepen der stad Kamerijk, omtrent wien daar ter stede toch wel het een en ander te vinden zal zijn geweest ? Toch was deze De Maretz de Sancourt, die aangaand, e zijn afkomst zoo slecht was ingelicht, niet de eerste de beste, wiens adellijke pretentiën misschien reeds door zijn tijdgenooten met schouderophalen werden begroet. Hij was in het rustig en gelukkig bezit van den staat van edelman, waarin zijn vader bij de algemeene beschrijving van de edelen onder Lodewijk SIV nader was bevestigd, terwijl die verder in het genot was der aanzienlijke functie van erfelijk thesaurier der stad Kamerijk. Wanneer zulke personen hun afkomst niet bewijzen kunnen, hoe zal dit clan van uitgeweken takken kunnen worden gevergd ? Men begrijpe ons wel: dat er voor erkenning 82 - van adellijke rechten bewijsstukken behooren te worden overgelegd, waaraan geen schakeltje ontbreken mag, zal wel niemand betwisten ; waar n.e tegen opkomen is dit, dat familiön, die zonder eenige aanspraak in rechte te doen gelden, er prijs op gesteld hebben om oude familietraditiën in eere te houden, door al te scherpzinnige critici als dwazen worden aan de kaak gesteld. Wij denken hier in het bijzonder aan de ietwat schampere woorden, waarmee wijlen 1. G. Frederiks in den aanhef van zijn laatste geschrift handelend over de familie Boudaen ( 1), gesproken heeft van dergelijke traditiën bij vele zeventiende eeuwsche koopmansfamilies uit Noord-Frankrijk of de Zuidelijke Nederlanden herwaarts gekomen. E. Des Mams, heeren van Les Mares, Matringen en De Walle. Deze familie voerde : in zilver een zwarte rechterschuinbalk, vergcseld aan weerszijden. vmt eega poefz takje, waayam drie roode duinroosjes. HCImteeken: een aGtkowze?lde vogel (reiger?) met uitgeslagen vlucht. Volgens den kwartierstaat van Jeanne de Marez, echtgenoote van Arnout Baert (2) en zuster van den in het artikel betreffende de familie De Maretz de Sancourt genoemden ridder Jean de Mares , was deze een kleinzoon van zekeren Nicolas de Mares, wiens vader François heette. Deze voornamen vertoonen veel overeenkomst met die, welke bij de laatste leden van het Kamerijksche geslacht en bij den Engelschen tak worden aangetroffen. Het is dus niet omnogelijli dat er een verband bestaat tusschen dit gedurende de 17” eeuw in Brabant en andere noordelijke deelen van België gevestigd geslacht en de heeren De Maretz de Sancourt, al waren ook de desbetreffende opgaven van dien tak minder juist. Wij hebben gezien, dat toen François de Marez te Norwich in 1605 het leen van den (1) Haagsche Jaarboekje 1898, blz. 193 : ,,Het huisgezin van den raadsheer Mr. Balthasar 13oudaen.” (2) Deze teekening van kwartierwapens, zijnde een Extrait hors le Livre Généalogique de la Famille de Baert” werd aan Mr. L. Trip de Marez te Amsterdam verstrekt door de gravin de Pimentel geb. Baert de Berentrode te Brussel. Tusschen haakjes zij hier vermeld, dat deze katholieke gravin de Pimentel hare brieven zegelde met hetzeltde wapen, dat gevoerd wordt door de Portugeesch-Israëlitische familie Pimentel ten onzent. (Zie Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek.) Over dit aanzienlijk Iberisch geslacht vermaagschapt aan de hertogen ven Alva deed Da Costa belangrijke mededeelingen in een van de eerste jaargangen van De Navorscher. Een tak schijnt dus in de Spaansche Nederlanden gevestigd te zijn geweest. -3 - 83 heer van Caul-oit overdroeg aan Jean de Mares fìls de Nicolas, daarbij tegenwoordig waren Nicolas et Loys des Marez frères hommes de fief du dit Cauroit,) . Wellicht was de vader van een dezer beide Nicolas’ (evenals zijn Engelsche bloedverwant) François geheeten en stamde van hem de hier bedoelde familie af. François des Mares dan was volgens den kwartierstaat gehuwd met N. de Cunchi, veerend: in blazkze, een Jlockìge Alveye~z dwarsbalk. Zijn zoon Nicolas des Mares had tot vrouw Christina Bailleul, voerende: in: blauw em schuinkruis vau vaiy, wier moeder, eene ~ Rieulay, cen .mari ankerkruis in goud voerde. Hun zoon was: Pierre (ook al genaamd Porus) des Mares, heer van Mares en Matringen. Goethalsin zijn Nobilités Nobiliaires blz. 335 noemt hem secretaris en griffier van den Grooten Raad te Mechelen, welk ambt dus de aanleiding moet zijn geweest dat deze tal; der familie zich in die stad vestigde. Volgens het ridderdiploma aan zijn zoon uitgereikt, werd zijn huis tweemaal geplunderd en moest hij vijf jaren het land verlaten tengevolge van de ((rebel1ie11 . Hij was gehuwd met Jeanne d’Anderlecht, voerende : in zilver eefz rood kralis, vergezeld zwz 4 bruine (?) fiosthoorns met gouden mofzdstukken. Hare kwartieren wa.ren : Anderlecht X Schonvliet, Bonchorn X Besutz. (1) Hunne kinderen (voor zooveel zij ons bekend zijn) waren: Philippus des Mares moet geboren zijn omstreeks 1557, overleden 1608, oud 5 I jaar, was heer van Les Mares, Matringen en Walle. Zijn grafschrift wordt vermeld in het Grand Théatre sacré du Duch& de Brabant 1, I , blz. 61 : N D. Philippi des Mares Dni illius loei et Wallae. 11 Volgens het extract uit de genealogie der familie Baert de Berentrocle was hij president van de rekenkamer van Holland en Gelderland. Het schijnt dat hij kinderloos overleed, daar zijn broeder Jean hem in zijn heerlijkheden is opgevolgd. 2. Jeanne des Mares, overleden 25 October 1630, was in 1586 gehuwd met Arnoult Baert de Berentrode, burgemeester van Brussel en president in den grooten raad van {I) ANDERLECHT voerde: gevierendeeld: T en 4 in blauw drie zilveren lelies, z en 3 in rood een zilveren adelaar, hartschild: in rood een zilveren schuinbalk vergezeld van acht gouden blokjes, vier aan elke zijde van den balk, waarvan drie langs den balk en een in elk der ledige hoeken; BOUCHORN: in goud een groen hartschild met zilveren hartschildhoofd In een goud vrijkwartier, een roode schuinbalk beladen met drie zilveren hamers (in de richting van den balk) en gaande over een midden in het vrijkwartier geplaatst groen schildje : BEsuTz.: in zwart een rood gekroonde gouden leeuw. - Mechelen. (1) Het extract uit de genealogie der familie Baert vermeldt dit aldus: Messire Baert seigneur de Berentrode, de 1Volfersum, Waesberghe et Rodenbeke, Echevin et Bourgemaitre de Bruxelles, Epousa dans la dite ville le 4 Decembre 1586 D. Jeanne Des Mares, fille de Porus seigneur des Mares et Matringgien, et de Dame Teanne d’Anderlecht, luy assisté de Jean Baptiste van den Berghe, President de la Chambre de Compt.es en Brabant, et Pierre des Mares conseillier et receveur de sa Mat<: au Quartier de Tirlemont ses beaux fr&-es et d’Antoine van den Berghe son cousin, et ellc assistée de Philippes des Mares president de la Chambre de Compte d’Hollande et de Gueldre son fr&re et dom Pedro de Castro somelier de corps et gentilhomme de la Chambre du Dut de Parme gouverneur des Pays-Bas son beaus frère et de Messire Antoine van Os, Chevallier seig’ de Heembeke, Amman de Bruxelles son cousin. 11 3. J e an des Mare s, heer van Les Mares, Matringen, De Walle, etc.,. was gulden ridder, waarop het boven vermelde diploma van het jaar 1626, betrekking zal hebben. Hij was luitenantstadhouder van de leenen van Mechelen en stierf te Mechelen z Maart 1656 (z), volgens Goethals Miroir de Nobilités Nobiliaires blz. 336. Zijn grafschrift wordt vermeld in de Jurisprudentia Heroica de Jure Belgorum circa nobilitatem, blz. 442 ; de Zerli vertoont zijn wapen (schuinbalk vergezeld van rozentakjes). Hij wordt daar genoemd (1 Joannes de Marés Eques auratus Dom. Dticti) loco, Matringen, Viialle, etc. I) Als zijn echtgenooten vinden wij in aanteekeningen vermeld : 1’. Marie Preud’homme en 2’. Cathbrine d’Helcourt, (3) doch Goethals noemt als zoodanig Anna van den Cruyce vrouwe van Hollebeek. Waarschijnlijk was hij de vader van de straks te noemen personen, bekend als kleinkinderen van Pierre of Porus en Jeanne d’Anderlecht. 4. Pierre des Mares, raad en ontvanger _~ ~_ ~~~~~~~~ ( 1) BAERT voerde: in rood een zilveren keper vergezeld van 3 gouden sterren en e’en gouden schildhoofd met een gaanden leeuw van blauw. Helmteeken: een gebaarde mansbuste met roode muts en kleeding. Dit -xapen vertoont een opmerkelijke overeenkomst met dat van de Noord-Brabantsche familie Nuyts. (Gen. letter FE. no. 3, noot 4.) (2) Dus honderd jaar na de geboorte van zijn oudsten broeder, hij zal dus een hoogen leeftijd bereikt hebben. Dat hij werkelijk een zoon van Pierre en Jeanne d’Anderlecht was blijkt uit de kwartieren op zijn grafsteen. (3) Deze echtgenooten vind ik vermeld op blz. 544 van den bundel verzamelde stukken door Mr. Trip de Marez bijeengebracht. Daar echter de hierbedoelde Jean de M. met verschillende andere gelijknamige personen placht verward te worden? o. a. met den overgrootvader van den heer van Sancourt, 1s het zeer goed mogelijk dat deze met de beide genoemde dames gehuwd is geweest. van %. M. den koning van Spanje in het kwartier van Tirlemont, bovengenoemd als getuige bij het huwelijk van zijn zuster met den heer Baert de Berentrode in 1586. Of hij gehuwd was en kinderen naliet is ons onbekend. 5. \Vaarschijnlijl; was er nog een dochter, gehuwd met dom Pedro de Castro, lijfschenker en edelman aan het hof van den hertog van Parma te Brussel, daar deze bij het huwelijk van de vrouwe van Berentrode als haar zwager vermeld wordt (zie boven). Uit het huwelijk van Jean des Mares, zooeven genoemd en Anna van den Cruyce zijn waarschijnlijk de volgende personen geboren, die wij in ieder geral als kleinkinderen van Pierre en Jeanne d’Anderlecht vermeld vonden. I. Jacques baron des Mares, heer van de Walle, hoog-baljuw van het land van Waas, overleden 18 October 1678 en begraven in de kerk te Belcele in het land van Waas onder een blauwen met wit marmer omlijsten zerk. Het opschrift door het Tijdschrift van het Land van Waas meegedeeld luidt : Ostium momenti amplicissimi viri Domini D. Jacobi Baronis Des Mares dni van de Walle, archipraetoris Wasiae hereditarii, etc. obiit A” 1678, 18 Octobris et nobilissimae Dominae D. 1Mariae Ferdinandae Du Quesnoy ejus conjugis obiit I Decembris A” 1673 R. 1. P. Hij ontving in 1663 den titel yan baron, zijn wapen bleef tlaarbij onreranderd, zooals het boven beschreven is (,schihdk mfgezcld vair rozentn$jes). Hij huwde I . hl a r i ;L Ferdinand a du Quesnoy, overleden I D e - cember 1673 en begraven te Belcele in het land Waas, 2O. . . . . . . . . P 0 i vr e. 2. Jean Antoine des Mares, (I) burgemeester van Mechelen. 3. Marie Isabelle des Mares, (z) gravin van St. Remy (of dit graafschap haar zelve of haren man toebehoorde is niet duidelijk), overleed in 17 13 ale weduwe van Don . . . . . . . . . . P ac h e c o en stichte een liefdadige instelling te Brussel bij de Schaarbeeksche poort. Verder zullen wellicht tot deze familie behoord hebben : Il . Guillaume Desmares in 1671 gehuwd met Anna van de Wiele, geboren te Nechelen in Maart 1627. Zie Goethals blz. 897. (3) ._ ( 1) Of hij een broeder van den baron des Mares was is ons niet met zekerheid bekend, het kan ook een volleneefzijn geweest. (2) Zij was in ieder geval een zuster van den baron des Mares. (3) Wij zullen echter zoo aanstonds zien, dat er nog een andere tak van het geslacht de Marez te Mechelen geweest is, die misschien tot tle Hollandsche familie kan gerekend worden. - 84 - l b. Jacques Desmares, prefect van den Leenhove van Mechelen, die 1660 Jacques van den Berghe ten doop hield. Zie Goethals blz. 589. Wellicht moet uit dit feit worden afgeleid, dat Antoine van den Berghe, boven vermeld als zwager van Arnoult Baert de Berentrode ook met een dochter van Pierre de Mares en Jenne d’Anderlecht gehuwd was, en dat Jacques dus ook tot Pierre’s nakomelingen behoorde. c. Barbara de Mares, vrouw van Jacob d e Froymont, overleden 15 Februari 1634. Zie Théatre SacrC: du Brabant, 1. I. 40. tl. Anna Maria de Mares, weduwe van Sr. Gilles Bouvet, ridder heer van Villersct, raad en lid van de rekenkamer van Brabant, overleden 6 April 1656. e. Anna Maria de Mares, overleden 17 September 1612, oud 57 jaar, vrouw van Mr. Pieter Esquens, secretaris van Ferdinand .en Isabella. f: Emmerentia de Mares , vrouw van Antonius de Vriese, heer van Rivike en Ganshoven, overleden 3 Juli 1653. g. Heer Piet er de Mares, raad en controlleur van de artillerie, overleden 24 Augustus 1662 , gehuwd met Marie Mouchet. Ja. Hubert de Mares, kapitein van het belegerd Maastricht, die tot belooning ridder werd gemaakt, daar hij verklaarde als geboren edelman voor een nobilitatie niet in aanmerking te willen komen. Zie Jurisprudentia Heroica, blz. 17 en 28, i. Een rechter des Marets wordt vermeld op blz. I 2 2 van laatstgenoemd werk. k. Een Sr. des M arests, conseiller et M“. des Requestes ordinaire il l’hostel de l’Empereur, voorkomend in een acte van 1546, vermeld op blz. I 88 van dat werk. Volledigheidshalve vermelden wii in dit verband ook nog: Antoine Desmarets escu!er, seigneur de Lannoy , gehuwd met Elisabeth de Lelos, wier dochter ,1/I ar i e Anne Desmarets in 1711 begraven werd in de kerk van Wail na 5 Juli 1683 gehuwd te zijn met Philippe François de Hauteclocque, escuyer, seigneur de Quatre Vaux, iiail, Belvalet, Flines, Auberchicourt, Ligny, St. Flochet. Zie Goethals 11, blz. 441. Blijkens de heerlijkheclen van haar echtgenoot hebben wij hier met personen te doen, die in het land van Kamerijk of aangrenzende ge westen gevestigd waren. F. Tak van Pieter de Marez, zoon van Jan Jacobszoon den ouden. In de F;enFalogie (letter B. no. z) hebben we gezien, dat toen Jan de Marez Jacobszoon __~~____~ . - 85 - den ouden in 1604 te Delft overleed, één zijner zonen met name Pieter te Antwerpen gevestigd was, waar hij de onroerende goederen zijn, vaders in bezit was blijven houden. Waarschijnlijk had er bij hem, om welke redenen dan ook (bijv. wegens huwelijk met een Roomsche vrouw) geen bezwaar bestaan om tot de Roomsche kerk terug te keeren, of althans af te zien van openlijke belijdenis van het geloof, waarin hij door zijn vader was opgevoed, want anders had ook hij de stad na de inname door de Spanjaarden binnen den gestelden termijn moeten verlaten. (1) Dat hij katholiek was wordt bevestigd door dit feit, dat hij als getuige (van den bruidegom) optrad bij het huwelijk van Anna Heusch en Heinrich Ullens (zoon van Georg en Catharina Hack), welk huwelijk 27 Januari 1.590 te Antwerpen werd voltrokken. (2) Of de in de genealogie vermelde zeevaarder Pieter de Marees een zoon van hem was moet daarom betwijfeld worden, tenzij deze weder tot de gereformeerden overgegaan en naar Noord-Nederland uitgeweken mocht zijn. Zeer waarschijnlijk zal de oude Pieter de vader geweest zijn van Nicolaas de Mares, die in 1655 te Antwerpen in de St. Andrieskerk begraven werd onder een zerk met het opschrift : ccsepulture van den eersame Nicolaas de Mares sterf den 19 Augustus A”. 1655 Ridt V. D. S.I) Verder deelde Dr. G. van Doorslaer te Mechelen, die daar ter stede onderzoekingen deed naar 17e eeuwsche en 18” eeuwsche medici, ons mede, dat Pieter de Mares en Maria van Dijcke 20 September 1605 te Mechelen een zoon Simon lieten doopen. Wat den leeftijd aangaat kan hier de oude Pieter kwalijk zijn bedoeld, daar die in 1605 reeds niet jong meer zal geweest zijn (zijn jongere broeder Nicolaas, de stamvader van den Groningschen tak huwde in 1574), men zal hier dus aan een zoon van den ouden Pieter hebben te denken, en broeder van den bovengemelden Nicolaas, die in 1655 te Antwerpen begraven is. Dit wordt bevestigd door een schepenbrief op perkament, waarvan de inhoud, ons eveneens door den heer Van Doorslaer werd medegedeeld. Daarin wordt verklaard, dat zekere personen ((wel ende wettelijck verkocht hebben aan Peeter de Mares (I) In aanteekeningen uit de 18e eeuw, waarin gepoogd wordt dezen Pieter maken tot den stamvader van de familie De Marees met de zeemeermin, lezen wij dat zijn zoons Antwerpen zouden verlaten hebben ,,ten tijde van Dut d’Alba sijn vervolging int allerlaatst van zijn regeeringe” dus v66r 1574. Dit is blijkbaar uit de lucht gegrepen, immers Pieter woonde nog in 1604 met zijn gezin aldaar. (2) Zie Beittige und Material zur Geschichte der Aachener Patricierfamiliën von Freih. H. A. von Ftirth, blz. 7. poorter deser stede (Mechelen) over ende tot behoeve van Sr. Nicolaes des Mares sijnen broeder, woonende tot Antwerpen, een stuck lants . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . gegeven in ‘t jaer ons heeren XVIC ende sessendertich op den dryentwintigsten dach van Februari. D Pieter’s zoon Simon Desmares werd doctor in de Medicijnen en had volgens mededeeling van Dr. van Doorslaer nakomelingen, waaronder hij in 1718 een anderen doctor met name Ignatius Antonius D. heeft aangetroffen. Tot de zooeven behandelde familie der heeren van Des Mares, Matringen en Walle, hoewel die ook hoofdzakelijk te Mechelen resideerde, schijnen deze doctoren niet behoord te hebben. Het is echter opmerkelijk, dat de naam Simon ook voorkomt bij het voorgeslacht der familie De Mares met de zeemeermin (later te behandelen) en dat volgens sommige gissingen, in de 18’ eeuw met betrekking tot de afkomst dier familie gewaagd, haar stamvader Simon de Marees uit W’esel naar Amsterdam gekomen, een zoon zou geweest zijn van Pieter de Marez (zoon van Jan Jan Jacobszoon den oude) te Antwerpen. Gelijk we later zullen zien is die gissing ongerijmd, daar bedoelde Simon te oud was om een zoon te zijn van Pieter, die ongeveer zijn tijdgenoot is geweest. Waarschijnlijk heeft Mr. Louis Trip de Marez, wetende dat Pieter de Marez te Antwerpen (broeder zijns betovergrootvadersj een zoon of kleinzoon had die Simon heette, juist daarom de gissing gewaagd, dat Simon de M. uit Wezel een zoon van Pieter de M. uit Antwerpen zou zijn geweest. Volgens een andere gissing was Simon uit Wezel geen zoon van Pieter uit Antwerpen, maar van diens oudste broeder Hans (gen. letter A, no. I.), een gissing, die natuurlijk chronologisch even onhoudbaar is , gelijk wij later meer uitvoerig zullen aantoonen, wanneer wij de familie De Marees ((met de zeemeerminn behandelen. G. De familie De Marez uit Valenciennes naar Amsterdam gekomen. In het zonderlinge testament van 1739, waarbij Mr. Trip de Marez de 5 hoofden van verschillende takken van zijn geslacht tot erfgenamen instelde, komen nevens de vertegenwoordigers van 3 takken, die met zekerheid tot zijn geslacht behoorden, ook twee hoofden voor van takken, waarmee de samenhang onzeker was, n.1. de heer van Sancourt, en Jacobus de Marez, woonachtig op het Singel te Amsterdam, behoorende tot een familie, die eerst - 86 - na de herroeping van het Edict van’ Nantes uit Valenciennes gekomen was. Mr. Trip de Marez was met hem in correspondentie getreden ; in een brief van 11 December 1734 schreef Jacobus de Marez, dat hij tot wapen voerde : ee92 Rruu met 4 rozen ex twee gr e - geweest, dochter van A d r i a e n A 1 d e r t szoon H o d e n p i j l e n Jannetje de Bruyckkrs.(I) Den 7 Juli 1680 werd, blijkens trouwboek te Gouda vandaar attestatie afgegeven tot zijn huwelijk met Joppina Hodenpijl wed. van Schiedam en aldaar woonachtig. (2) Zij werd reeds 18 October 1687 te Schiedam begraven. Christoffel Pierson trouwde voor den derde maal met Amarant h e M ar i a P a u w , die 21 October 1710 te Gouda begraven is. (3) De schilder Pierson heeft afwisselend te Gouda en te Schiedam gewoond; den 16 Mei 1654 werd hij poorter te Gouda. In December 1662 werd aldaar in de Remonstrantsche gemeente een dochter Anna van hem gedoopt. Hij was 1674-‘76 luitenant der burgerij aldaar en 1674-‘80 tuchthuisvader. Na zijn tweede huwelijk verplaatste hij zich naar Schiedam, doch 4 Augustus 1092 werd hij weder te Gouda op ziln ouden poorterseed geadmitteerd (4), den 1.5 Augustus 17 14 is hij aldaar begraven. Levensbijzonderheden omtrent Christoffel Pierson kan men vinden in de verschillende werken over Hollandsche schilders ; vrij uitvoerig handelt vooral Jacob Campo Weyerman in zijn levensbeschrijving der Nederlandsche Kunstschilders (1729) over hem. Deze deelt mede dat Pierson kort na zijn huwelijk een kunstreis door Dnitschland ondernemende (1653), beland is in het kamp van den Zweedschen veldmaarschalk von Wrangel, voor wien hij portretten vervaardigde, die zoo goed voldeden, dat de maarschalk hem trachtte over te halen zich aan het* Hof van koningin Christina als hofschilder te verbinden, waar hem titels en allerhande gunstbewijzen zouden worden toegekend, doch dit aanbod wees hij van de hand. Behalve schilder was hij ook dichter, hij komt voor in het register dergenen, die de Psalmen David’s in Duyts Rijm hebben gebracht. Ook vervaardigde hij een dichtbundel ((Antwoorden van de Grieksche vorsten op twaalf van Ovidius Nazoos Treurbrieven der Blakende Vorstinnen,, en andere dergelijke geschriften. Uit het tweede huwelijk was te Schiedam een zoon A 11 a r d (5) geboren, bij wiens doop onder (1) Zie Vorsterman van Oyen, Deel 11, pag. 69. (2) Met haar eersten man schijnt zij te Gouda gewoond te hebben. (3) Het bekende Amsterdamsche regeeringsgeslacht Pauw, dat in de geschiedenis der republiek een belangrijke rol gespeeld heeft, was afkomstig uit Gouda. Er schijnt een tak aldaar gevestigd te zijn gebleven. (Zie over die Goudsche Pauwen: Alg. Ned. Familieblad je. jaargang.) (4) Al deze bijzonderheden zijn ontleend aan het geschrift van den heer Scheltema. (5) Allard, dezelfde voornaam als Aldert, kwam van ouds veelvuldig voor in het geslacht Van Hodenpijl. Deze familie stamt n 1. af van Aldert v. H., overleden I 534, die geacht 10 - anderen getuige was Johan Hodenpijl, oud-burgemeester, oom der moeder. Deze Allard huwde 22 September I7ogmet Maria Schorel, j. d.van Gouda een predikantsdochter, uit welk huwelijk 17 Alxil 171 I en 3 Februari 17 15 te Gouda 2 zoons Christoffel en Dirk gedoopt zijn. Hij hertrouwdemet C a t h a r i n a v a n d e Wegh, z u s - ter van Cornelis, predikant te Nierkerk, dochter van Arnold enClasinaRavensbergh.(I) De zooeven genoemde Christoffel Piers o n J u n i o r wasbij Maria van Linschoten met wie hij 20 Januari 1737 te Gouda gehuwd was, de vader van A 11 ar d P i e r s o n, diaken der Waalsche gemeente te Gouda 1762165 en 1770/73, ouderling 1774177, 1780184, I787:go. Hij liet uit zijn huwelijk met C o r n e l i a G e e r t r u i d a B o o n in de Waalsche gemeente doopen Ig Augustus 1765 een zoon Pierre, 14 Augustus 176Q een zoon Dirk c. a. d. Theodore. Zijn zoon A 11 a r d, geboren te Gouda I November 1770 schijnt niet in de Waalsche Kerk gedoopt te zijn. Deze heeft een zekeren naam gemaakt als dichter (zie : v. d. Aa, Biogr. Woordenboek.) en was hervormd predikant te Amstelveen, in den Franschen tijd, bekend om zijn Orangistische gevoelens, waarom vele Amsterdammers bij hem ter kerk kwamen en onder deze ook de familie van zijn latere tweede vrouw. Hij was n.1. eerst gehuwd geweest met M aria Ca t h ar i n a van d e r S t e e n , weduwe met I zoon van Abraham Seba-Marcus (2 j, die hem te Amstelveen 27 December 1798 een zoon schonk, binnen enkele weken overleden, kort waarop -ook zijn vrouw hem ontviel. Hij hertrouwde 8 Juni 1800 met J o h a n n a Elisabeth Gr e gory, dochter van Jan L odewijk Gregory, consul-generaal van Pruisen te Amsterdam (3). Kort daarop is hij beroepen te wordt een zoon te zijn geweest van Jan van Hodenpijl, Hoeksch edelman, wiens goederen verbeurd verklaard werden, en die na gevangen te zijn genomen in den slag bij Brouwershaven (1490) te Dordrecht met andere edelen onthoofd is. Zijn weduwe, een jonkvrouwe van Brederode moest langen tijd met haren zoon Aldert rondzwerven en vestigde zich ten slotte te Schiedam. (1) Wellicht is uit dit tweede huwelijk geboren Joannes Pierson, geboren 30 December 1730, overleden 29 October 1759, gehuwd 3 Augustus 1750 met Maria Elisabeth Cannegieter, dochter van Hendrik, rector te Arnhem. Joannes Pierson was rector te Leeuwarden en wordt geroemd als kundig en smaakvol beoefenaar der Grieksche treurspeldichters (Zie geneal. Cannegieter blz. 44, waar men ook hun kinderen vindt.) Zijn weduwe hertrouwde met F. H. Reen. raad van Leeuwarden. (2) Zie de genealogie van het bekende geslacht Marcus bij Vorsterman van Oyen Stam- en Wapenboek Deel 11, blz 164. (3) Deze familie Gregory, van Duitschen oorsprong, heeft in de ~ge eeuw verschillende hooggeplaatste magistraatspersonen, krijgslieden enz. aan ons land geschonken. Zij voert hetzelfde wapen als het geslacht Gregory in Saxen en Silezië, - 11 - Alkmaar, waar zijn zoon J a n L o d e w ij k C r egor_$- Pierson, de man van Ida Oyens, gelijk wij zagen, is geboren. (I) In Vorsterman van Oyen’s Stam- en Wapenboek Deel 11, blz. 17 is een artikel aan de familie Pierson gewijd, waarop we gemeend hebben hier eenige aanvullingen te moeten geven. 6 7 . Waller. Uit het huwelijk van H e n r i e t t e A d r i a n a 0 yens, dochter van H endr i k 0 yens en P e t r o n e l l a A d r i a n a d e Marez v a n Zuylen, m e t J o a n n e s D e o d a t u s Wai- 1 e r zijn de volgende kinderen geboren : 1. Hendrik Jan Waller, g e b o r e n teAmsterdam 16 April 1832, overleden aldaar Ig Februari I 835. P e t r o n e l l a A d r i a n a Waller, gebo& te Amsterdam 23 Juni 1833. 3. C a t h a r i n a E l i s a b e t h Waller, g e - boren te Amsterdam IO April 1835, overleden aldaar z September 1837. 4, H e n d r i k J a n W a 11 e r, geboren te Amsterdam 3 December 1836, overleden aldaar 29 September I 837. 5. H e n d r i k W a 11 e r, geboren te Amsterdam 28 September 1837, beehuwd te Zwolle IO Mei 1861 met S o p h i a C r i s h o n a W i t s e n - E l i a s , geboren te ‘s Graveland 16 Februari 1832. Haar ouders waren Pieter m’itsen-Elias ( z o o n van Mr. Pieter commissaris van Amsterdam en van Adriana Wilhelma Clara Fabricius) en Jkvr. C o rn e 1 i a M a r g a r e t h a v a n L o o n (dochter van Jhr. Mr. Jan Willem, commissaris van Amsterdam, meesterknaap van Gooiland en van Jkvr. Philippina Constantia Isabella van Weede). Hare 16 achterbetovergrootouders van vaderszijde behoorden ott de geslachten : E li a s X De Bruyn, Van Tongeren X Cornelissen, W i t s e n X Hooft, Hooft X Hinlopen ; F a b r i c i u s X D e W i t t , Huyghens X De Wijs, V a n H a e f t e n X P e d e l , Storm van ‘s Gravesande X Van Bronckhorst, de 16 achterbetovergrootonders van moederszijde: Van L o o n X Van Huntum, Van Loon X Graswinckel, W o 1 ter s X Quina, Munter X Piso; V a n W e e d e X V a n Weede, V a n Arckel X Smissaert, S t r a a 1 m a n X Kops, Van Meekeren X Rutgers van Rozenburg. Hunne kinderen volgen onder letter A. 6. H e n d r i k J a n Waller, geborenteAmdat 24 April 1789 den titel ontving van baron des ti. R. Rijks (Zie: Rietstap Arm. Gen 1, 823.) (1) Zijn oudere broeder Allard Cornelis, kapitein van Se genie, later directeur der gemeentewerken te Amsterdam, had verschillende kinderen, o. a. een zoon J. L. Pierson. ingenieur in Indie. sterdam Ig Mei 1839, overleden aldaar I Januari 1840. 7. I d a Waller, geboren te Amsterdam 2g Maart 1841, huwde aldaar 2g October 1863 met haar neef Mr. H e n d r i k .O y en s, geboren te Amsterdam 6 Januari 1837. Zijn ouders waren H e n d r i k G e r a r d 0 y e n s (zoon van Hendrik en Anna Petronella de Marez van Zuylen) en U rs u l a C h r i s t i n a M a g d a l e n a M e t z l e r (dochter van Joan Elias en Anna Geertrui Wendorp). (Zie boven artikel Oyens.) Dit huwelijk is kinderloos. 8. A l e t t a M a r i a Waller, geborenteAmsterdam 15 Juni 1842. 9. Jan L o d e w ij k W a 11 e r, geboren te Amsterdam 18 Mei 1843, huwde aldaar 20 Novemb e r 1873 m e t M a r i a F r e d e r i k a Quien, geboren aldaar 19 Januari I 850. Hare ouders war e n C a r l F r e d e r i k Quien, r i d d e r v a n d e n Ned. Leeuw, koopman te Amsterdam en D o r ot h e a F r e d e r i k a E c k s t e i n . Hun kinderen volgen onder letter B. 10. J o a n n e s D e o d a t u s Waller, g e - boren te Amsterdam Ig Augustus 1844, huwde aldaar g September 1869 met M a r i a C h r i s t in a M a r t e n s, geboren te Samarang 14 Mei 1848, dochter van Jacobus M art ens en van M ar i a S o p h i a J e a n n e t t e L u y c k . Hun kinderen volgen onder letter C. 11. H e n d r i k A d r i a a n W a 11 e r, geboren te Amsterdam 30 October 1846, overleden aldaar 13 November 1848. 12. Dr. G e r r i t \V a 11 e r, geboren te Amsterdam 20 December I 847, medisch doctor aldaar, gehuwd te Amsterdam 23 October 1884 met A n n a Beuker , geboren aldaar 29 Januari 1862, dochter van J a n B a r e n d B e u 1; e r, lid van den raad van Amsterdam en van E 1 i s a b e t h A n t o i n e tt e P h i l i p p i n e B u y s . Hun kinderen volgen onder letter D. 13. H e n r i e t t e A d r i a n a Waller,geboboren te Amsterdam 2 1 Juli 1849, overleden te ‘s Gravenhage 25 Mei 1884. Zij huwde te Zeist 7 Juli 1870 met Jonkheer Mr. G e r r i t d e B o s c h K e m p e r, secretaris-generaal van het departement van Waterstaat, handel en nijverheid, ridder in de orde van den Ned. Leeuw enz., geboren te Amsterdam 2 October 1841. Zijn ouders waren Jhr. M r . J e r o n i m o d e B o s c h K e m p e r, hoogleeraar te Amsterdam, lid van den raad die stad, van de Prov. Staten van N.-Holland en van de 2e kamer der Staten-Generaal (zoon van Prof. Jhr. Mr. Joan Melchior Kemper uit diens huwelijk met Christina d e V r i e s ) e n M a r i a A l e t t a H u l s h o f f . (1) In zijn bezit bevinden zich de familieportretten der De Vlaming van Outshoorn’s enz. uit de familie De Marez afkomstig. * - Hij hertrouwde 15 Mei IS88 met Johanna A d r i a n a baronesse v on F r i d a g h, geboren te Dieren 3 Sept. 1853 (dochter van Mr. Gijsbert Lucas Geerlig en van Jkvr. Jaqueline Eleonore Isabelle van Nahuijs). De kinderen uit het eerste huwelijk volgen onder letter E. A. Uit het huwelijk van H e n d r i k W a 11 e r e n S o p h i a C h r i s h o n a W i t s e n E l i a s : I. J o a n n e s D e o d a t u s Waller, g e b o - ren te Amsterdam 5 April 1862, gehuwd te Doorn 5 A p r i l 1894 m e t J o h a n n a M a r g a r e t h a van de Kaste e 1 e, geboren te Oosterhout 27 Augustus 1858, dochter van den majoor F re d er i k C a s i m i r S a m u e l v a n d e K a s t e e l e e n v a n E m i l i a C o r n e l i a S a n g s t e r . Hare overgrootouders van vaderszijde behoorden tot de geslachten: Van de Kasteele X Craeyvanger, Van Bosvelt X Grenier de Variencour. Dit huwelijk is kinderloos. 2. Hendrik Lambert Waller, geboren te Amsterdam 18 Juni 1865, overleden te Katwijk aan Zee 16 September 1873. 3. A d r i a n a WilhelmaClara Waller, geboren te Amsterdam 28 Mei 1866. 4. H e n r i e t t e M a r g a r e t h a Waller, geboren te Amsterdam 8 Juni 1867. 5 . A u g u s t e J o s e p h A l p h o n s e Wal- 1 e r, geboren te Amsterdam 22 Mei 1868, overleden aldaar 6 Januari 1874. 6. H e n r i e t t e A d r i a n a Waller, g e b o - ren te Amsterdam 21 Mei 1870, zal D. V. in het huwelijk treden met Mr. H en dr i k W i 11 em Hovy, advocaat bij den Hoogen Raad. Zijne ouders zijn W i 11 e m H o v y, lid van den Raad van Amsterdam (zoon van Hendrik en Elisabeth van Vollenhoven) en P a u 1 i n a G e e r t r u i d a T u t e i n-N o 1 t h e n i u s (dochter van Gulian en en Anna Maria Emilia Martini-Buys). Hij is een nakomeling van E 1 i s a b e t h d e M a r e z (Genealogie letter F.A. no. 7) gehuwd met L o de w ij k d e B a s, heer van Horstermeer, wiens kleindochter Sophia de Bas, gelijk wij in no. g van deze Bij lage gezien hebben, is gehuwd met J a n M a rcelis. De achterbetovergrootouders van vaderszijde van Mr. H. W. Hovy behoorden namelijk tot de geslachten: Hovy X Van der Poorten, Dedel X Crommelin, Van Vollenhoven X van der Poorten, Backer X Marcelis. - Van moederszijde: Nolthenius X Arntzenius, Tutein X Tutein, lMartini X Buys, Strick van Linschoten tot Loenersloot X Coenen. 7. K a r e l Daniel Waller, geborenteAmsterdam 2g Mei 187 1. student in de rechten. 12 - 8. D e o d a a t C o n s t a n t i j n Waller, g e - boren te Amsterdam 14 October 187a, overleden aldaar 27 December 1873. 9. W i l l e m M a u r i t s Waller, g e b o r e n t e Amsterdam 28 December 1873, gehuwd in Engeland in September I8gg (de formaliteiten door de Nederlandsche wet vereischt hadden eerst eenige maanden later plaats) met M a r i o n G i b b o r d. Zij wonen te Surbiton in Engeland. B. l>e kinderen van Jan L o d e wij k Wall e r e n M a r i a F r e d e r i k a Quien z i j n : I . A u g u s t a F r e d e r i k a Waller, g e b o - ren te Amsterdam I November I876. 2. P i e t e r A d r i a a n W a 11 e r, geboren te Amsterdam 15 Januari 1878, overleden aldaar 20 Maart 1878. 3 . J a n L o d e w i j k Waller, geborenteAmsterdam 21 Mei 1879. 4, A d è l e E l e o n o r e Waller, g e b o r e n t e Amsterdam 18 September 1881, overleden aldaar 3 December 1883. 5. M aria Chris t i na Wal 1 er, geboren te Amsterdam 13 Maart 1883. C. De kinderen van J oannes D eo dat U S Waller e n M a r i a C h r i s t i n a M a r t e n s zijn ; 1. H e n d r i k A d r i a a n W a 11 e r, geboren te Amsterdam 25 September 1870, gehuwd te Baarn I S e p t e m b e r IBg8met C a r o l i n e Mac G r e a l T o w s e y, geboren te Galveston (N. America) 23 Februari 1874, dochter van Samuel Augustin Towsey en van Josephine E. Taylor. Uit dit huwelijk is te Banjoewangi 25 Juni r8gg geboren een dochter Maria Christina M a c h t e l d Waller. 2 . J o h a n n e s J a c o b u s W a l l e r , g e b o r e n te Amsterdam 18 Januari 1872, overleden aldaar I 5 December 1872. 3. A r n o u d W a 11 e r, geboren te Amsterdam 6 October 1873, luitenant ter zee. 4. 1 d a W a 11 e r, geboren te Amsterdam 13 Maart 1875, overleden te Baarn 21 Juni 1887. 5 . Jacques Marie W aller, geboren te Amsterdam 16 Mei 1878, overleden aldaar 20 Mei 1879. 6. Agnes W al1 e r, geboren te Amsterdam 16 April 1880, overleden aldaar 31 Januari 1882. 7. M a c h t e l d T h e o d o r a Waller, g e - boren te Amsterdam 28 Februari 1882. 8. Aleid Wendela Waller, g e b o r e n t e Amsterdam 31 December 1884. (Wordt vervolgd.) 1900 p. 57-60 DOOR MR. H . J . KOENEN. .~ ~~~ (Vervolg.) D. De kinderen van Dr. Ge r r en A n n a B e u 1; e r zijn : i t W’ a 11 e r f. J a n B a r e n d Waller, g e b o r e n t e Xmsterdam 3 December 1885. 2. H e n d r i k W’ a 11 e r, geboren ,te Amsterdam U Januari 1SS7. 3 . P i e t e r A d r i ‘a a n W a 11 e r, geboren te Amsterdam zo Januari I 89.3. 4. E r n s t Waller, geboren te Xmsterd am 13 Februari 189s. j E . De kinderen van H e n r i e t t e A d r i a n a Waller e n J h r . YIr. G e r r i t d e B o s c h Ii e m p e r zijn : I. J h r . Joan LI e l c h i o r d e B o s c h Kemp e r, geboren te ‘s Gravenhage 26 Klaart 1S72, is in America gehuwd en heeft kinderen. 2. J k v r . J o h a n n a D e o d a t a d e B o s c h I< e m p e r, geboren te ‘s Gravenhage 7 Alei 1874, overleden aldaar 6 April 1819. 3. Jhr. J eron imo de B o SC h Ii e mp er, geboren te ‘s Gravenhage 8 Juni ISSO. Met betrekking tot het geslacht Waller zij opgemerkt, dat dit uit twee takken bestaat, die tot jongsten gemeenschappelijken voorvader hebben gehad Elbert Waller, geboren te Harderwijk 30 hugustus I 6g I > die zich te Amsterdam vestigde en aldaar 8 AIei 1712 huwde met Ge ertruy de Goej e. Zijn oudste zoon G ij s b e I’ t W’ a 11 e r, te Leiden woonachtig was bij zijn derde vrouw Elisabeth Prins de vader van Herman Waller, die zich weder te Amsterdam vest.igde en met een dochter van den Amsterdamschen predikant Ds. Rutgerus Perizonius huwde. Dit waren de grootouders van C at h a r i n a R u t g e r a Waller gehuwd met 1Mr. N. G. P i e r s on. (Zie boven het artikel Pierson.) De tweede zoon van Elbert en Geertruy de Goeje, met name J a n W a 11 e r, huwde te Amsterdam 22 Mei 1753 met C o r n e 1 i a v a n S p r a n g h, uit welk huwelijk Elbert Waller gehuwd met E v e r d i n a #u yl e n bu r gh, die de grootouders waren o. a. van J oannes D eodatu s Waller gehuwd met Henriette.Adriana Oyens, v a n A l e t t a M a r i a Waller, d e vrouw van Mr. G. H. de M arez 0 yens en van C o r n e l i a J o h a n n a Waller g e h u w d m e t A 1 e x a n d e r Voùt e, wier dochter, gelijk we in het artikel Qyens. gezien hebben, met een Iid van dc familie Oyens gehuwd is. De acht overgrootouders van Joannes Deodatus Waller vindt men op den kwartierstaat van H. J, de hlarez Oyens in de Eerste Bijlage. Over de verdere vertakkingen, alsook over de afkomst van het geslacht Waller raadplege men (1 Het geslacht W’aller)) door F. G. Waller, alsmede het artikel WFaller in Vorsterman van Oyen, Stam en Wapenboek, Deel 111, blz. 317, welk artikel, dank zij latere ontdekkingen met betrekking tot den oorsprong van dit -geslacht vollediger is dan het eerstgenoemde werk. Met verwerping van mondelinge overleveringen, volgens welke de familie een tak zou zijn van het Engelsche geslacht Waller, mag men thans aannemen, dat zij haar naam ontleende aan het leengoed Waller bij Nijkerk, hetwelk in de 14’ en 15’ eeuw door de Van 1Valler’s als ministeriales bezeten werd. Toen dit goed in andere handen was overgegaan en de vroegere bezitters in de stad Elburg gevestigd waren, gingen deze zich kortweg Waller noemen. 6 8 . lirandolle. Uit het huwelijk van P e t r o n e 1 1 a A d r i a n a d e Marez Oyens e n R e i n h a r d t Nico- 1 a a s L a u r e n s M i r a n d o 11 e, ridder van deii Sederlandschen Leeuw, president van de Bijbank der Nederlandsche Bank te Rotterdam (1) zijn geboren : I. (3e o r g i n e L o u i s e C h a r l o t t e Ant o i n e t t e &I i r a n d o 11 e, geboren te Rotterdam 17 Februari 1865, overleden aldaar r I J a n u a r i 1871. 2. A 1 e t t a >í a r i a hl i r a n cl o 11 e, geboren te Rotterdam 4 AIei 1867. 3. C a t h a r i n a E l i s a b e t h Mirandoll e , geboren te Rotterdam 22 December 1870. 4. C h a r l e s Francois M i r a n d o l l e , geboren te Rotterdam z Juni 1872. 5. C o r n e l i a J o h a n n a M i r a n d o l l e , geboren te Rotterdam 7 Juni 1874. De familie Mirandolle stamt at. van F r a n s P i c o graaf van Mirandola, wien keizer Sigismund in 1414 den titel van graaf van Concordia schonk. Andere takken van dit geslacht, gevestigd in Italië en Guyenne hebben later de titels gekregen van markiezen van Concordia, hertogen van Mirandola, en prinsen van het H. Roomsche Rijk. De Hollandsche tak stamt af van den tak Pic de Blaye, gesticht door Scipio Pic, jongsten zoon (5) Zijn qualiteiten komen onjuist en volledig voor in de genealogie, evenals zijn voornamen e van den eersten graaf van Concordia_ Deze Scipio, die in dienst van Karel VII van Frankrijk de stad Blaye in ‘Gascogne op de Engelschen veroverde, vestigde zich aldaar. Zijn nageslacht bek1eedd.e er aanzienlijke ambten tot op de herroeping van het Edict van Nantes, toen J e an Pi c de M i r and o 11 e d e B 1 a y e, escuyer heer van Louzanues, koninklijk rechter van La Bouheyre. uit zijn ambten ontzet werd, naar Nederland moest vluchten en lid werd van de Waalsche gemeente te Rotterdam. - 58 Zijn achterkleinzoon H e n r y M i r a n d o 11 e v a n G h e r t, lijfarts van Prins mrillem V, was de vader van Willem Hendrik Mirandolle van Ghert, lijfarts van koning Willem 1, alsook van Mr. C h a rl e s F r a n ç o i s , president van Hof van Justitie in Suriname, uit wiens huwelijk met C h a r 1 o t t e A n t o i n e t t a v a n d e r Tuuk, R. N. L. Mirandolle geboren is. 69. Schouwenburg. Uit het huwelijk van C a t h a r i n a E 1 i s a b e t h de Marez Oyens e n J o h a n Eúgeen Theod o o r S c h o u w e n b u rg w e r d s l e c h t s é é n dochter geboren : J o h a n n a E u genia T h e o d o r a S c h o u - w e n b u r g, geboren te Amsterdam 20 Mei 1866, gehuwd aldaar IO Maart 1887 met P i e t e r T h e odo r u s v a n H o o r n, geboren te Amsterdam z Januari I 860. Zijne ouders waren Lu c i e n Ger a r d v a n H o o r n (zoon van Pieter Theodorus en diens 2e vrouw Elisabeth Maria Smissaert) en A n n a M a r i a M a r g a r e t h a v a n H o o r n (dochter van Quirijn Willem en Jkvr. Wilhelmina Cornelia van de Poll). Zie Vorsterman van Oyen, Stam en Wapenboek 11, blz. 89. Uit dit huwelijk zijn 2 kinderen geboren ; 1, L u c i e n G e r a r d v a n H o o r n, geboren te Amsterdam 2 November 1888. 2. C a t h a r i n a E l i s a b e t h v a n H o o r n , geboren te Amsterdam 17 Maart 1891. De 16 betovergrootouders van Johanna Eugenia Theodora Schouwenburg behoorden tot de geslac’hten : S c h o u w e n b u r g X Van Veen, Broes X Van der’ Hoolck; D e J o n g X Verburg, Bornwater X Troost ; - 0 yens X Van den Kommer, De Marez van Zuylen X Teyssen; W a 11 e r X Kuylenburg, Van Rhijn X Amsingh, De 64 oud-achter-betovergrootouders van Pieter Tlieodorus van Hoorn behoorden tot de geslachten : Van vadersvaderszijde : V a n H o o r n X Van Estel, Oetgens van Waveren X Backer, V a n B eau m o n t X De Jonge van Oosterland, Van Strijen X Kerckrinck, T e s t a r t X Crommelin, Slicher x De Hochepied, N o b e 1 X Bitter, Van der Marck X Arckenbout, - Van vadersmoederszijde: S m i s’s a e r t X Coymans, Van Tol1 X Van ‘Nijhoff,’ V a n B r i e n e n X De Ruyter, Keyser X Klercl;, R o o s X Steenlack, Steenlack X Cor, V a n Go en s X Zas van den Bossche, Leydecker X Van Riebeek. Van moedesvaderszijde = van vadersvaderszijde. Van moedersmoederszijde : V a n d e P o 11 X Rendorp, Trip x Clopper, D e d e 1 X Van de Blocquery, LMuysart X De Haze, Van Ure e d e X Van Weede, Straalman X Kops, V a n A r c 1; e 1 van Burgst, X Smissaert, Van Meekeren X Rutgers van Rozenburg. .” Aauteekeningen. R o e 1 o f S c h o u w e n b u r g, gedoopt te Kampen 20 November 1763 als zoon van L u c a s S c h o u w e n b u r g (ofSchouwenberg)enCathar i n a v a n 1; e e n (ook wel van ‘t Veen genaamd), achtereenvolgens predikant te Oost-Voorne en te Katwijk, was gehuwd met M aria Her manna B r o e s , d o c h t e r v a n Maximili,aan B r o e s , koopman te Amsterdam, ( 1) geboren in 1783, aldaar in Februari 1758 gehuwd met Su san n a J ohanna van der H oo IC k, geboren aldaar in 1788, Bartholomeusdochter ex Cath, Elisabeth de Clercq, (2) behoorende tot het zeer oud geslacht v. d. Hoolck, dat oorspronkelijk in Holland, later te Utrecht is gevestigd geweest (3) en waarvan bij deszelfs uitsterven de naam of het wapen door verschillende familiën is aangenomen geworden. (4) Nadat een zoon van het echtpaar Broes X Van der Hoolck met name Bartholomeus van der Hoolck Broes, die het wapen van Broes, in (1) De familie Broes kwam te Amsterdam met Peter Broes, geboren te Elberfeld in 1636, overleden te Amsterdam Januari I 685, gehuwd aldaar Februari 166 L met Anna Jacobs Niclaes, geboren te Amsterdam 1638 en was de vader van Pieter Broes, geboren te Amsterdam 1674, gehuwd aldaar October 1699 met Maria LVillemsdochter van der Voort, geboren te Amsterdam 1679, overleden aldaar 12 October 1754. Hij had 2 zoons: Hendrikus, gehuwd IC met Susanna van der Biet, 2e met Hendrika Petronella le Vignon, en Pieter Broes Jr., geboren te Amsterdam 1700, gehuwd aldaar Maart 1725 met Arina Boonen Jansdochter. geboren te Middelburg 1696, wed G. Bosboom. Deze waren de ouders van Maximiliaan (bovengenoemd) en van den bekenden Amsterdamschen predikant Petrus Broes, wiens zoon Wilhelm Broes, commandeur van den Ned Leeuw, overleden I Januari 1858, eveneens predikant te Amsterdam is geweest. (2) Dochter van Jacob en Elisabeth Moerkerken. (3) G. J. v. d. Hoolck, raad van Utrecht in 1618, G. v. d. H. in 1628 en een andere G. v. d. H in 1674 voerden allen hetzelfde wapen, tevoren voerde dit geslacht alleen de schuinbalken met de kinkhoorns (4) Zoo vindt -men in de r8e eeuw te Haarlem een familie Van der Hoolck de Bruyn, wier gecombineerd wapen beschreven is bij Rietstap, Arm. Gen. - blauw een zilveren lelie ( 1) met de beide kwartieren vAn Van. der Hoolck gevierendeeld voerde, kinder- 10~s *óverledln wak., heeft. zijn zusters?Qop L ,u q a s Maximiliaan Scheukenbu-rg öp dikelfde wijze ‘de wapens van Schouwenburg en Van der Hoolck gecombineerd. Deze laatste was gehuwd nyt M a r i a %I e nriette d e ‘ J o n g , wier moeder ,.J a c o m i n a B o r n w a t e r behoorde tot een geslacht, afkomstig uit Antwerpen en Lier, dat in den Spaanschen tijd naar Dordrecht is uitgeweken. Een stamboom van de Dordtsche Bornwater’s in het bezit van de familie Schouwenburg vertoont hktzelfde wapen, dat blijkens diens zegel gevoerd werd door *den Ahtwerpschen schepen Jonker Willem Borrewater, ((doyen de la gilde des drapiers de Lierre en I~~II) voorkomend in de door Pierre Jas. van Loon te Antwerpen gepubliceerde (1X38) (! Gén+logie de la famille Borrewater. I) (2) 1 De stamboom begint ,met Jacobus Bornwater, geboren 1500, die twee zoons had : Wouter, geboren 1524 (de stamvader der Dordsche familie, en Willem, geboren 1525, overleden 160 1. Laatstgenoemde kan niet dezelfde persoon zijn als de door Van Loon vermelde Guillaume, vader van den zooeven genoemden Antwerpschen schepen, ofschoon diens vader ook Jácobus (Jacques) heette, daar Guillaume’s oudste zuster reeds in 1490 geboren is. Vermoedelijk zal eerstgenoemde Jacobus, ‘met wien de Doidsche stamboom aanvangt een kleinzoon van bedoelden Jacques geweest zijn en een zoon van zekeren Wouter, die bij Van Loon wel niet onder de kirideren van Jacques vermeld wordt, maar die toch in zijn werk voorkomt, want hij vermeldt (lat in 1517 Philips Borrelvater, broeder van Guillaume, een huis te Antnrerpèn kocht, dat had toe- (r) Volgens den kwartierstaat Blaauw bij Wildeman en Van de Blocquery voerde Johanna Broes gehuwd met Dr. Dirk Koopmans een roode lelie op zilver. Zoo beschrijft ook Rietstap Arm. Gen. het hartschild op het wapen van den tak Broes-Koopmans. Johanna Broes gehuwd met D. Koopmans en Margaretha Broes gehuwd met Prof. Wopco Cnoop Koopmans waren dochters ‘van Abraham Jacob Broes, gehuwd met Cathar’ina. de* Bosch (uit het geslacht, waarvan de naam voortleeft in De Rosch Kemper, vergelijk boven de kwartieren van H. C. de Vries gehuwd met J. W. anning, artikel Pierson.) Deze was een zoon van den zooeven genoemden Amsterdamschen predikant Ds. Petrus Broes, geboren te Amsterdam g Juli 1726, overleden aldaar 26 October I ;g7, gehuwd aldaar 29 Mei 17”’3 met Johanna Brouwer. Daar diens zoon Ds. Wilhelm uit zijn huwelijk met Anna Maria van Heekeren (sc&&kru& vergee. , ,van 4 sc/leerdeTJschren) geen kinderen had, is het geslacht Broes uitgestotven, en de naam door de familie Koopmans aangenomen. (2) Zie de wapenbeschrijving bij Rietstap, Arm Gen : lsornwater, Dor&e&. Op het zegel van den Antwerpschen schepen zijn de hermelijnstaartjes op den dwarsbalk voorgesteld als kort aïgesneden korenaren, en vertoont het helmteeken alleen de korenaren (langgesteeld j. 59 - behoord aan c(feu Wautier Borrewaterj) . Dit is te meer waarschijnlijk omdat Jacobus’ oudste zcon, als gezegd, ook *outer heette. In ieder geval doelt de gelijkheid, van voornamen in de oudste generaties op nau’wen samenhang. J. E. F. Schouwenburg \+as dus van moedersmoederszijde gesproten uit een geslacht, dat evenals de familie De Marez in den Spaanschen tijd uit Antwerpen herwaarts kwam. ' 70. Von Weckherlin. Over het geslacht, waartoe de cchtgenoote van Mr. J. C. de Marez Oyens (Gen. FP. 4.j behoort, willen wij, hoewel het geen Nederlandsch of Fr.ansch geslacht is, eenigszins uitvoerig handelen, omdat waarschijnlijk bij het uitsterven van dit geslacht de naam Von Weckherlin door een lid van de familie De Marez Oyens zal worden aangenoclen. In het bezit van de douairière von \Yeckherlin te ‘s Gravenhage bevindt zich een drietal hoogst merkwaardige album’s amicorum van 15g4-- 1625 aangelegddoorJohannesWeckherlinfürst1. Würtenbergischer Cammerrath te Stuttgart. Twee daarvan zijn vooral belangrijk, omdat ze eenige honderden sierlijk geteekende wapenafbeeldingen (miniatuur) bevatten met de handteekeningen daaronder van een groot aantal Duitsche vorsten, leden van den hoogeren en lageren adel, magistraatspersonen, geleerden, enz. Het derde is meer een vriendenalbum in den gewonen zin van het woord en bevat behalve vele familiewapens een groot aantal karakteristieke miniatuurteekeningen, interessant \.oor de’ kennis van het kostuum en voor de zeden uit dien tijd. Maar bovenal is het album van beteekenìs voor de familiegeschiedenis van het geslacht Von Weckherlin, omdat het begint met de fraai uitgevoerde miniatuurportretten (waarschijnlijk naar oude schilderijen vervaardigd, die thans meerendeels niet meer bestaan, althans zich niet meer in het bezit der familie bevinden), van den vader, grootvader, overgrootvader en betovergrootvader van genoemden Johannes Weckherlin, den samensteller vafi het album. Elk dezer voorvaderen is vergezeld van de wapenschilden van hem en van zijn huisvrouw, wier naam er ook bij wordt vermeld, zoodat we hier een genealogie in rechte lijn hebben, beginnende in de eerste helft van de 14e eeuw: Dat de voorgestelde personen edellieden waren blijkt uit hunne kleeding, daar het meerendeel het zwaard aan de heup heeft. De eerste: Andreas W.. bijgenaamd ((de Sterke 11 (Fortis), 1392 wordt afgebeeld in een wapenrusting, het hoofd gedekt door een eigenaardige muts van pelsbont, terwijl zijn steekhelm naast hem is geplaatst en hij met de hand daarop steunt. Zijn zoon B u r c k h a’r d W. .wordt in het Zijn zoon (IJ o1I a n n e s W e c k h e r 1 i n; ,Veteranus, Pfleger zu Wiesensteiga , gehuwd met J oh a n n a. S t ii c k 1 i n schijnt zijn bijnaam te danken te hebben gehad aan een langen witten baard. Hij wordt vermeld op een gedenktafel in het Hospitaal te Ulm als ~Obervogt zu Wiesensteig in 15490. Xangaande hem is de overlevering bewaard, dat hij in den slag bij Pavia in 1525 zijn eigen broeder gevangen nam, die met de vijandelijke partij tegenover hem stond. Zijn zoon J o a n n e s W e c 1, h e r 1 i n, fiirstl. Wurtenburgischer Cammerrath ZLI Stuttgart, wordt in het album qfgebeeld met een Spaanschen plooikraag en leefde dus blijkbaar op het “eind van de 16~ eeuw, hij schijnt echter niet dezelfde persoon geweest te zijn als de eigenaar van het album, hoewel die denzelfden voornaam en titel voerde, althans mder het portret wordt hij als diens vader vermeld. Zoo zal het dan ook de gelijknamige zoon J oh a n n e s Weckerlin zijn, die in 1547geboren werd en 5 December 1588 met zijn broeders H a n s, A n d r e a s en G e o r g in den rijksadelstand verheven werd, bij welke gelegenheid het .(Iuralte Weckerlinische wappen)) bevestigt en eenigzins ( 1) De weduwe van Burckhardt Weckherlin met name Anna von Bauwstet deelde in 1439 mede aan den bisschop van Constanz, dat haar overleden man een mis gesticht had. Zij betaalde ,,rooo gute und Schwere rheingulden von Gold” aan het Hospitaal te U!m om den mispriester jaarlijks een zekere jam uit te keeren De bisschop bevestigde de stichting r7 Maart ,440. Toen er in den hervormingstijd geen mispriester te Ulm meer was, werden de inkomsten onder de oudsten van de verschillende takken der familie Weckherlin verdeeld tot r651 toen het bestuur van het Hospitaal deze uitkeeringen inhield. Later na veel schrijven tusschen Ulm en het TtlbingeKonsiliBm bverd besloten de inkomsten ad pios usus te gebruiken als stipendium voor studeerende of verarmde leden der familie Weckherlin. - onderschrift vermeld als (1 stiffter des Weckherlinischen. Heilgedings in Ulmn, wat blijkbaar betrekking heeft op de stichting van een Zielsmis, waarvan de fondsen sedert de reformatie als studiebeurs en ondersteuningsfonds voor de familie Weckherlin,, dienst doen. (1) A n d r e a s W. (de zoon van Burckhard) wordt afgebeeld in het weelderig hofkostuum der 15~ eeuw, hetwelk men ten onzent de Bourgondische kleederdracht pleegt te noemen. Hij verplaatste zich uit Ulm naar het nabijgelegen Geislingen en wordt in het onderschrift bij zijn portret (I Pfleger zu Geyszlingen )) genoemd, waarmee bedoeld schijnt te zijn dat hij aldaar het ambt van voogd of stadhouder vervulde. Zijn zoon ct A 1 e x i u s W e c 1~ h e r 1 i n zu Geiszlingen~) wordt afgebeeld in jachtkostuum met een valk op den handschoen. Van Alexius W’eckherlin «nobilisl~ , in 1.529 te Geislingen overleden bevond zich voor een twintigtal jaren het geschilderd portret in het bezit van Frau Forsträthin I\‘idenmann te Derendingen. gewijzigd lverd. Het vertoont in zwart een gouden van stro0 gevlochten bijenkorf met de uitvlucht links beneden (op de oudere afbeeldingen is de uitvlucht in het middey van den benedenrand); h e t schild gedekt door een gekroonden cadellijken open tournooihelm)) met zwart-gouden dekkleeden ; helmteeken: de bijenkorf uit het schild overtopt door drie zwarte struisveeren. Aldus is het wapen opgenomen onder die der Zwabische Edelen en Ridders in het «Heil. Röm. Reichs allgem. Wappenbuch von 1656. )) Opmerking verdient het dat G e o r g R u d o 1 p h W e c k h e r 1 in, geboren 1584. gedichten uitgaf, die nog steeds veel vermaardheid in de letterkundige wereld hebben en waarvan sommigen in 1648 te Amsterdam bij Johan Jansson zijn gedrukt. Hij was enkele jaren (1620--1622) kammersecretarius van den Hertog van Wurtenberg en in 1624 onderstaatssecretaris bij de Engelsche regeering. IJit zijn teLondenvoltrokken huwelijk met E 1 i s a b e t h Raw o r t h schijnt een Engelsche tak ontsproten te zijn. Het meerendeel der familie bleef echter in Wurtenberggevestigd, Ferdinand Aug,ust Heinr i c h v o n W e c k h e r 1 i n, geboren 23 Februari 1767, overleden 27 Juli 1828, werd in 1s18 geroepen om als minister van Financiën belangrijke hervormingen ‘tot stand te brengen, waarbij eenerzijds in de nog op leenrechtelijke verhoudingen berustende agrarische toestanden moest ingegrepen worden, anderzijds de middelen moesten worclen gevonden om het financiewezen van den staat aan de moderne eischen te laten voldoen, en tevens het bestaande tekort in de schatkist te dekken. Uit zijn 24 Juli 1794 gesloten eerste (1) huwelijk met S o p h i e Christiane Salome Scholl, overleden te Stuttgart z Juni 1825 sproten 6 kinderen, waarvan slechts één zoon, die den meerderjarigen leeftijd bereikte, met name W i 1 h e 1 m C a r 1 A 1 b e r t v o n W e c k h e r l i n , staatsraad in Wurtenburgschen dienst, geboren te Stuttgart 19 Januari 1807, overleden 15 November 1872 te ‘s Gravenhage, waarheen hij koningin Sophie als secretaris was gevolgd. Hij huwde aldaar 8 September 1841 met Maria Henriette Handel, geboren I 5 April 1822, behoorende tot een Waalsche familie. Daar van hunne twee zonen : Wilhelm F e r d i n a n d H e i n r i c h , Nederlandsch gezant’ te Constantinopel en F e r d in and Au gu st H einr i c h, woonachtig te ‘s Gravenhage, de oudste ongehuwd, de tweede kinderloos is! terwijl ook in Wurtenberg geen mannelijke famrheleden meer in leven zijn, zoo zal dit gcslacht weldra uitsterven en de naam, als gezegd is, waarschijnlijk door een lid der familie De Marez- Oyens worden aangenomen. ( miovdt vervolgd. ) _ ~~~~.. (1) De tweede vrouw met wie hij sS Nov. 1826 hertrouwde was Rosine Frederike Johanna Hölder, wed. van den Oberst 1900 p. 77-88 J. KOENEN. (Vervolg.) DERDE BIJLAGE bevattende mededeelingen over Zijtakken en Gelijknamige Familiën. Daar de grens niet gemakkelijk te trekken valt tusschen zijtakken van den ouden Kamerijkschen stam der heeren de Maretz, en op zich zelf staande geslachten van denzelfden naam, dien sommige hunner wellicht ontleenen aan andere gelijknamige plaatsen in verschillende deelen van Frankrijk of België gelegen, zoo hebben we gemeend die allen tesamen in deze Derde Bijlage een plaats te moeten geven. Wij beginnen dan met de drie takken, in de Inleiding alreeds vermeld, die van de heeren van M o e u v r e s , van de heeren van H u rt e ve nt en van de heeren van M on t i g n y, welke laatste tot zekere hoogte als de hoofdtak is te beschouwen, dien wij echter in de Inleiding niet hebben vervolgd, wijl het ons te doen was om den jongeren tak, waaruit de naar Holland uitgeweken familie gesproten is. Vervolgens zal de tak der heeren d e M a r e t z van San c o u r t besproken worden, die in de 17” en 18~ eeuw nog in het Kamerijksche gevestigd was en uit de oude heeren lan Maretz beweerde gesproten te zijn, hoewel de opgegeven afstamming niet juist kan geweest zijn. Vanzelf sluit daarbij aan de bespreking van den t a k d e r heeren d e s M a r e s v a n M a t r i n g e n e n W a 11 e, gedurende de 17” eeuw woonachtig te Mechelen en in het land van Waas, waarmee de heeren van Sancourt verwant meenden te zijn, niettegenstaande beide geheel verschillende wapens gevoerd hebben, die ook weinig of geen overeenkomst vertoonden met dat van het oude Kamerijksche geslacht. Er schijnt nog ‘een andere familie van denzelfden naam te Mechelen gewoond te hebben, die uit Antwerpen afkomstig was en vermoedelijk afstamde van Piet er de M ar ez (zoon van den naar Amsterdam uitgeweken Jan de Marez Jaçobszoon), die gelijk we in de genealogie gezien hebben te Antwerpen achterbleef. 00,k omtrent dien tak zullen enkele aanteekeningen worden opgenomen. Daarna volgt een familie D e M ar e z, die zich op het eind van de 17” eeuw uit Valenciennes naar - Amsterdam verplaatste, het wapen met het kruis en de vier rozen gevoerd heeft en door Mr. L. Trip de Marez te Amsterdam als een zijtak van zijn geslacht werd beschouwd. Minder punten van aanknooping vinden wij tusschen het hierboven behandelde geslacht en een paar familiën, ,die zich na de herroeping van het Edict van Nantes te Middelburg zijn komen vestigen, hoewel één van die beide uit Fleurby nabij Lille, dus uit dezelfde streken als Valenciennes en Kamerijk, afkomstig was. Nog twijfelachtiger is de samenhang met het door ons behandelde geslacht van een geslacht D e s M a r e t s gekomen is hetwelk uit Frankrijk naar Nederland en waartoe de bekende theoloog Samuel Maresius behoorde, althans dit geslacht, blijkbaar van aanzienlijke afkomst, placht een geheel ander wapen te voeren. Het wordt echter dikwijls met de uit Kamerijk naar Holland uitgeweken familie verward, omdat beide aan voorname Hollandsche geslachten vermaagschapt waren en ongeveer gelijke maatschappelijke positie innamen. Een ‘dergelijke moeilijkheid doet zich voor met betrekking tot een geslacht D e M ar e e s, hetwelk in de eerste helft van de 17” eeuw te Amsterdam woonde en aldaar tot de vermogende burgerij heeft behoord. Het had relaties met de familie De Geer op wier goederen in Zweden het zich gevestigd heeft, om zich ten slotte naar Anhalt te verplaatsen, waar in 1826 een tak in den adelstand is verheven. Vandaaruit heeft het zich in den loop der 19’ eeuw naar alle zijden over het Duitsche rijk verspreid. Het wapen van deze familie De Marees vertoont van ouds een zeemeermin en niettegenstaande men er wel eens in geslaagd meende te zijn dien tak aan den hoofdstam vast te hechten, zelfs een plaats te geven onder de nakomelingen van Jan de Marez Jacobszoon den ouden, den gemeenschappelijken stamvader der Groninger en Amsterdamsche takken, schijnt het ten slotte, dat we hier met een afzonderlijk geslacht te doen hebben. Een familie D e s m a r e s uit Picardië, die via Middelburg en Mannheim naar Amerika uitweek en daar onder den naam D e M a r e s t nog schijnt te bestaan, zal daarna behandeld worden, alsook een familie te Canterbury in Engeland, afkomstig uit Cormon in Boulenois, terwijl wij in de laatste plaats een reeks fragmenten zullen opnemen, betreffende personen, die worden aangetroffen in de registers der Waalsche gemeenten van Amsterdam, Haarlem, Leiden, Den Haag, Middelbwg en andere Nederlandsche plaatsen, alsook van eenige Duitsche steden als Mannheim, Hanau, Cassel en Berlijn. Opmerkelijk is het, dat al deze familiën van denzelfden naam, meerendeels uit aan elkander grenzende provinciën van de Zuidelijke Nederlanden en - /ô - Frankrijk afkomstig, om het geloof zijn uitgeweken. Deze Bijlage kan daarom eenigen indruk geven van de volksverhuizing, die in de I@ en 17~ eeuw uit de Waalsche gewesten naar de Protestantsche landen heeft plaats gehad. A. De Maretz, hemen van Moeuvres. Volgens Le Carpentier en Le Vaillant moet B o ud e w ij n, derde heer van Maretz, een jongeren zoon gehad hebben met name: 1. G o z e w i j n d e M a r et z (zie Inleiding), die in Palestina stierf, doch uit zijn huwelijk met Si bil1 a, dochter van Godschalk heer van T o urot e en zuster van Otto, heer van St. Amand, grootmeester der Tempeliers, een zoon naliet, die volgt. Zij voerde : in rood een zilveren, leeuw. 11. Rein o u d de M are t z, heer van Moeuvres, ridder, huwde met 0 d a, dochter van Hugo heer van H a m e 1 i n c o u r t, voerende : eez blauw veld, getralied val? goud, (vergelijk Rietstap A. G. Hamelaincourt [Artois]). Zij hadden 2 zoons, de jongste eveneens Reinoud genaamd was ongehuwd, de oudste Jacques volgt: 111. J a c q u e s d e M a r e t z, heer van Moeuvres, was gouverneur van Bapaulmes. Hij huwde met A m i c i e B r i a s t r e en had I zoon : IV. Anselmus d e M a r e t z , h e e r v a n M o e u v r e s , h u w d e E l i s a b e t h d e G r a i n c o u r t en had 2 dochters n.1. Elisabeth gehuwd met Sim on de Ro isi n en H av i d e gehuwd met J e a n d e B e 1 v a 1 e t, (1) zoodat deze tak is uitgestorven. B. De Maretz, heeren van Hurtevent. 1. G o d f r i e d d e M a r e t z, ridder, heer van Hurtebise, jongere zoon van Boudewijn den vijfde (zie Inleiding), moet gehuwd zijn geweest met U r s u 1 e, vrouwe (ten deele) van A v e s n e s-1 e s-R u b e r t, een dorp op 3 mijlen afstand van Kamerijk. Zij voerde : in zilver een zwarten schuinbalk, beladefz met 3 gouden sterren, welk wapen overeenkomt met dat hetwelk Rietstap ,4. G. toekent aan het geslacht Avesnes in Cambresis. Zij hadden 4 kinderen, n.1. 1. J e an, die volgt, 2. Go dir i e d, ridder, ongehuwd gestorven, 3. R e i n o u d, ongehuwd gestorven in het Heilige Land, en 4. Luit gar d, gehuwd met Willem de H aus sy gezegd R ib a u d, voerende : ipl goud een roode leeuw. R i e t - (I) Zie het artikel Belvalet in Carpentier’s Histoire du Cambrésis. stap A. G. kent kleuren toe aan geadeld in I 500. hetzelfde wapen met omgekeerde een .geslacht Haussy te Douai, II. J e an de M are t z, heer van Hurtevent in Kamerijk, moet als kapitein in dienst van den graaf van Henegouwen vele dorpen in Picardië veroverd hebben (1340). Hij huwde M ah o ut, dochter van Hugo VI heer van A n t o i n g en van Isabeau van Asche gezegd Bugenhout . Zij voerde : Uz rood een silverez leeuw, vergelijk Rietstap A. G. op Antoing (Hainaut). Zij maakten volgens Le Carpentier en Le Vaillant hun testament in 1285 en hadden I zoon: 111. A n s e 1 m u s d e M a r et z, heer van Hurtevent, huwde met hl a r i e, dochter van Nicaise d e B 1 é c o u r t. Zij voerde : in goud drie zwartc leeuwelz, vergelijk Rietstap A. G. op Blkcourt (Artois). Dit geslacht schijnt uit de graven van Kamerijk te stammen, blijkens den krijgskreet (( Cambresis )) . Hij schonk volgens Le Vaillant, met toestemming zijner vrouw een rente van 8 lirres aan de abdij van Premy. Behalve een dochter M ar i e gehuwd met Pier ar d de B oubaix, voerende : ilt groen een zilveren balk, waarop drie zwarte merletten, (vergelijk Rietstap A. G. op Boubais in Cambresis), moeten zij een zoon Gilles gehad hebben, die volgt: IV. G i 11 e s d e M a r e t z, heer van Hurtevent schonk 13 livres rente aan de abdij de Premy en was gehuwd met Agnes de Regniaulmes, voerende : in rilveT drie uzaarte merletten, uit welk huwelijk een zoon J e a n, heer van Hurtevent, die 2 livres rente aan dezelfde abdij moet geschonken hebben en ongehuwd stierf, alsmede een dochter E 1 i s a b e t h, die ongehuwd stierf en zeven ((mesures)) land aan genoemde abdij schonk. C. De Maretz, heeren van Montigny, enz. 1 Hu go de Mare t z, zoon van Boudewijn en ‘&nma de Neuville (zie Inleiding), wordt genoemd heer van Farbus, van Montigny, Bodival en Eire (in Oostervant). Hij stierf in 1429 en liet uit zijn boven al reeds vermeld huwelijk met G u i 11 emette de Solemnes negen kinderen na: 1. B o u d e w ij n, die volgt. 2. G o d f r i e d, domheer yan Onze Lieve Vrouw van Kamerijk. 3. J a n, monnik. in de abdij van St. Aubert. 4. mJ i 11 e m, kapitein \-an Prémont. 5. G i 11 e s, monnik in de abdij van Marchiennes. 6. Reinoud, in de Inleiding behandeld als stamvader van den tak, waaruit later de Hollandsche familie gesproten moet zijn. 7. S u s a n n a, jongvrouw in de abdij van Premy. 8. Agnes, gehuwd met Pierrz de Vertb o i s, voerende : in zwart een zilveren scha~inbalk, bestaande uit drie aaneengesloten spitsruiten. Vergelijk Rietstap A. G. op Vertbois (Cambresis). 9. M a r i e , gehuwd met J o s s e F 1 a m e n t, heer van Séquigny, schildknaap, voerende: in yood een gouden keper, vergezeld van 3 vijfbladerige bloemen van zilver. Vergelijk Rietstap op Le Flamand de Crupilly (Cambrésis). 11. Boud ew ij n de M are t z, zooeven genoemd, moet heer zijn geweest van Farbus, dat hij verkocht in 1438. Hij overleed in 1458 en werd begraven in de abdij van St. Aubert. Hij huwde met Jeanne d e M a z i è r e s , v r o u w e van Beugner, voerende: in zilver een zaarte gooudgekroonde leeanj. Uit dit huwelijk sproten 12 kinderen, waarvan 2 jong stierven, de overige zijn: 1. B o u d e w i j n , heer van Beugner. (volgt.) 2. W i 11 e m, heer van Eire, was baljuw van Vallincourt en huwde J e a n n e d’ A u s s u t, zuster van Jan, groot-baljuw van Kamerijk, zonder kinderen. Z i j v o e r d e : in zilver ECIZ g*oodc keber, vergezeld van dpie sterren vaft Jzetzelfdc. Vergelijk Rietstap op d’Aussut (Cambresis). 3_ . P i e t e r, heer van Montigny. (Volgt na zijn broeder Boudewijn en diens nakomelingen.) 4 . J e a n n e , g e h u w d m e t P i e t e r d’Aussut, schildknaap, vollen neef van J e ann e d’A u s s u t bovengenoemd. 5. J o s i n e, gehuwd met R i c h a r d 1 e S e l- 1 i e r, schildknaap, baljuw van Prémont. Hij roerde : in goud drie roode schuinbalken el! eega blauw schildhoofd beladen met drie zilveren sterren. Vergelijk bij Rietstap het wapen der ridders de Selliers de Moranville te Brussel, die in 1840 een adelserkenning ontvingen. 6 . A n n a . 7. W i l l e m i n a . 8. 1 d a. 9. H e n r i e t t e, gehuwd met A 11 a r d B e nt i n c k, hofmeester van de hertogin van Savove (dochter van keizer Maximiliaan). Hij voerde : *ilt blauw een zilveren ankerkruis en schijnt dus tot het Geldersche geslacht Bentinck behoord te hebben. 10. S a n d r i n e , gehuwd met Jo os t d’Ass o n v i l l e , v o e r e n d e ; in zilver 2 blauwe kepers ela 3 blauwe sterren in het schildhoojd. Vergelijk Rietstap op Assonville in Artois. 111. Boude wij n de M are t z: heer van Beugner in Artois, huwde Ik met A g n e s 1 e B o u 1 e n g e r, voerende: in blauw drie gouden penningen en een goud schildhoofd, beladen met een uitkomenden zwarten adelaar, behoorende tot een geslacht, waarvan sommige leden zich in den hervormingstijd naar Noord-Nederland hebben verplaatst, en dat ook thans in België nog schijnt te bestaan, geadeld I 82 I, (Zie Rietstap A. G. op chevaliers Boulengé de la Hainière, en le Boulanger de Montigny, beide in Henegouwen). Hij hertrouwde met Elisabeth P i n g r e t, voerende : ifa zilver eefa roode YOOS, vergezeld van drie groene klaverbladen, uit welk tweede huwelijk 12 kinderen moeten geboren zijn, die allen stierven aan de pest in de jaren 1514 en 1515. Uit het eerste huwelijk sproten 3 kinderen: I. J eann e, gehuwd Ik. met Frémin B riquet, zoon van Pierre, voerende: in blauw 3 gouden raketten (door Rietstap A. G. bricoteaux genoemd), 2e met S i m o n G r e n e t, heer van Prouvy bij Valenciennes, voerende : in blau-w drie gouden korensclaoven. (Vergelijk Rietstap A. G. op Grenet, burggraven van Nieuwpoort te Kortrijk.) 2. A g n e s , g e h u w d I' met J acqu es le V a s s e u r, voerende : in rood drie golvende dwarsbalken en daarover een Zeeuw, alles van zilver. (Zie Rietstap A. G. op le Vasseur de Valhuon in Artois, geadeld in 1647, uitgestorven.) 2e met An t o i n e Q u e l- 1 e r i e, heer van Erchm in Oostervant, voerende: in blauw een keper vergezeld vall driesterren, alles vangoud, de keper beladen met een roode roos. (Vergelijk Rietstap A. G. op Quellerie de Chanteraine in Cambresis, hetzelfde wapen doch zonder de roos.) 3. B o u d e w ij’,, heer van Eire, hetwelk hij erfde van zijn oom Willem, was evenals deze baljuw van Vallincourt. Hij overleed te Kamerijk in 1548 en werd begraven in de parochie van St. George aldaar. Hij huwde IO. G i 11 i o t t e 1 e M ah i e u, voerende : in zilver 2 roode rozen en een zwarte naerlette. (Vergelijk Rietstap A. G.) De naam van zijn tweede vrouw is onbekend; beide huwelijken moeten kinderloos geweest zijn. IIIbis. P i e t e r d e M a r e t z, heer van Montigny, huwde met Jo si na de B ullec ourt, vrouwe van Raonville, dochter van Thomas, vperende : in goud een rooden balk, vergezeld van drie zwarte hamers. (Vergelijk Rietstap A. G. op Le Fèvre de Bullecourt in Artdis.) Uit dit huwelijk 4 kinderen : 1. W i l l e m , heer van Montigny, huwde met Wil.lemette l e F u s e l i e r s , d o c h t e r v a n Pierre en van Jeanne d’Auberchicourt. Zij voerde: ifa goud drie aansluitende blauwe spitspuiten, bijwij,, va?z een schuinbalk geplaatst. (Vergelijk Rietstap A. G. op Le Fuselier in Cambresis.) Uit dit huwelijk sproten zeven kinderen, die allen jong gestorven zijn. F q’ J a n, (volgt). _ . P i e t e r, heer van Rambouillet, huwde met R i c h i l l e d’Auberchicourt, v r o u w e v a n Hornaing in Oostervant, zonder kinderen. Zij voerde : in hermelijn een roode hamei (drie korte dwarsbalken boven elkaar). Vergelijk Rietstap A. G. op d’auberchicourt (Artois). 4 . J u l i a n a , gehuwdmetsimon d e F i è v r e , zoon van Mattheus en Jeanne de Chanteraine. Hij voerde : in Aver drie roode leeuwen met blauwe tong epz klauwen. I IV. Jan de Maretz, heer van Bodival en Raonville en na den dood van zijn broeder ook van Montigny, huwde met M ar tha de B ernic o u r t , vrouwe van Prouville. Zij voerde : eflen vair van blauw egz *wit. Rietstap zegt zwart en wit. Zij hadden 7 kinderen: 1. B o u d e w i j n , heer van Eire, hetwelk hij erfde van zijn oudoom Willem, huwde met A g n e s de Ca r d e v a k e: doch had geen kinderen. Zij voerde : ift hermelijn een zwart schildhoofd. Vergelijk Rietstap A. G. op Cardevac (of Cardevacque) marquis d’Havrincourt (Artois) annoblis 1596, marquis 1693. 2. J a n, heer van Prouville, hetwelk hij verkocht, om zich in Vlaanderen te vestigen. Hij huwde 1". J eanne van der H art, zo. Jeann e . . . . . . . . . . In de oudere genealogiën is hij verkeerdelijk vereenzelvigd met Jan de Marez, den oude, den stamvader der Nederlandsche familie, die gehuwd was met Jenne van Achterhoudt. 3. W i l l e m , schildknaap, was gehuwd met S us a n n a d e P r é a u, zonder kinderen Zij voerde : in goud 3 zwarte leeuwenkoppen en een schildhoofd geschuinbalkt van rood en zilver. Vergelijk Rietstap A. G. op Pr&au (Cambrésis). 4. P i e t e r , schildknaap, baljuw van de abdij van Anchin, gehuwd met Louise de Lande, zonder kinderen. Zij voerde : in rood 3 gouden schelpen egt een blauw schildhoofd met een klimmenden leeuw valz goud. 5. M a r t h a, geestelijke in de abdij van Marquette. .6. J o s i n e , geestelijke in de abdij van Verger. 7. Susanna, was gehuwd in Artois met B o u d e w ij n d e S t. 1, e g e r, schildknaap, zonder kinderen. Hij voerde : purper bezaaid met gouden lelien en daarover een schuinbalk valt zilver. D. De Maretz, heeren van Sancourt. In het (,Armorial de Flandre, du Hainaut et du Cambrésis, recueil officie1 dressé par les ordres de Louis XIV 1696)), hetwelk gepubliceerd is door Borel d’Hauterive, blz. 93, vindt men vermeld: Dan i e 1 des M ar ets, seigneur de Sancourt et autres lieux,’ conseiller du roy et trésorier h&- ditaire de la ville de Cambray, voerende tot wapen : in blauw een gouden keper vergezeld van twee eenden van- hetzelfde boven en een gouden halve maan onder de keper. Hij moet de vader geweest zijn van: I. Jacques J o s e p h deMaretz,seigneur de Sancourt, Bocquerie et Cocquerie, Longate et Grand-Toilon, kinderloos overleden als priester in 1738, met wien Mr. L. Trip de Marei te Amsterdam veelvuldige correspondentie heeft gevoerd. 2. J e a n Francois Joseph d e M a r e t z , die uitzijnhuwelijkmetAdelaid’e J o s e p h i n e baronesse d e H u a r t (uit Luxemburg) vier zoons had nagelaten : a. L o u i s J o s e p h d e M a r e t z , h e e r van Sancourt (na den dood van zijn oom), vaandrig in de Waalsche gardes van den koning van Spanje. 6. Francois d e M a r e t z . C. A n t o i n e d e AMaretz. ci. P h i l i p p e d e M a r e t z . Of zij nakomelingen gehad hebben is ons onbekend, doch in de 19~ eeuw is dit geslacht niet onder de adellijke families van België opgenomen, het schijnt dus uitgestorven te zijn. Opmerkelijk is het, dat Jacques Joseph de Maretz de Sancourt, die aanvankelijk zijn brieven aan den heer Trip de Marez bezegelde met het wapen bij Borel d’Hauterive als dat zijns vaders beschreven, lalter in navolging van de Amsterdamsche familie het kruis met de rozen tot wapen heeft aangenomen en zijn vroegere wapen als hartschild daarop heeft geplaatst. (1) Hij schreef dienaangaande 4 Mei 1737 : «J’ai recu l’acte de Mr. D’Allersma et les Armes etc., voil& de la manière que je les porteray dans la suite pour faire connaître que vous ètes de la Famille et que nous en sommes ; la fleur de lys peur vous et mes armes fiour moi sur la croix destingueront les Branches)) enz. Werkelijk cacheteerde hij een volgend schrijven 16 Mei 1738 : ((Aux armes d e De Marez avec tous ses orncments, chargé pour surtout d’un petit écusson 2 un chevron brisé de deux merlettes sans becs ni pattes et un croissant. n Welke was nu de familierelatie tusschen den Hollandschen tak en dien van de heeren de Maretz de Sancourt ? In de Inleiding hebben we gezien dat de heer van Sancourt en Mr. Trip de Marez tesamen tot de conclusie gekomen zijn dat zij moesten afstammen van J e a n en J a c q u e s, de beide zoons van (1) Mr L. Trip de Marez stond hem dit toe bij Notarieele Acte van . . . . . 1738. ,- - 81 den eersten Jacques met wien wij de nieuwe genealogie hebben aangevangen. Maar tevens hebben wij gezien bij het behandelen van den Engelschen tak, uit genoemden Jacques junior gesproten, dat de voorstelling van den heer van Sancourt als zou de genoemde Jacques te Norwich in Engeland een zoon J e a n junior gehad hebben, die naar de Nederlanden terugkeerde en de stamvader der latere Kamerijksche familie werd, onmogelijk juist kan wezen, daar uit de kerkregisters van Norwich blijkt dat deze J e a n (1) met zijn nageslacht te Norwich gebleven is. Nog zondelinger wordt de zaak, Lvanneer we vernemen, dat volgens den heer van Sancourt aan zijn grootvader, den uit Engeland teruggekeerden Jean, in 1626 door den koning van Spanje een diploma van riddermaking zou zijn afgegeven, hetwelk, volgens een door hem naar Amsterdam overgezonden afschrift, melding maakte van de ouders van den geridderde, die gedurende vijf jaar het land hadden moeten verlaten, tengevolge‘ van de rebellie, en wier huis twee malen geplunderd werd, waarbij hun een brandschatting is opgelegd. Dat hier geen sprake kan zijn van hervormingsgezinden, die om geloofsvervolging te ontgaan, naar Engeland de wijl; namen, behoeft wel niet gezegd te worden, doch de heer van Sancourt, die niet geweten zal hebben dat Norwich een toevluchtsoord der hervormden was, heeft blijkbaar twee om tegenovergestelde redenen uitgeweken gezinnen tesamen verward. Met de opheldering van dit misverstand is de zaal; echter nog niet in het reine. Immers de in 1626 geridderde ((Jean de Maretz, seigneur de Maretz et de IValleI) behoorde tot een familie te Mechelen, waarover we zoo aanstonds zullen handelen, die een geheel ander wapen voerde en waarvan het onzeker is of ze met het Kamerijksche geslacht wel iets te maken had. Ook doet zich de vraag %oor of de heerlijkheid L e s M a r e s door deze familie bezeten, wel het Kamerijksche plaatsje kan geweest zijn, hetwelk reeds sinds lang niet meer in het bezit der Kamerijksche familie was en of hier niet veeleer aan een gelijknamig Brabantsch gehucht moet worden gedacht. (2) Het is echter mogelijk, dat werkelijk de te Mechelen gevestigde familie uit Kamerijk afkomstig en zijdelings aan de voorvaderen van den heer van Sancourt verwant was, gelijk we in de volgende onderafdeeling, waar over de Mechelsche familie gehandeld wordt, zullen zien. Doch hoe dit wezen mogen, in ieder geval komt (1) Zie boven de genealogie letter C. no. 3. (2) Indien hij werkelijk heer was van Maretz in Kamerijk moet hij dit door koop hebben verkregen. --* l - het ons zeer waarschijnlijk voor, (lat de stamvader van den tak, waartoe de heer van Sancourt 1~4 hoorde in nauwe familierelatie heeft gestaan tot J a c q u e s d e M a r e t z, wiens zoons Jean en Jacques junior om het geloof uitweken, de eene naar Holland, de andere naar Norwich. Want hoe zou anders de heer van Sancourt in het bezit zijn gekomen van acten ( 1) betreffende den tak te Norwich, die ongetwijfeld echt waren, daar hun inhoud geheel klol)t niet ‘hetgeen de kerkeboel~en te Xorwich ons omtrent dien tal; hebben geleerd. Wij zagen vroegei dat deze akten betrekking hebben op een zeker leengoed in het land van Kamefijlr, hetwelk de oude Jacques in leen had van den heer van Cauroit, en waarmee na J a c q u e ‘s dood, in 1545 achtereen\solgens diens zoons J e a n en J ac q u e s beleend zijn. Wij zagen verder dat de jonge Jacques in 1604 te Norwich overleed, dat het bedoelde goed toen overging op zijn zoon F r a n q o i s, die het echter reeds het volgende jaar bij akte van IO Sel~tember 1605 o\.erdroeg aan (i J e a n (1 e s M a r e s’ f i 1 s d e N i c o 1 a su woonachtig in het land van Kamerijk, ongetwijfeld een van zijn bloedverwanten. Nemen we aan dat de heer van Sancourt van dezen Jean, zoon van Nicolaas afstamde, (door hem met Jean zoon van Jacques te Norwich verward) dan IS het alleszins natuurlijk, dat hij in het bezit was vaE die akten, daar deze behoorden tot de eigenclomstitels van het bedoelde leengoed, hetwelk in 1605 door tle leden van den Engelschen tak aan zijn voorvaderen was overgedragen geworden. Het komt mij derhalve het waarschijnlijkst voor, dat N i c o 1 a s, de vader van dezen _Iean, eenjongere broeder of broederszoon geweest 1s van Jacques den ouden en dus een zoon of kleinzoon (2) van den Kamerijkschen schepen J ean de AI ar et z (Inleiding X111), van wien Le Vaillant zeide, dat er uit diens derde huwelijk in zijn tijd nog nako-. lingen waren, behoorentle tot den adel van Kamerijk. We willen deze onderafdeeling niet besluiten, (1) Deze stukken zijn vermeld in de genealogie in den aanhef, verder onder onder letter A. n” 2, onder letter C. no. I en z, alsook onder letter C-1. no. 1-4. (2) Hij zou dan een zoon kunnen geweest zijn van Francois de pvf. in het volgende stuk te vermelden als stamvader van het geslacht cier heeren van Mares van Matringen en Walle. In dat geval zou de heer van Sancourt dus afstammen van Jean, zoon van Nicolas, die dan een oom was van ridder Jean, zoon van Pierre. Dat hij aan Mr. Trip de M over de fatnilie Baert, die van een zuster des ridders afstamde, als over hem geheel vreemden schrijft, laat zich dan, bij zooveel meer verwijderde verwantschap, beter begrijpen, dan wanneer hij van den ridder Jean zelf afstamde, gelijk door hem werd beweerd. -- zonder nog eens nadrukkelijk de aandacht te vestigen op de groote leemten ‘en onnauwkeurigheden in de opgaveti van den heer van Sancourt, niettegenstaande deze zich zeer beijverd heeft om alle stukken te produceeren, die hem en de Amsterdamsche familie dienstig zouden kunnen zijn om hun gemeenschappelijke afkomst vast te stellen. Men verwijt wel eens aan de in den Spaanschen tijd naar Noord-Nederland uitgeweken famili&, dat ze later met adellijke traditiën voor den dag kwamen, die niet altijd bewijsbaar waren en dat hun genealogiën niet al&jd op alle punten den toets der critiek kunnen doorstaan. Vqn familiën, wier voorouders, dikwijls met achterlating van alles, hun vaderland hebben moeten verlaten, behoeft ons tlit niet te verwonderen, maar wat te denken van iemand, die hoewel gevestigd in datzelfde kleine graafschap Kamerijk, waar het geslacht de Marez reeds in de dagen van den eersten kruistocht in aanzien was, een geheel ander wapen voerde, hetwelk met het oorspronkelijke geen de minste overeenkomst vertoont, en die geen andere stukken kon produceeren, dan IO. het afschrift van een diploma van ridclermaking, dat een honderdtal jaren tevoren (1U26) was uitgereikt aan iemand, dien hij houdt voor zijn betovergrootvader, maar die in werkelijkheid tot een andere familie of branche behoorde, in ieder geval geen ascendent van hem was ; 2O. zekere stukken betrefYende een tak in Engeland gevestigd, één van welker leden hij ook alweder voor dienzelfclen betovergrootvader aanziet, hoewel waarschijnlijk geen van zijn voorouders ooit in Engeland was geweest; 3 ‘. een stuk betreflende zeker leengoed, waarschijnlijk op zijn werkelijken voorvader door diens Engelsche neven overgedragen, zonder er evenwel zoodanige bewijsstukken aan te kunnen toevoegen, waaruit bleek, dat de stamvader van dien Engelschen tak en zijn eigen werkelijken voorvader beiden kleinzoons waren van een schepen der stad Kamerij IC, omtrent wien daar ter stede toch wel het een en ander te vinden zal zijn geweest ? Toch was deze De Maretz de Sancourt, die aangaand, e zijn afkomst zoo slecht was ingelicht, niet de eerste de beste, wiens adellijke pretentiën misschien reeds door zijn tijdgenooten met schouderophalen werden begroet. Hij was in het rustig en gelukkig bezit van den staat van edelman, waarin zijn vader bij de algemeene beschrijving van de edelen onder Lodewijk SIV nader was bevestigd, terwijl die verder in het genot was der aanzienlijke functie van erfelijk thesaurier der stad Kamerijk. Wanneer zulke personen hun afkomst niet bewijzen kunnen, hoe zal dit clan van uitgeweken takken kunnen worden gevergd ? Men begrijpe ons wel: dat er voor erkenning 82 - van adellijke rechten bewijsstukken behooren te worden overgelegd, waaraan geen schakeltje ontbreken mag, zal wel niemand betwisten ; waar n.e tegen opkomen is dit, dat familiön, die zonder eenige aanspraak in rechte te doen gelden, er prijs op gesteld hebben om oude familietraditiën in eere te houden, door al te scherpzinnige critici als dwazen worden aan de kaak gesteld. Wij denken hier in het bijzonder aan de ietwat schampere woorden, waarmee wijlen 1. G. Frederiks in den aanhef van zijn laatste geschrift handelend over de familie Boudaen ( 1), gesproken heeft van dergelijke traditiën bij vele zeventiende eeuwsche koopmansfamilies uit Noord-Frankrijk of de Zuidelijke Nederlanden herwaarts gekomen. E. Des Mams, heeren van Les Mares, Matringen en De Walle. Deze familie voerde : in zilver een zwarte rechterschuinbalk, vergcseld aan weerszijden. vmt eega poefz takje, waayam drie roode duinroosjes. HCImteeken: een aGtkowze?lde vogel (reiger?) met uitgeslagen vlucht. Volgens den kwartierstaat van J e a n n e d e Marez, echtgenoote van Ar nou t B aer t (2) en zuster van den in het artikel betreffende de familie De Maretz de Sancourt genoemden ridder J e a n d e M a r e s , was deze een kleinzoon van zekeren N i c o 1 a s d e M a r e s, wiens vader F r a n q o i s heette. Deze 1.oornamen vertoonen veel overeenkomst met die, welke bij de laatste leden van het Kamerijksche geslacht en bij den Engelschen tak worden aangetroffen. Het is dus niet omnogelijli dat er een verband bestaat tusschen dit gedurende de 17” eeuw in Brabant en andere noordelijke deelen van België gevestigd geslacht en de heeren De Maretz de Sancourt, al waren ook de desbetreffende opgaven van dien tak minder juist. Wij hebben gezien, dat toen Franc; o i s de M a r e z te Norwich in 1605 het leen van den (1) Haagsche Jaarboekje 1898, blz. 193 : ,,Het huisgezin van den raadsheer Mr. Balthasar 13oudaen.” (2) Deze teekening van kwartierwapens, zijnde een Extrait hors le Livre Généalogique de la Famille de Baert” werd aan Mr. L. Trip de Marez te Amsterdam verstrekt door de gravin de Pimentel geb. Baert de Berentrode te Brussel. Tusschen haakjes zij hier vermeld, dat deze katholieke gravin de Pimentel hare brieven zegelde met hetzeltde wapen, dat gevoerd wordt door de Portugeesch-Israëlitische familie Pimentel ten onzent. (Zie Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek.) Over dit aanzienlijk Iberisch geslacht vermaagschapt aan de hertogen ven Alva deed Da Costa belangrijke mededeelingen in een van de eerste jaargangen van De Navorscher. Een tak schijnt dus in de Spaansche Nederlanden gevestigd te zijn geweest. -3 - 83 heer van Caul-oit overdroeg aan J e.a n cl e M a r e s fìls d e Nicolas, daarbij tegenwoordig waren N i c o 1 a s et L o y s d e s M a r e z frères hommes de fief du dit Cauroit,) . Wellicht was de vader van een dezer beide Nicolas’ (evenals zijn Engelsche bloedverwant) François geheeten en stamde van hem de hier bedoelde familie af. F r a n ç o i s d e s M a r e s dan was volgens den kwartierstaat gehuwd met N. d e C u n c h i, veerend: in blazkze, een Jlockìge Alveye~z dwarsbalk. Zijn zoon N i c o 1 as des M are s had tot v r o u w C h r i s t i n a B a i l l e u l , v o e r e n d e : in : blauw em schuinkruis vau vaiy, w i e r m o e d e r , e e n e ~ Rieulay, cen .mari ankerkruis in goud Isoerde. Hun zoon was: P i e r r e (ook al genaamd Porus) d e s M a r e s, heer van Mares en Matringen. Goethalsin zijn Nobilités Nobiliaires blz. 335 noemt hem secretaris en griffier van den Grooten Raad te Mechelen, welk ambt dus de aanleiding moet zijn geweest dat deze tal; der familie zich in die stad vestigde. Volgens het ridderdiploma aan zijn zoon uitgereikt, werd zijn huis tweemaal geplunderd en moest hij vijf jaren het land verlaten tengevolge van de ((rebel1ie11 . H i j w a s gehuwd met J e a n n e cl’ A nd e r 1 e c h t, voerende : in zilver eefz rood kralis, vergezeld zwz 4 bruine (?) fiosthoorns met gouden mofzdstukken. Hare kwartieren wa.ren : Anderlecht X Schonvliet, Bonchorn X Besutz. (1) Hunne kinderen (voor zooveel zij ons bekend zijn) waren: P h i 1 i p p u s d e s M a r e s moet geboren zijn omstreeks 1557, overleden 1608, oud 5 I jaar, was heer van Les Mares, Matringen en Walle. Zijn grafschrift wordt vermeld in het Grand Théatre sacré du Duch& de Brabant 1, I , blz. 6 I : N D. Philippi des Mares Dni illius loei et Wallae. 11 Volgens het extract uit de genealogie der familie Baert de Berentrocle was hij president van de rekenkamer van Holland en Gelderland. Het schijnt dat hij kinderloos overleed, daar zijn broeder Jean hem in zijn heerlijkheden is opgevolgd. 2. J e a n n e d e s M a r e s, overleden 2.5 October 1630, was in 1586 gehuwd met Ar n o u 1 t B aer t de Beren t r o d e, burgemeester van Brussel en president in den grooten raad van {I) ANDERLECHT voerde: gevierendeeld: T en 4 in blauw drie zilveren lelies, z en 3 in rood een zilveren adelaar, hartschild: in rood een zilveren schuinbalk vergezeld van acht gouden blokjes, vier aan elke zijde van den balk, waarvan drie langs den balk en een in elk der ledige hoeken; B O U C H O R N: in goud een groen hartschild met zilveren hartschildhoofd In een goud vrijkwartier, een roode schuinbalk beladen met drie zilveren hamers (in de richting van den balk) en gaande over een midden in het vrijkwartier geplaatst groen schildje : B E s u T z.: in zwart een rood gekroonde gouden leeuw. - Mechelen. (1) Het extract uit de genealogie der familie Baert vermeldt dit aldus: Messire Baert seigneur de Berentrode, de 1Volfersum, Waesberghe et Rodenbeke, Echevin et Bourgemaitre de Bruxelles, Epousa dans la dite \-ille le 4 Decembre 1586 D. Jeanne Des Mares, fille de Porus seigneur des Mares et Matringgien, et de Dame Teanne d’Anderlecht, luy assisté de Jean Baptiste van den Berghe, President de la Chambre de Compt.es en Brabant, et Pierre des Mares conseillier et receveur de sa Mat<: au Quartier de Tirlemont ses beaux fr&-es et d’Antoine van den Berghe son cousin, et ellc assistée de Philippes des Mares president de la Chambre de Compte d’Hollande et de Gueldre son fr&re et dom Pedro de Castro somelier de corps et gentilhomme de la Chambre du Dut de Parme gouverneur des Pays-Bas son beaus frère et de Messire Antoine van Os, Chevallier seig’ de Heembeke, Amman de Bruxelles son cousin. 11 3. J e an des Mare s, heer van Les Mares, Matringen, De Walle, etc.,. was gulden ridder, waarop het boven vermelde diploma van het jaar 1626, betrekking zal hebben. Hij was luitenantstadhouder van de leenen van Mechelen en stierf te Mechelen z Maart 1656 (z), volgens Goethals Miroir de Nobilités Nobiliaires blz. 336. Zijn grafschrift wordt vermeld in de Jurisprudentia Heroica de Jure Belgorum circa nobilitatem, blz. 442 ; de Zerli vertoont zijn wapen (sclnri~~balk vergezeld vau rozentakjes). Hij wordt daar genoemd (1 Joannes de Marés Eques auratus Dom. Dticti) loco, Matringen, Viialle, etc. I) Als zijn echtgenooten vinden wij in aanteekeningen vermeld : 1’. Marie Preud’homme en 2’. Cathbrine d’Helcourt, (3) doch Goethals noemt als zoodanig A n n a v a n d e n C r u y c e vrouwe van Hollebeek. Waarschijnlijk was hij de vader van de straks te noemen personen, bekend als kleinkinderen van Pierre of Porus en Jeanne d’Anderlecht. 4. P i e r r e d e s AI a r e s, raad en ontvanger _~ ~_ ~~~~~~~~ ( 1) B A E R T voerde: in rood een zilveren keper vergezeld van 3 gouden sterren en e’en gouden schildhoofd met een gaanden leeuw van blauw. Helmteeken: een gebaarde mansbuste met roode muts en kleeding. Dit -xapen vertoont een opmerkelijke overeenkomst met dat van de Noord-Brabantsche familie Nuyts. (Gen. letter FE. no. 3, noot 4.) (2) Dus honderd jaar na de geboorte van zijn oudsten broeder, hij zal dus een hoogen leeftijd bereikt hebben. Dat hij werkelijk een zoon van Pierre en Jeanne d’Anderlecht was blijkt uit de kwartieren op zijn grafsteen. (3) Deze echtgenooten vind ik vermeld op blz. 544 van den bundel verzamelde stukken door Mr. Trip de Marez bijeengebracht. Daar echter de hierbedoelde Jean de M. met verschillende andere gelijknamige personen placht verward te worden? o. a. met den overgrootvader van den heer van Sancourt, 1s het zeer goed mogelijk dat deze met de beide genoemde dames gehuwd is geweest. van %. M. den koning van Spanje in het kwartier van Tirlemont, bovengenoemd als getuige bij het huwelijk van zijn zuster met den heer Baert de Berentrode in 1586. Of hij gehuwd was en kinderen naliet is ons onbekend. 5. \Vaarschijnlijl; was er nog een dochter, gehuwd met dom P e d r o d e C a s t r o, lijfschenker en edelman aan het hof van den hertog van Parma te Brussel, daar deze bij het huwelijk van de vrouwe van Berentrode als haar zwager vermeld wordt (zie boven). Uit het huwelijk van J e a n d e s M ar e s, zooeven genoemd en Anna van den Cru y c e zijn waarschijnlijk de volgende personen geboren, die wij in ieder geral als kleinkinderen van Pierre en Jeanne d’Anderlecht vermeld vonden. I. J a c q u e s baron d e s M a r e s! heer van de Walle, hoog-baljuw van het land van Waas, overleden 18 October 1678 en begraven in de kerk te Belcele in het land van Waas onder een blauwen met wit marmer omlijsten zerk. Het opschrift door het Tijdschrift van het Land van Waas meegedeeld luidt : Ostium momenti amplicissimi viri Domini D. Jacobi Baronis Des Mares dni van de Walle, archipraetoris Wasiae hereditarii, etc. obiit A” 1678, 18 Octobris et nobilissimae Dominae D. 1Mariae Ferdinandae Du Quesnoy ejus conjugis obiit I Decembris A” 1673 R. 1. P. Hij ontving in 1663 den titel yan baron, zijn wapen bleef tlaarbij onreranderd, zooals het boven beschreven is (,schihdk mfgezcld vair rozentn$jes). Hij huwde I . hl a r i ;L Ferdinand a du Q u e s n o y, o v e r l e d e n I D e - cember 1673 en begraven te Belcele in het land Waas, 2O. . . . . . . . . P 0 i vr e. 2. J e a n A n t o i n e d e s M a r e s , (I) b u r g e - meester van Nechelen. 3. M ar i e 1 s a b e 11 e des M are s, (z) gravin van St. Remy (of dit graafschap haar zelve of haren man toebehoorde is niet duidelijk), overleed in 17 13 ale weduwe van Don . . . . . . . . . . P ac h e c o en stichte een liefdadige instelling te Brussel bij de Schaarbeeksche poort. Verder zullen wellicht tot deze familie behoord hebben : Il . Guillaume Desmares in 1671 gehuwd met A n n a v a n d e W i e 1 e, geboren te Nechelen in Maart 1627. Zie Goethals blz. 897. (3) ._ ( 1) Of hij een broeder van den baron des Mares was is ons niet met zekerheid bekend, het kan ook een volleneefzijn geweest. (2) Zij was in ieder geval een zuster van den baron des Mares. (3) Wij zullen echter zoo aanstonds zien, dat er nog een andere tak van het geslacht de Marez te Mechelen geweest is, die misschien tot tle Hollandsche familie kan gerekend worden. - 84 - l b. J a c q u e s D e s m a r e s, prefect van den Leenhove van Mechelen, die 1660 Jacques van den Berghe ten doop hield. Zie Goethals blz. 589. Wellicht moet uit dit feit worden afgeleid, dat Antoine van den Berghe, boven vermeld als zwager van Arnoult Baert de Berentrode ook met een dochter van Pierre de Mares en Jenne d’Anderlecht gehuwd was, en dat Jacques dus ook tot Pierre’s nakomelingen behoorde. c. B a r b a r a d e M a r e s, vrouw van J a c o b d e Froymont, overleden 15 Februari 1634. Zie Théatre SacrC: du Brabant, 1. I. 40. tl. Anna Maria de Mares, weduwe van Sr. G i 11 e s B o u v e t, ridder heer van Villersct, raad en lid van de rekenkamer van Brabant, overleden 6 _Aln-il 1656. e. A n n a M a r i a d e M a r e s , o v e r l e t l e n 17 September 1612, oud 57 jaar, vrouw van Mr. P i e t e r Esquens, secretaris van Ferdinand .en Isabella. f: Emmerentia d e M a r e s , vrouw van An t o n iu s de Vries e, heer van Rivike en Ganshoven, overleden 3 Juli 1653. g. Heer Piet er de Mare s, raad en controlleur van de artillerie, overleden 24 Augustus 1662 , gehuwd met Marie Mouchet. Ja . H u b e r t d e M a r e s, kapitein van het belegerd Maastricht, die tot belooning ridder werd gemaakt, daar hij verklaarde als gel)oren etlelman voor een nobilitatie niet in aanmerking te willen komen. Zie Jurisprudentia Heroica, blz. 17 en 28, i. Een rechter d e s M a r e t s wordt vermeld op blz. I 2 2 van laatstgenoemd werk. k. Een Sr. tl e s M a r es t s, conseiller et M“. des Requestes ordinaire il l’hostel de l’Empereur, voorkomend in een acte van 1546, vermeld op blz. I 88 van dat werk. Volledigheidshalve vermelden wii in dit verband ook nog: A n t o i n e D e s m a r e t s escu!er, seigneur de Lannoy , gehuwd met Elisabeth de Lelos, wier dochter ,1/I ar i e Anne Des m a r e t s in 1711 begraven werd in de kerk van Wail na 5 Juli 1683 gehuwd te zijn met P h i 1 i p p e F r a n c o i s d e H a u t e c 1 o c q u e, escuyer, seigneur de Quatre Vaux, iiail, Belvalet, Flines, Auberchicourt, Ligny, St. Flochet. Zie Goethals 11, blz. 441. Blijkens de heerlijkheclen van haar echtgenoot hebben wij hier met personen te doen, die in het land van Kamerijk of aangrenzende ge westen gevestigd waren. F. Tak van Pieter de Marez, zoon van Jan Jacobszoon den ouden. In de F;enFalogie (letter B. no. z) hebben we g e z i e n , d a t t o e n J a n d e Marez J a c o b s z o o n __~~____~ . - 85 - den ouden in 1604 te Delft overleed, één zijner zonen met name P i et e r te Antwerpen gevestigd was, waar hij de onroerende goederen zijn, vaders in bezit was blijven houden. Waarschijnlijk had er bij hem, om welke redenen dan ook (bijv. wegens huwelijk met een Roomsche vrouw) geen bezwaar bestaan om tot de Roomsche kerk terug te keeren, of althans af te zien van openlijke belijdenis van het geloof, waarin hij door zijn vader was opgevoed, want anders had ook hij de stad na de inname door de Spanjaarden binnen den gestelden termijn moeten verlaten. (1) Dat hij katholiek was wordt bevestigd door dit feit, dat hij als getuige (van den bruidegom) optrad bij het huwelijk van Anna Heusch en Heinrich Ullens (zoon van Georg en Catharina Hack), welk huwelijk 27 Januari 1.590 te Antwerpen werd voltrokken. (2) Of de in de genealogie vermelde zeevaarder Pieter de Marees een zoon van hem was moet daarom betwijfeld worden, tenzij deze weder tot de gereformeerden overgegaan en naar Noord-Nederland uitgeweken mocht zijn. Zeer waarschijnlijk zal de oude Pieter de vader geweest zijn van Nico 1 aas de M ar e s, die in 1655 te Antwerpen in de St. Andrieskerk begraven werd onder een zerk met het opschrift : ccsepulture van den eersame Nicolaas de Mares sterf den 19 Augustus A”. 1655 Ridt V. D. S.I) Verder deelde Dr. G. van Doorslaer te Mechelen, die daar ter stede onderzoekingen deed naar I 7’ eeuwsche en 18” eeuwsche medici, ons mede, dat P i e t e r d e M a r e s e n M a r i a v a n D i j c k e 20 S e p - tember 1605 te Mechelen een zoon S i m o n lieten doopen. Wat den leeftijd aangaat kan hier de oude Pieter kwalijk zijn bedoeld, daar die in 1605 reeds niet jong meer zal geweest zijn (zijn jongere broeder Nicolaas, de stamvader van den Groningschen tak huwde in 1574), men zal hier dus aan een zoon van den ouden Pieter hebben te denken, en broeder van den bovengemelden Nicolaas, die in 1655 te Antwerpen begraven is. Dit wordt bevestigd door een schepenbrief op perkament, waarvan de inhoud, ons eveneens door den heer Van Doorslaer werd medegedeeld. Daarin wordt verklaard, dat zekere personen ((wel ende wettelijck verkocht hebben aan Peeter de Mares (I) In aanteekeningen uit de 18e eeuw, waarin gepoogd wordt dezen Pieter maken tot den stamvader van de familie De Marees met de zeemeermin, lezen wij dat zijn zoons Antwerpen zouden verlaten hebben ,,ten tijde van Dut d’Alba sijn vervolging int allerlaatst van zijn regeeringe” dus v66r 1574. Dit is blijkbaar uit de lucht gegrepen, immers Pieter woonde nog in 1604 met zijn gezin aldaar. (2) Zie Beittige und Material zur Geschichte der Aachener Patricierfamiliën von Freih. H. A. von Ftirth, blz. 7. poorter deser stede (Mechelen) over ende tot behoeve van Sr. Nicolaes des Mares sijnen broeder, woonende tot Antwerpen, een stuck lants . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . gegeven i n ‘ t jaer o n s heeren XVIC ende sessendertich op den dryentwintigsten dach van Februari. D Pieter’s zoon Sim on D es m ar e s werd doctor in de Medicijnen en had volgens mededeeling van Dr. van Doorslaer nakomelingen, waaronder hij in 1718 een anderen doctor met name 1 g n atius Antonius D. heeft aangetroffen. Tot de zooeven behandelde familie der heeren van Des Mares, Matringen en Walle, hoewel die ook hoofdzakelijk te Mechelen resideerde, schijnen deze doctoren niet behoord te hebben. Het is echter opmerkelijk, dat de naam Simon ook voorkomt bij het voorgeslacht der familie De Mares met de zeemeermin (later te behandelen) en dat volgens sommige gissingen, in de 18’ eeuw met betrekking tot de afkomst dier familie gewaagd, haar stamvader Simon de Marees uit W’esel naar Amsterdam gekomen, een zoon zou geweest zijn van Pieter de Marez (zoon van Jan Jan Jacobszoon den oude) te Antwerpen. Gelijk we later zullen zien is die gissing ongerijmd, daar bedoelde Simon te oud was om een zoon te zijn van Pieter, die ongeveer zijn tijdgenoot is geweest. Waarschijnlijk heeft Mr. Louis Trip de Marez, wetende dat Pieter de Marez te Antwerpen (broeder zijns betovergrootvadersj een zoon of kleinzoon had die Simon heette, juist daarom de gissing gewaagd, dat Simon de M. uit Wezel een zoon van Pieter de M. uit Antwerpen zou zijn geweest. Volgens een andere gissing was Simon uit Wezel geen zoon van Pieter uit Antwerpen, maar van diens oudste broeder Hans (gen. letter A, no. I.), een gissing, die natuurlijk chronologisch even onhoudbaar is , gelijk wij later meer uitvoerig zullen aantoonen, wanneer wij de familie De Marees ((met de zeemeerminn behandelen. G. De familie De Marez uit Valenciennes naar Amsterdam gekomen. In het zonderlinge testament van 1739, waarbij Mr. Trip de Marez de 5 hoofden van verschillende takken van zijn geslacht tot erfgenamen instelde, komen nevens de vertegenwoordigers van 3 takken, die met zekerheid tot zijn geslacht behoorden, ook twee hoofden voor van takken, waarmee de samenhang onzeker was, n.1. de heer van Sancourt, en Jacobus de Marez, woonachtig op het Singel te Amsterdam, behoorende tot een familie, die eerst - 86 - na de herroeping van het Edict van’ Nantes uit Valenciennes gekomen was. Mr. Trip de Marez was met hem in correspondentie getreden ; in een brief van 11 December 1734 schreef Jacobus de Marez, dat hij tot wapen voerde : ee92 Rruu met 4 rozen ex twee gr Blijkbaar woonden de ouders der bruid te Amsterdam: doch heeft het jonge echtpaar zich weder te \Vezel neergezet, waar hun in 1605 een zoon geboren is. Vandaar schijnen zij zich later naar Dordrecht verplaatst te hebben, want in die stad werden in 16 17 en 16 Ig dochters van hen gedoopt. In 1621, 8 Juli werd Samuel de Marez (lpar témoignage de Dordxcht)) ingeschreven als lid van de Waalsche Kerk te Amsterdam. 1j’anneer wij de geboortedatums van zijne kinderen nagaan voor zoover die ons bekend zijn (1605, 1617, x619, 1622), dan vindt men daarin een hiaat, welke het vermoeden verwekt, dat hij meer kinderen gehad heeft (2), die geboren zullen zijn T-óórdat dit gezin zich te Dordrecht nederzette. (3) Met zekerheid weten wij dan ook uit het testament van Marie de la Warde, dat hij behalve Simon geboren 1605 twee zoons Jan en Jacob gehad heeft, doch er zullen tusschen I 605 en 1 GI 7 nog meer kinderen geboren zijn. Tot die onbekende kinderen zal ook behoord hebben een Samuel de Marez, die 2 Februari 1640 te Gimo in Zweden begraven is en die gewoonlijk met zijn vader wordt verward. Deze laatste is, gelijk we zooeven gezegd hebben en uit de fiches der Bibliothèque 1Vallone blijkt, reeds den 16 December 1623 te Amsterdam begraven. Zijn kinderen volgen onder letter D. 5. J e a n Simonszoon, begraven te Amsterdam 5 Augustus 1630, was gehuwd met M ar i a d e l a W a r d e o f D e l w a r d e , r e g e n t e s v a n h e t Walenweeshuis, die in 1641 kinderloos te Amsterdam gestorven is. In 1613 woonde zij op de Oostzijde ( 1) Waarschijnlijk was de familie siben te 1Vezel gevestigd gebleven. Een Jacobus Biben in 1724 te \vezel geboren, trad voor het eerst als predikant in dienst te Kolderveen 29 April I 753 en bleef aldaar tot 12 Februari 1764, daarna werd hij predikant te Zuid-Laren waar hij overleden en begraven is Onder aan den toren is rechtop staande een grafsteen ingemetseld met het opschrift: ,,Overleden den 23 November MDCCLXXXIV. Ter Gedagtenis dat Jacokus Biben, leeraar in deze gemeenfe op zijne begeerte buyten de Kerk Muuren hier begraven is ” Zie J. M van Kuyk ,,Grafschriften, Wa. pens enz, voorkomende in eenige kerken van Drenthe.” (2 ) Daartoe kan niet (althans bezwaarlijk) behoord hebben Claude de M., gehuwd te Dordrecht I April 1618 met Marie Margnon. Wellicht was dit een ‘broeder van Samuel. (3) Volgens den heer Von Marees woonde Samuel nog in 1613 te Wezel. - 128 - van de Keizersgracht bij de Lelygracht te Amsterdam, blijkens het kohier van den 2oosten penning, waarop zij is aangeslagen voor f 250, dus naar een vermogen van f 50000. 6. Waarschijnlijk een dochter, gehuwd met J ac o b R ij s, uit welk huwelijk blijkens het testament van Maria de la Warde een kind geboren was in het land van Cleef. 7. Wellicht J o o s t, wiens zoon A d r i a a n d e M ar e e s in het testament van Marie de la Warde vermeldt wordt, evenwel niet onder de erfgenamen ; dit wekt het vermoeden dat hij haar mogelijk in een meer verwijderden graad kan bestaan hebben. B. De k i n d e r e n v a n P h i l i p d e 11 are e s en zijne huisvrouw N. N. waren : 1. %I a r i a, geboren te Wezel omstreeks Ijgo, want bij haar huwelijk was zij Ig jaar. Het Amsterdamsche aanteekenregister zegt, dat 23 October 1609 zijn aangeteeliend «_-1 d r i a e n M o n d e 1~ e n s, van Ceulen 23, soone Paulus en Elisabeth du Mortier, met Maria de 1Iarez, v a n W e z e l I g , (geassisteerd door) haar oom Jan de Marees. 11 Hij overleed vóór 163 1, want in dat jaar woonde de weduwe van Adriaan 1Iondeliens op de Heerengracht (Westzijde) bij de Lelygracht en was op het kohier van den 2oosten penning aangeslagen voor f IOO. Zij zal de moeder geweest zijn van E 1 i s a b e t h M o n d e k e n s, gehuwdt met J a c o b d e B e y e r, koopman te Amsterdam, (Justinuszoon es Susanna le Brun) geboren te ‘M’ezel 5 October 1602, overleden te Amsterdam 25 Klaart 1673, die in het testament van Maria de la Warde onder hare bloedverwanten genoemd wordt (nevens den zooeven vermelden i-Adriaan de lIarees Joostzoon) zonder dat evenwel hij of zijn vrouw tot erfgenamen worden ingesteld, wat zeer begrijpelijk is, daar zijne schoonmoeder reeds als erfgename optrad. (1) 2. J a n n e k e n , geboren te Wezel omstreeks 1693, aangeteekend te Amsterdam I 3 Juni 1613 m e t J a c y u e s de 1 a 11 eyq e (elders de 1 a M i n e) geboren te Keulen omstreeks 1691, zoon van . . . . . . . . de la Meyne en Marie Moreau. (2) Zij woonden in 1631 op de Keizersgracht !westzijde) bij de Lelygracht. (I) Hij hertrouwde met Johanna Hochede dite de la Vigne, en liet 6 kinderen r,a, waarvan 5 uit het eerste huwelijk. Een der zoons van Elisabeth Mondekens was Mr Justinus de Beyer, heer van Hulsen, geboren te _\msterdam zg December, burgemeester van Nijmegen, gehuwd I’. met Susanna Poulle (Dominicus’dochter ex Johanna Hochede dite de la Vigne), zo met Susanna Bernard I Danielsdochter ex Maria Rijckaert), 3O. met Agneta Fagel. Uit het derde huwelijk stamt de Nijmeegsche regeeringsfamilie De Beyer. (Zie : Vorsterman van Oyen, Stam- en Wapenboek 1, blz 51.) ,z) Meyne, Jacques de la: van Ceulen zz ez Maria Moreau en Janneken de Mareez van Wezel 20, oom Jan de Mareez. 3. E 1 i s a b e t h Philipsdochter, (1) geboren te Wesel, aangenomen als lid der Waalsche gemeente te Amsterdam 24 Maart IUr4, naar het schijnt kinderloos overleden vóbr 1641. (2) Zij #is 25 M e i 1615 te Amsterdam aangeteekend met J e r e m i a s P l a n c i u s , geboren te Brussel, (3) Hollandsch predikant te Keulen van I6og---1613, daarna te Deventer tot 1617, toen hij aldaar aan de pest overleed, zoon van den bekenden Amsterdamschen (tevoren Brusselschen) predikant P e t r u s P 1 a nc i u s, den vermaard sterrenkundige en vervaardiger van wereld- en zeekaarten, een der grondleggers van de vaart op Oost-Indië. Men zie over dit uit Vlaanderen afkomstig geslacht dat een tiental predikanten opleverde en oorspronkelijk Platevoet heette A. N. Familieblad 1883. C. D a n i el de M are e s had bij zijn huisvrouw N. AV. de volgende kinderen en gelijk ons blijkt uit het testamen van zijn schoonzuster: 1. S i m o 11 Danielszoon was waarschijnlijk dezelfde persoon als Simon de Marees, die uit zijn huwelijk met A n n a J o 1 y tusschen 1649 en 1652 te Amsterdam in de Waalsche Kerk kinderen liet doopen en mogelijk ook dezelfde als Simon de M., die 8 April 1657 aldaar gehuwd is met L i d i a B al i e n n e (of B a 1 i m m e) Samuelsdochter, uit welk huwelijk tusschen 1657 en 1663 aldaar kinderen gedoopt zijn. Wij zullen al deze kinderen hier laten volgen onder letter E. 2. Anna, gehuwd met Jan Salomon s. D. Uit het huwelijk van Samuel de Marees en M a r i e cl e ! a H a y e sproten de volgende kinderen : 1. S i m 0 n Samuelszoon , geboren te Wesel omstreeks 1605, aangenomen te Amsterdam als lidmaat der Waalsche gemeente 23 Januari 1626, was in 1641 koopman te -Amsterdam, stichtte later de Groenlandsche Compagnie te Bremen en is aldaar met zijn schip op den \Veser vergaan. (4) Hij huwde te Amsterdam 6 September 1637 (aangeteekend 21 Augustus) met Judith Snel1 , geboren te Bremen omstreeks I 6 I 7, (5) wier vader raadsheer te Emden moet zijn geweest. Hij hertrouwdemet . . . . . . . Hofschlaeger uit Bremen. (6) Zijn kinderen volgen onder letter F . (Wordt vervolgd.) (1) Aldus vérmeld bij haar aanneming. (2) Anders zou zij of hare kinderen wel zijn vermeld in het testament van Maria de la Warde. (3) Jeremias Plancius van Brussel, pred. soone Petrus en Elisabeth de Marez van Wezel, haar oom Jan. (4) Opgave van den heer Von Marees. In onde aanteekening in het familiearchief te Amsterdam wordt hij genoemd bewindhebber van de Groenlandsche Compagnie te Bremen. (5) Het Amsterdamsche Puyboek vermeldt 21 Augustus 1637 ,,Simon de Marees van Wezel 32 ex Maria de la Haye en Judit Snelle van Breemen zo, broeder Jan Snel.” (6) Mogelijk een lid der familie Hoefslager, waartoe ook de moeder van Mevr. de Marez geb. Trip behoorde. 1900 p. 145-152 DOOR M R . H. J. KOENEN. (Vervolg.) 2. J a n, is ons alleen bekend uit het testament van Marie de la Warde. Hij leefde nog in 1641, of hij gehuwd was is ons onbekend. 3. J a c o b, als koopman te Amsterdam vermeld in het testament van Maria de la Warde. Hij was gehuwd te Amsterdam 6 Juli 162 I met S u s a n n a B u t o n, wier moeder Beatrix de 1 a W ar d e een zuster was van Marie de la Warde, wed. Jan de Marees, vandaar dat hij en zijn vrouw beide afzonderlijk in het testament .van deze voorkomen (1). Misschien is zij ((Susanna de Marez op de Nieuwe Heerengracht )), die 27 Maart 1674 te Amsterdam begraven is. Of zij kinderen hadden is ons onbekend. 4. S a m u e 1 (vermoedelijk) zal geboren zijn te Wezel tusschen 1605 en 1616 (zie wat daarover boven gezegd is onder letter B. no. 4.) schijnt in dienst te zijn getreden van Louis de Geer op diens ijzermijnen te Gimo in Zweden en overleed aldaar 2 Februari 1640. Hij werd begraven onder een grafsteen met zijn wapen, verioonende de zeemeermin. 5. M a r i e, gedoopt te Dordrecht 7 Mei 1617. 6. C a t h é r i n e, gedoopt te Dordrecht 30 Juni I6Ig. 7. J e n n e, gedoopt te Amsterdam 20 April 1622. Twee van deze kinderen zijn te Amsterdam in 1623 enkele weken vóór hun vader gestorven, want 13 November en 18 November is aldaar begraven een kind van Samuel de Marees. E. Uit het huwelijk van S i m o n d e M a r e e s (vermoedelijk dezelfde als Simon Danielszoon) met A n n a J o 1 y sproten 3 en uit dat van (denzelfden?) Simon met Lid i a Balie n n e of Balimme eveneens 3 kinderen: I. A u g u s t i n, gedoopt te Amsterdam I April 1649. 2. S i m o n, gedoopt te Amsterdam 13 November 1650. 3. S i m o n, gedoopt te Amsterdam 2 Juni 1652. ( 1) In tegenstelling met ,,de vrinden van manskant” meldt 11arie de la Warde als hare eigen bloedverwanten Sara Buton wed. Jan Duwe1 en hare kinderen: &4nna. Jan, Maria, Adriaan en Abraham Duwel, voorts Susanna Buton, vrouw van Jacob de Marees, Paulus Buton, Anna Huton gehuwd met Dirk Kleft (of Kijff) en Marie Huton. . M a r i e , be: 1657. gedoopt te Amsterdam g Decem- 5 . Geertrui , gedoopt te Amsterdam 16 Maart 1660. 6. Robbert, gedoopt te Amsterdam- -I I November 1663. F. Uit het huwelijkvan Simon de Mare e s en diens eerste vrouw Judith Sn e 11 zijn de volgende kinderen bekend : 1. A n n a, gedoopt te Amsterdam IO Juni 1639, jong gestorven. 2. A n n a, gedoopt te Amsterdam 28 April 1641, begraven aldaar IO Juni 1641. 3. S a m u e l , gedoopt te Amsterdam 2 October 1643. 4. L o d e w ij k, (1) gedoopt te Amsterdam 2 Juli 1645, maakte zijn testament zo Januari 1678, werd als proponent in 1673 beroepen tot predikant te Sloten (classis van Sneek) en aldaar bevestigd in Juni 1674 door M. Vomelius, predikant te Oudemirdum en door H. Kingsma, predikant te Balk. Hij was eerst gehuwd met. Ge e s k e Ad i LI s en is daarna aangeteekend te Amsterdam 27 September 1684 met zijn nicht A n n a S n e 11, weduwe van Ds. Regnerus Helmik. (2) Uit één van deze beide huwelijken, misschien uit beide, had hij kinderen, die volgen onder letter H. 5 . S i m o n , was (~Kaufherrn te Bremen. Uit zijn huwelijk met M a r g a r e t h a J a n s e n schijnen geen kinderen geboren te zijn. 6 . Johann , geboren waarschijnlijk te Bremen, overleden omstreeks 1700, was directeur (of intendant) van de ijzermijnen te Osterby en Gimo in Zweden, toebehoorende aan de familie De Geer. (3) Hij was eerst gehuwd met S a ra Meytens; dochter van S c i p i o M e y t e n s, koopman te Stockholm. Hij hertrouwde met E 1 i s a b e t h F a b r it i u s, dochter van den overste Fabritius; Zweedsch gezant in Persië. Volgens HAAG ([La France Protestante » (4) had hij uit zijn eerste huwelijk 7 kinderen. Er zijn ons echter g kinderen van hem bekend. Zij volgen onder letter J. (1) Zie over hem Rotermund ,,Lexicon von Gelehrten in Bremen,” Anhang p. LX111 (2 ) Het Amsterdamsche Puyboek vermeldt Ds. Ludovicus de Marees, predikant tot Slooten in Friesland, wed. Geeske Adius en Anna Snel wed. Ds. Regnerus Helmik. (3) Gelijk we boven zagen was reeds de in 1640 overle den Samuel de M. in een dergelijke betrekking werkzaam geweest (4) Verkeerdelijk zegt HAAG dat deze Johan de M., dien hij als vader van den straks te noemen schilder George d. M. vermeldt na de herroeping van het Edict van Nantes Frankrijk had moeten verlaten. i -2, -_ 146 - 7. A n n a M a r g a r e t h a, geboren waarschijnlijk te Bremen, h u w d e m e t . . . . . . . Vilthoet. 8. E v e r h a r d, was ((Oberhoíhscal)) te Berlijn en (( Hofgerichtsadvocat 1) aldaar. H . De kinderen van Ds. L o d e w ij k d e M ar e e s uit zijn huwelijken met G e e s k e A d i u s en met A n n a S n e 11 waren : 1. A n n a A d e l h e i d . 2 . J u d i t h . 3. S i m o n . 4. G e e s k e . 5 . A d e l h e i d . 6. J u d i t h (?). 7 . Johann. 8. S a m u e l . 9. Herman. 10. M a r g a r e t h a . Van hen is verder niets bekend. J . De kinderen van J o h a n n, die gehuwd was met S a r a M e y t e n s en daarna met E 1 i s a b e t h F a b r i t i u s waren IZ in getal, waarvan minstens 7 uit het eerste huwelijk: 1. S i m o n, te Stockholm, was goudsmid. (Volgens HAAG ((La France Protestante]) .) 2. S a m u e 1, was eveneens goudsmid. (Volgens H A A G.) Den I Januari 1731 is Samuel de Marees van Stockholm poorter van Amsterdam geworden. In 1740 woonde hij te Zwammerdam, hij huwde toen (proclamés Amsterdam 2. December) met J e a n n e L o u i s e B o u i l l a r d , weduwe\-anJacquesMartin. Hij overleed 25 Juni 1774. 3. J a n, was zeeman. (HA A G. ) 4. A b ra h a m, geboren 2 Juni 1685 te Gimo in Zweden, overleden 4 Augustus 1760 te Dessau, waar hij in 1734 beroepen was. Hij werd hofprediker bij den vorst van Anhalt-Dessau en ((Consistorialrath 11. aldaar. Verschillende door hem vervaardigde gezangen zijn opgenomen in het Dessausche gezangboek. (Zie HAAG (1 La France Protestante !), 1e editie IV, blz. 257.) Hij huwde te Heidelberg i n 1 7 x 5 m e t E l i s a b e t h A d e l a i d e Mieg, uit welk huwelijk 6 kinderen, die volgen onder letter K. 5. C h a r 1 e s, wijdde zich aan den koophandel, (zie HAAG) en was ongehuwd. 6. G e o r g e , geboren 1697 te Stockholm, orerleden te Munchen 3 October 1776, hofschilder en raad van den keurvorst van Keulen. (11 Wees zijnde (1) Er bestaat van hem een fraai gegraveerd portret (zwarte kunst), naar een schilderij van hem zelf; door J. J. Haid, met het onderschrift ,,Georgius de Marées, suedus, Reverendissimi Serenissiki Principis Clementis Augusti Electoris Coloniensis sedert zijn derde jaar werd, hij opgevoed door zijn bloedverwant den Zweedschen hofschilder Meytens, onder wiens leiding hij portretten maakte van leden van het koninklijk huis. In 1724 den 11 Januari vestigde hij zich te Amsterdam, vertoefde daar eenigen tijd en vertrok toen naar Neurenberg, waar hij voor zijn broeder een groot stuk schilderderde, waarop deze met zijn vrouw en drie kinderen staat afgebeeld. Daarop deed hij een reis naar Venetië en Rome, in 1728 was hij te Augsburg, in 1730 te Munchen, waar hij tot de Katholieke Kerk overging. Hij huwde 5 Juni 1731 met M a r i a B a rb a r a S c h u h b a u e r, uit welk huwelijk I I kinderen, waarvan in 177 1 nog 4 in leven waren, die volgen onder letter L . 7. E l i s a b e t h , overleden omstreeks I 740, huwde met Nico 1 as d u Bord ie u, tolk voor de Russische en Turksche talen aan het hof van den koning van Zweden. 8. L u d w i c h E b e r h a r d . 9 . J u d i t h A m a l i a . K. Uit het huwelijk van den hofprediker Ds. A b r a h a m d e M a r é e s te’ Dessau en E 1 i s ab e t h Adel ai cl e M i e g sproten de volgende kinderen : 1. L e o p o l d H e i n r i c h L u d w i c h , ge7 boren te Dessau 23 Maart 17 16 (( verschollen)). 2. S i m o n L u d w i g E b e r h a r d, geboren te Dessau I December 17 17, overleden 17 October 1802, was evenals zijn vader ((Consistorialrath, Superintendent und Hofprediger )) te Dessau. Zijn geschriften zijn vermeld in de eerste editie (I) van H AAG ((La France Protestanten IV, blz. 258. Hij huwde I’. Eleonore F r e d e r i k e F r i e d e l , geboren 26 Februari 1723, overleden 6 Februari 1752. Hij huwde 2’. I9 J u n i 1753 E l e o n o r a Agnes h4 aria H arsle ben, geboren 5 October 1734, overleden 5 December ‘1794. Uit deze twee huwelijken 8 kinderen, zie letter M. 3 . Johann P a u l geboren te Nürnberg 30 October 1719, overleden 6 Januari 1756. 4. Jacob Ludwig, geboren te Nürnberg 14 Augustus I 72 I , (t Justizrath)) in Oranienbaum (Anhalt), gehuwd met P hilipp ine Maria M aul. Uit dit huwelijk 4 kinderen, die volgen onder letter N. 5. M a r i a E l i s a b e t h , g e b o r e n 3 0 J u n i 1723 te Nürnberg, is gehuwd 13 Juli 1756 met etc. etc etc. Consiliarius et respective ejusdem aulae yictor, hanc sui effigiem virtuosissima manu ipse pinxit. Zie over hem Nagler’s ,,Kt\nstler-Lexicon” 111, p. 360, en HAAG ,,La France Protestante”. (1) In de tweede editie zijn de artikelen over de leden van deze familie, wier relatie tot Frankrijk dan ook een onzekere,. in ieder geval een zeer verwijderde was, vervallen. L e o p o l d F r i e d r i c h F r i e d e l , a k ö n i g l . Preuss. Regierungsrathl) in Magdeburg, geboren 2 September 1728, overleden in 1798. 6 . J e a n N o é , geboren te Nürnberg 24 October 1725, overleden 3 April 1772. HAAG zegt, dat hij de eerste gereformeerde predikant te Raguhn (in Anhalt-Dessau) was en vermeldt eenige geschriften van zijn hand. (IV, blz. 258.) Hij is gehuwd met . . . . . . . . . K o r n f ü h r e r Uit dit huwelijk 4 kinderen, die volgen onder letter 0. 7. Susanne, geboren te Nürnberg zg December 1729, gehuwd met Go ttfried F ri edr i c h W i 1 h e 1 m C h a p o n, prediger in Detmold und Raguhn (Anhalt). 8. 1 s aa c Dan i e 1, geboren te Nürnberg 2g April 1732, Pfarrer in Dohndorf und Ilbersdorf (Anhalt), gehuwd Januari 1755 met . . . . . C ö 1 e r. Uit dit huwelijk z kinderen, die volgen onder letter P. 9. L u d w i g G e o r g C h r i s t i a n Abrah a in, geboren te Dessau 4 October 1734, overleden 1744. (~Oberpredigers in Sandersleben. gehuwd met . . . . . . . . . . B o b b e, uit welk huwelijk I zoon, die volgt onder letter Q,. 10. H e i n r i c h L e o p o l d C a r l , g e b o r e n te Dessau 21 December 1741, overleden 28 M e i 1767 als (I Preuss. Kirchenkandidat 11, ongehuwd. L. Uit het huwelijk van den kunstschilder G e o r g e d e Marees e n v a n M a r i a Barba r a S c h u h b a u e r zijn de volgende kinderen geboren (katholiek) : 1. F r a n s X a v e r, geboren April 1734, overleden 24 April 1793, ((weltpriester, Kath. Pfarrera in Pischelsdorff (Bayern). 2. M a r i e A n n a, ongehuwd. 3. M a r i e J o s e p h a , gehuwdmetDr. Ehrhardt Wicterhalter, Kurbayr. ((Hof- und Landschafts- medicus )) , geboren 1740, overleden 1800. 4. M a r i e A n t o n i e , gehuwd met F r a n s X a v e r K raus s, (1 Kurbayr. Hofkammerrechnungskommissarius und secretariusn . M. Uit de beide huwelijken van den hofpredik e r D s . S i m o n L u d w i g E h r h a r d d e Mar é e s te Dessau met E 1 e o n o r e F r i e d e r i k e F r i e d e l e n m e t E l e o n o r e A g n e s M a r i e H a r s 1 e b e n zijn 23 kinderen geboren, waarvan 4 uit het eerste en Ig uit het tweede huwelijk : L o u i s e Charlotte,gehuwdmetFriedr i C.h C ö 1 e r (1 Probsti) in Wörlitz (Anhalt). 2. Wilhelm, geboren I2 December 1746, geneesheer. HAAG noemt hem Christian Guillaume Henri en vermeldt van hem een geleerde verhandeling (( De animi perturbationum in corpus potentia:) Göttingen I 775. Verder spreekt HAAG het vermoeden uit, dat hij dezelfde persoon was als Henri Guillaume de Marée, schrijver van een boek over de cultuur der Grieken en Romeinen. 3. O t t o L u d w i g, geboren 30 October x748, gestorven 6 April 1833. Herzogl. ((Dessauischer Kabinetsrath und Censors, gehuwd met . . . . . . . W e r n e r, uit welk huwelijk 6 kinderen, die volgen onder letter R . 4. W i 1 h e 1 m i n e, geboren 6 Februari 1752. 5. M aria A gn e t a, geboren 26 October 1754, gehuwd 28 September 1779 met Professor T h e o d o r F r i e d r i c h S t a n g e . 6. L eopold, geboren 4 Januari 1756, jong gestorven. 7. Een ongedoopt overleden kind, geboren IO October 1756. 8. W i l h e l m i n e Friederike,geborenzI Juli 1758, jong gestorven. 9. L e o p o l d Lebrecht A b r a h a m , g e - boren 28 Juni 1759, jong gestorven. 10 H en r i et t e L e o p o 1 d i n e, geboren 14 J u n i 1 7 6 0 . 11. Johann Friedrich,geboren26Augustus 1761, ongehuwd overleden I o Januari IS 3 2, ctPfarrer)> zu St. Georg (Dessau). 12. W i l h e l m i n e P h i l i p p i n e , g e b o r e n IO Mei 1763, jong gestorven. 13. F r i e d e r i k e E l i s a b e t h , g e b o r e n 8 Augustus 1764, jong gestorven. 14. Carl Wilhelm, geboren te Dessau 16 September 1765, overleden te Dessau 23 September I845, « Herzogl. Dessauischer Kammerpräsidenta , werd 20 Mei 1826 verheven in den erfelijken adelstand van het Hertogdom Anhalt onder den naam Von Marées. Hij huwde 4 December 1798 met H e n r i e t t e F r i e d e r i k e K ö h l e r , g e b o r e n I October 1787. Zijn kinderen volgen onder letter S. 15. J a c o b L u d w i g , geboren 11 October 1766, jong gestorven. 16. E l e o n o r e Charlotte,geboren28November 1767, gestorven 31 December 1834, geh u w d m e t Kar1 Leopold Ludwig de Mar é e s, geboren 27 Februari 1764, overleden 8 Juli 1846, zoon van haar oom Jacob Ludwig en van Philippine Maria Maul. Zie letter N. no. 3. 17. E l i s a b e t h A m a l i a , , g e b o r e n 25 J a - nuari I76g, jong gestorven. 18. F r a n z W il h e 1 m, geboren 6 Maart 1770, jong gestorven. 19. A d e l a i d e L o u i s e , g e b o r e n 2 0 J u n i I77I, jong gestorven. 20. Caroline Christine, geboren 26 Augustus 1772, jong gestorven. 21. Heinrich Ludwig, geboren 20 November 1773, overleden 12 Februari IS25 ((Herzogl. - 148 - Anhalt. Seminarinspectorr in Dessau. HAAG v e r - meldt dat hij de schrijver was van eenige geschriften over opvoeding, waarvan de titels te vinden zijn bij den biograaf Kaiser. Hij is gehuwd 2 Juni 1814 m e t L o u i s e C h a r l o t t e H e n r i e t t e v o n R a u m e r . Uit dit huwelijk 3 kinderen, die volgen onder letter T . 22. S o p h i e A g n e s , geboren 28 April 1775, overleden I o Januari 1814, gehuwd Io October I7ggmet Johann F r i e d r i c h S c h u b r i n g , 11Herzog1. Dess. Regierungsrath)) . 23. H e n r i e t t e C h r i s t i a n e , g e b o r e n 1 8 September 1777, jong gestorven. N. De kinderen van den nJustizrathn J a c o b L u d w i c h d e M a r é e s e n P h i l i p p i n e Mar i a M a u 1 waren : 1. L o u i s e, gehuwd met ((PfarrerJJ Gerharel in Qualendorf. 2 . C h a r l o t t e : geboren 25 December 1762, overleden 23 Januari 1802 i gehuwd met B o b b e, ([Kaplan IJ in Wörlitz. 3. Kar 1 L eo p o 1 d Lu d w i g, geboren 27 Februari 1764, gestorven 8 Juli 1846, gehuwd met z i j n v o l l e n i c h t E l e o n o r e C h a r l o t t e d e M ar é e s, geboren 28 November 1767, overleden 31 December 1834, dochter van Ds. Simon Ludwig Eberhard en van Eleonore Agnes Marie Harsleben. (Zie boven M. n”. 16. j Uit dit huwelijk I dochter, volgt onder letter U . 4. L e o p o l d i n e , geboren te Oranienbaum 15 Juni 1766, overleden 24 December 1847, gehuwd met L u d w i g d e M a r é e s, ((Superintendents in Dessau, geboren zg Augustus 1763, overleden 26 Juli 1829, zoon van haar oom Ds. Isaac Daniel en van . _ . . . . . . . Cöler. (Zie letter P. n’. I ., 0 . Uit het huwelijk van Ds. J e a n N o é d e M a r é e s,. ((Pfarrer)) in Raghun, en . . . . . . . . . IC o r n f ü h r e r sproten 4 kinderen : 1. H. W. Abraham, Professor aan hetJoachimsthalsche Gymnasium in Berlin. 2. C h a r l o t t e , geboren 16 Augustus 1761, overleden I Augustus 181 1, gehuwd 25 Mei 1780 metFriedrich v o n R a u m e r , ctHerzog1. Dessauischer Kammerdirector )) , geboren IO Augustus 1755, overleden 15 Augustus 1822. 3. Wilhelm. 4, W i l h e l m i n e . P. Uit het huwelijk van Ds. 1 s a a c D a n i e 1 d e M a r é e s, (( Pfarrerq in Dohndorf, met . . . . . C ö 1 er sproten 2 kinderen: 1. Lu d w i g, geboren te Dohndorf 29 Augustus 1763, CI Superintendent 1) in Dessau, gehuwd met L e o p o 1 d i n e d e M a r é e s, geboren 15 Juni 1766, overleden 24 December 1847, dochter van Jacob Ludwig en P. M. Maul. (Zie boven N. no. 4.) Uit dit huwelijk 2 kinderen, die volgen onder letter V . 2. L e o p o l d, geboren z Januari I 799, 11 Piarrern in Qualendorf of Quellendorf, was gehuwd, doch de naam zijner vrouw is ons onbekend. Hij had 2 kinderen, die volgen onder letter W . Q. Uit het huwelijk van Ds. Ludwig Georg C h r i s t i a a n A b r a h a m d e M a r é e s , ( ( O b e r - prediger)) in Sandersleben en . . . . . . . . B o b b e sproot I zoon : 1. C a r l A l b e r t, geboren 5 September 1766, (1 Pfarrer 1) in Raguhn, schreef eenige polemische werken, alsook gezangen onder den titel (( Dreizehn geistliche Lieder 1) . (Dessau 1832.) Hij was gehutid, doch de naam zijner vrouw is ons onbekend. Hij had slechts één dochter Fr e der i k e, geboren 1801, ongehuwd te Dessau overleden. R. Uit het huwelijk van den ticabinetsrathl) O t t o L u d w i g d e M a r é e s e n . . . . . . . . . W e r n e r sproten 6 kinderen: L o u i s e, geboren 6 Juli 1777, overleden 3 M&-t 1858. 2. H e i n r i c h , overleden 30 Augustus 1873 na den slag bij Culm als « Königl. Preuss. Hauptmann 1) . 3. Wil helm, overleden 16 Augustus 1876, aan de gevolgen van den veldtocht van IS75 als (( Königl. Preuss. Hauptmannx . 4. F r i e d e r i k e . 5. C a r 1, was tweemaal gehuwd, doch de namen zijner beide vrouwen zijn ons onbekend. Wij weten alleen dat hij een zoon naliet, die volgt onder letter X. 6. Ludwig, geboren 23 April 1787, ((Oberst und Kommandeur des Leibregiments 1) in Frankfurt a/O. S. Uit het huwelijk van den 11 Kammerpr:isident )) C a r l Wilhelm v o n M a r é e s m e t Henriette F r e d e r i k e K ö h l e r sproten4zoons: I. F r i e d r i c h G e o r g A d o l f , g e b o r e n t e Dessau 17 Februari 1801, overleden te Coblenz 14 Maart 1874, w Königl. Preuss. Kammerpräsident )J in Coblenz, gehuwclmet Friederike Susmann, geboren te Halberstadt, overleden te Coblenz 1864. Uit dit huwelijk 4 kinderen, die volgen onder letter Y. 2. C a r l F r i e d r i c h H e i n r i c h , g e b o r e n te Dessau I 7 Juni 1802, overleden te Genslack 30 Maart I 88 I , u Herzógl. Anhalt. Amtsrath:), bezitter der (1 Rittergütterw Genslach en Oberwalde bij Tapien - 149 - . in Oost- Pruissen. Hij huwde 4 October 1832 met C 1 a r a C a r o 1 i n e 2 a b e 1 e r, geboren te Dessau 17 Februari 1808, overleden te Insterburg 30 November 1839. Hij hertrouwde 16 Augustus 1840 m e t A u g u s t e C h a r l o t t e L o u i s e Annett e F o r m e y, geboren te Berlin 30 Januari 18 I 8 , overleden te Genslack in Oost-Pruissen 6 Mei 1871. Uit het eerste huwelijk zijn 4, uit het tweede huwelijk 2 kinderen geboren, welke volgen onder letter Z. 3. C a r 1 W i 1 11 c 1 m F e r d i n a n d, geboren 7 Juni 1804, i/ kiinigl., geheim. exped. secretär im Generalpostamt )) 1 e Berlin, 4. C a r 1 G u s t a v A 1 e x a n d e r, geboren te Dessau I 8 Februari 1806, overleden te Dessau 4 Februari 187 I , (I Herxogl. Anhalt. Kammerherr und Forstmelster » I.n Va, or,,l..lt z, hIrehuwd te Dessau 3 Januari 1 8 3 3 m e t I d a ‘l-horspecken, g e b o r e n t e Dessau 23 December 181 I, overleden te Dessau 9 Juli 1885. Uit dit huwelijk 4 kinderen, die volgen onder letter AA. T . Uit het huwrli.ik van H e i n r i c h L u d w i g d e M a r é e s , a Senninarinspector 1) in Dessau, e n L o u i s e C h a r l o t t e H e n r i e t t e vonRaum e r zijn 3 kinderen geboren : I . S o p h i e L o LI i s e v o n M a r 6. e s, geboren 28 Mei 181.5, werd gelijktijdig met hare zuster, straks te noemen, 30 Juli 1840 voor hare persoon in den adel van het Hertogdom Anhalt verheven om hare opname in het adellijk jonkvrouwenstift te Mosigkau in Anhalt mogelijk te maken. Later is zij gehuwd met . . . . . . L u d w i g. 2. A n n a H e tl w i R \’ o n M a r é e s, geboren 14 April 1817, ill den Anhaltschen adelstand verheveq 30 Juni 1840, later gehuwd met. Prof. S t a n g e . 3. Wilhelm L u d w i g d e M a r é e s , g e - boren 14 Februari 182~, overleden 9 Juli 1897, ((Pastor)) in Bernhurg. gehuwd met A n n a M ü nn i c h, overleden 1897. TJ. Uit het huwelijk van K. L. L u d w i g d e M a r é e s e n B. itharlotte d e 1Marées is &n dochter gesproten : 1. L o u i s e , g(bboren I 5 Februari I 795, overleden 17 Novembcar I 845, huwde 26 Augustus 18 17 G e o r g e L e o 1~ o l d H e i n r i c h v o n Raum e r, ((Herzogl. Dess. Kammerrath)) i n Dessau, geboren 22 Juli I 786, overleden 8 Januari 1868. V . Uit het huwelijk van Lu d w i g de M ar é e s , I( Superintendent]) in Dessau, met L e o p o ld i n e d e M a r 6 e s zijn 2 kinderen geboren : 1. C a r 1, koopman in Braunschweig, gehuwd m e t A m a l i e R a m m e l s b e r g . Ef2e. L o u i s e, gehuwd met den (I Seminardirector 11 W . Uit het huwelijk van L e o p o 1 d d e M arées, (1 Pfarrer)) in Qualendorf en N. N. sproten 4 dochters : I . J u l i e , geboren I 8 I 4, gehuwd met (1 Pfarrer j) L i p p o l d . 2 . R o s a l i e , gehuwd met (( Kirchenrath)) D. A h l f e l d t . (1) 3 . Johanne, gehuwd met D ö r i n g, jurist. 4. Bernhardine, ongehuwd. X. Uit een der beide ons onbekende huwelijken van Carl de Marés sproot 1 zoon: 1. . . . . . . . . . , (I Königl. Preuss. Major a/D. I) in Eisenach, gehuwd met LM e 1 a n i e baronesse (freiin) v o n T a u b e, overleden 22 Februari 1894. Uit dit huwelijk 3 kinderen, die volgen onder letter BB. Y . Uit het huwelijk van F. 1,. A d o 1 f v o n hl 3 r e e s, 11 Kammerpri%ident)) te Coblenz en F r ed e r i k e S u s m a n 4 kinderen : 1. G e o r g D a v i d, geboren te Dusseldorf 27 September 1834, overleden te Berlin I November 1888, (( Königl. Preuss. Oberstlieutant )), later schrijver over militaire onderwerpen te Berlin, gehuwd te Aachen 22 Mei 1861 met R o s a 1 i e E mma Just-ine S o m m e r, geboren 2 I Juli 1841 (Katholiek). Uit dit huwelijk 6 kinderen, die volgen onder letter CC. 2. H a n s Rein h a r d, geboren te Elberfeld 25 December 1835, overleden te Rome 4 Juni 1887, kunstschilder. 3 . F r i e d r i c h A d o 1 f, geboren te Elberfeld, was zeeman en overleed op een reis in de Middellandsche Zee, nadat hij . . . . . . . . . te Rotterdam gehuwd was met . . . . . . . . . 4. B a 1 d u i n 1, u d w i g, geboren te Elberfeld 3 Maart 1841, overleden te Dusseldorf 2 I Februari 1888 als (( Königl. Preuss. Lieutenant a/D. )), gehuwd 3 Mei 1884 met H e d w i g W i l h e l m i n a Hann e s e n, geboren te Ruhrort 7 Februari 1863. Uit dit huwelijk 3 kinderen, die volgen onder letter DD. Z. De kinderen v a n C . F r i e d r i c h H . (1)’ Opmerkelijk is het dat 4 Januari 1806 een Paul Louis Philip Ahlfeld te Berlijn gehuwd is met Dorothée Elisabeth Desmarest. gedoopt te Berlijn 18 December I 780 als dochter van Pierre D. uit Normandië en van Marie Rose Duvivier. Zie Verspreide Fragmenten, afd. Berlijn. - 1 5 0 - von M ar é e s, heer van Genslack en Oberwalde, uit zijn beide huwelijken met C. C. 2 a b eler en met A. C. L. A. Fo rm el- waren U in aantal, waarvan 4 uit het eerste en z ;it het tweede huwelijk : 1. C a r l F r i e d r i c h TIYilhelm E m i l , geboren te Kutkehmen bij Insterburg (Oost-Pruissen) 4 Augustus 1833, overleden te Genslack 21 November 1887, (( Königl. Preuss. Hauptman a: D. und Oberfischmeister)) te Memel, vroeger bezitter van het 11 Rittergut 1) Adlig-Althoff-Skirbs bij Tilsit, gehuwd te Pittau 18 October IS63met Emma Charlotte M artij, geboren te Pittau 22 Mei 1840, overleden aldaar 7 Juni 1873, daarna 3 Mei 1877 met Helene M a r i e Hantel, geboren te Frauenburg 17 November . . . .? overleden te Allenburg (O.-Pruissen) 3 Februari 1889. Uit het eerste huwelijk 3 kinderen, die volgen onder letter EE. 2. F e r d i n a n d, jong gestorven. _=ì . F r e d e r i k a, jong gestorven. 4. C a r 1 F r i e d r i c h E r d m a n, geboren te Kutkehmen bij Insterburg 14 Juni 1839, overleden 24 Januari I 871 te Albert in Frankrijk aan de wonden verkregen bij Sapignies 4 Januari 187 1 als ((Königl. Preuss. Rittmeister und Escadronchef im Xhein Kurassier-Regiment N’. SI), gehuwd te Wichelsdorff in Silezië met T he r e s e v on N e um a n n , geboren aldaar 23 September I 842, dochter van den (I Kreisdeputirtenx H. v. Neumann. Uit dit huwelijk 4 kinderen, die volgen onder letter FF. 5. C a r l G e o r g E m i 1 B a 1 d u i n, geboren te Kutkehmen 25 Mei 1841, overleden te Kiinigsberg (O.-Pr.) IO December 1889, bezitter der ((Rittergütterl) Genslack en Oberwalcle, gehuwd te Königsberg met 1 d a M o n e t a, geboren aldaar 24 September 1860, overleden op Genslack 23 Juli 1881. Uit dit huwelijk is slechl-s &$n kind gesproten, dat kort’ na de geboorte overleed 23 Juli 1881. 6. A u g u s t IZ e i n h a r d t, geboren op Genslack 17 Juni 1854, overleden te Kijnigsberg 5 Juni 1871. AA. De kinderen van den ((Anhaltschen Forstmeister)) C . G . A l e x a n d e r v o n Markes e n van 1 d a T h o r n s p e c k e n waren : 1. C a r 1 A 1 b e r t G u s t a v, geboren te Dessau 20 Januari 1834, overleden te Coblenz g October ISgo als (( Königl. Preuss. Oberlieutenant alD. » te Coblenz, gehuwd te Bremen 17 Juli 1863 met M e t a H e l m c k e n, geboren te Bremen 23 April 1842. 1Jit dit huwelijk 8 kinderen, die volge? onder letter GG. 2 . A d o 1 f, geboren te Dessau 12 October 1835, overleden te Magdeburg als (~Landwitth» 20 Februari 1879. 3. M a r a, geboren te Dessau 8 October 1837, overleden aldaar 1839. 4. A g n e s, geboren te Dessan September 1845, overleden aldaar 1846. BB. Uit het hu&elijk van den Pruissischen majoor A;. Ar. de Marées met M élanie, baronesse v o n T a u b e sproten 3 kinderen : 1. L o t h a r , geboren I 864, kunstschilder te Weimar , g e h u w d m e t C l a i r e H a e b e r t i n , u i t welk huwelijk nakomelingschap, 0. a. een zoon, geboren 2.5 October 1896. 2. L o u i s e , gehuwd met IV al t he r graaf von Kielmansegg, ulieutenant im Inf. Reg. No. 94” te Weimar. 3c . G e o r g , (~Lieutenant im Inf. Keg. N . 81)) te Frankfort a.‘M. CC. Uit het huwelijk van den ccPreuss. Oberstlieutenantl) G e o r g D. von Marées en R. E. J. S o m m e r, sproten 6 kinderen: K a t h a r i n e J&h 5 F r i e d e r i k e, geboren te F e 1x-uari 1862, gehuwd met P a u 1 U rb a n, ((Ambtsrichterl) (R. Kath.). 2. F r i e d r i c h A d o 1 f, (Erang.) geboren 2s Maart 1884, gehuivd te Cöln a/Rh. I Maart ISSg met M a r i a M a r x, uit welk huwelijk IS Januari ISgo te Brendermühl b. Schwirsen (Pommeren) een zoon Georg is geboren. R o s a l i e E l i s a b e t h L e o p o l d i n e , (Ezang .) gebog-E;lnt; 2C”a;[RiS; Augustus I 865, gehuwd IO. . * 7 m e t M o r i t z S c h i 1 d k n e c h t ((Ambtsrichterj) , geboren te Fürstenwalde a,Sp. 6 Juli 1858, gestorven 1896, 2O. ISq7 met Fr i e d. S t i 11 er te Sorau (Nied. Lausitz). 4. Bal du i n Ge or g, g e b o r e n t e Cöln I Maart 1870. (Evang.) 5. Johanne Sophie, geboren te Berlin 12 Januari 1873, gehuwd met N. N. (Katholiek,) 6 . J o h a n n e s J o s e p h , g e b o r e n t e B e r l i n 2 4 Maart 1876. (Evang.) DD. De kinderen van B a 1 d u i n L. v o n M arées, ((Preuss. Lieut. 11 en H. W. H a n n e s e n zijn : Con r ad Adolf Bal d uin, geboren te DuI&eldorf 6 April 188.5. 2. F r i e d r i c h W i 1 h e 1 m, geboren te Dusseldorf 22 Augustus 1886. 3_ . A d o l f G e o r g A l b e r t R i c h a r d , g e - boren te Dusseldorf 16 December 1887. EE. Uit het eerste huwelijk van C ar 1 F. W. E . v o n M a r é e s , heer van Adlig-Althof-Skirbs en diens eerste vrouw E. C. M a r t-ij zijn 3 kinderen geboren : / - / 151 - 1. C l a r a A u g u s t a Bertha, geboren op i M. Verspreide Fragmenten. Adlig-Althof-Skirbs (bij Tilsit) 21 October 1864, I gehuwd 4 September 1891 met IValter Schmidt- ; Alle personen, die ons verder nog van den naam k e, ((Kijnigl. Preuss. Ober-Amtman Domänec Taplachen bij Tapian (O.-Pr.). 2. A n n a M a r i a E m m a, geboren op Adlig- Althof-Skirbs (bij Tilsit) g Juni 1866, overleden te Berlin 1896, gehuwd op Genslack 4 Juni 1889 met M a x M a c 1; e t a n z, (\Gutsbesitzera te Oberwalde bij Tapian, geboren te Cremitten (O.-Pr.) 13 Augustus 1861. 3. W a l t h e r F r i e d r i c h C a r l Adelb e r t, geboren op Adlig-Althof-Skirbs (bij Tilsit) 27 September 1869, (Ilieutenant im Inf. Reg. N”. 33, kommandirt zur Kriegsahademie Berlin ah. FF. Uit het huwelijk van den ((Pr. Rittmeister)) C . F r i e d r i c h E . v o n M a r é e s m e t Ther e s e v o n N e u m a n n sproten 4 kinderen : 1. Heinrich F r i e d r i c h C a r l Adalb e r t, geboren te Deutz 14 November 1864, ((Regierungsassessor 11 in Hofgeismar (bij Cassel), gehuwd te Berlin 22 September 1896 met A n n a D o r ot h e e P a u l a von1 B e r g e undHerrndorf, geboren te Hannover 6 September 1875. De Marez of Desmarets bekend zijn, hoofdzakelijk ontleend aan de collectie fiches, berustende in de Bibliotheque Wallone te Leiden, zullen we hier laten volgen, gerangschikt naar de plaatsen waar ze gevestigd waren. Men kan er uit zien, welk een groot aantal personen van dien naam de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk verlaten hebben, deels in de tweede helft der 16’ eeuw, zooals het door ons behandelde geslacht, anderdeels op het eind der 17" eeuw na de herroeping van het edict van Nantes. Of allen oorspronkelijk van éénzelfden stam waren, mag betwijfeld worden. IO. AMSTERDAM. GG. IJit het huwelijk van den ((Pr. Oberlieutenant)) C. A. Gustav v o n M a r é e s m e t M e t a H e 1 m c 1; e n zijn 8 kinderen geboren : 1. 1 d a Anna Am al i e, geboren te Zerbst 25 Juli 1866, gehuwd te Coblenz zg September 1888 met Georg von Schüssler, ((Hauptmann und Kompagnie-Chef im Inf. Reg. N”. I 131) te Freiburg in Baden, geboren te Berlin 22 Juni 1861. 2. G u s t a v A 1 e x a n d e r D a n i e 1, geboren te Zerbst 26 November 1868, overleden te Eisclorf (Rheinpr.) I 5 Augustus 1893. 3. M ar gar ethe, geboren te Zerbst 27 Augustus 1870, gehuwd te Coblenz 3 Januari 1894 met H u g o E l s t e r m a n n v o n Elster, ctHauptmann und Compagniechef im Leibregiment (NO. S)II te Frankfort a/O. 4. H an o Wil h el m, geboren te Zerbst 2 Augustus I 872, woonachtig te Bremen. 5 . G u s t a v A d o l f C o n r a d , g e b o r e n t e Zerbst 27 November 1874, aldaar overleden 23 Januari 1874. 6. Fritz Ado C a r l , geboren 25 November 1877, ((Fähnrich im Inf. Reg. N”. 93)) te Dessau. 7. Johann C o n r a d A l e x a n d e r , g e b o r e n 20 Februari 1879, kadet Gross-Lichterfelde. 8. M a 1 i, geboren te Ehrenbreitstein 30 Augustus 18S2, overleden aldaar I 2 September I 882. In 1587 kwam te Amsterdam Quintin Desmarets en werd aldaar lid der \Vaalsche Gemeente. Hij zal vergezeld zijn geweest van aankomende kinderen, want in 1595 werd tot lid der Waalsche Gemeente aangenomen Abraham Desmarets, zoon van Quintin. Sara de Marez, van Antwerpen 18 jaar, dochter Quintijns de Marez is 2 I Februari 16 I 5 aangeteekend met Jan Lodsdun van Watérlo 21 jaar. Quintin de M. en Jacquemina van Guesel zijn te Amsterdam gehuwd in 1606. (procl. 9 Sept.) Abraham Desmarets uit Valenciennes trouwde te Hanau 22 Maart I 609 met hlarie de Lannoy uit Varmenton (Flandre), dochter van Jean, en kwam in 1617 uit Hanau te Amsterdam, waar hij g Januari lid werd van de Waalsche Gemeente. Te Hanau waren hem drie kinderen geboren, nl.: Abraham, gedoopt 13 Maart I 61 o. Jean, gedoopt 5 Februari I 612. Marie, gedoopt 30 Maart I 6 I 5 . I Wat er van deze kinderen te Amsterdam gewor- ! den is, hebben we niet kunnen nagaan. Pieter de Marees, komende van Houbeecl; werd poorter van Amsterdam I 3 Februari I 663, waarschijnlijk is hij dezelfde persoon als Pierre de M., ouvrier en soie, die voorkomt bij de dénombrement van de retugiés, die vóór 24 Maart 1684 alreeds te Amsterdani gevestigd waren _ Uit zijn huwelijk met Jannetje Boudewijns werden te Amsterdam in de herv. kerk de navolgende’ kinderen gedoopt : Christoffel , gedoopt 13 Mei 1663. Magdaleentje, gedoopt 23 Februari I 666. Marie , gedoopt 3 Juli I 668. Christoffel , gedoopt I 8 Januari 1671, gehuwd 22 Maart 1693 te Amsterdam met Grietje Jans. Een oudere Christoffel, uit wiens huwelijk met - 1 5 2 - Janneke Westerman 30 Juni 1671 te Amsterdam een kind gedoopt werd, zal een broeder van Pieter geweest zijn, en evenzoo Jacob, die in 1670 in de Korte Leidschedwarsstraat en in 1780 op de Lauriergracht woonde, en 16 Juni 1680 te Amsterdam begraven werd. Deze Jacob huwde met Maria Boudewijns, uit welk huwelijk te Amsterdam de volgende kinderen gedoopt werden : Margriet, gedoopt 14 Maart 1664. Laurensje, gedoopt 12 Juli 1665. Rebecca , gedoopt I April 1668, begraven 26 Januari I 670. Rebecca , gedoopt 9 November 1670, gehuwd 2’8 December 1692 met Jan Jacob Schipper. Jannetje, gedoopt 27 April 1674. Marryke, gedoopt I I November 1678. Uit Montpellier kwam na de herroeping van het edict van Nantcs Francois Desmarets, die zich als koopman te Ameterdam vestigde, aldaar poorter werd 8 Januari 1686 en 26 September 1709 genaturaliseeid werd krachtens Edict van de Staten van Holland van 18 Juli. Hij werd begraven 6 Februari 1738 wonende op de Turfmarkt. In 1687 (procl. 18 Juli) was hij gehuwd met Marguerite Guy, uit welk huwelijk: Maria Marguerite, gedoopt 21 .-1pril 1688 te Amsterdam. Francoise, gedoopt 23 October 1695, begraven 3 Maart I 717, gehuwd 21 Mei 1715 met Gabriel de Normandie. Waarschijnlijk hoorde tot dezelfde familie Paulus Desmarest uit Montpellier, die 2 Februari 1749 te Amsterdam gehuwd is met Olympe Rigail, geboren te Amsterdam 27 Februari 1720, aldaar begraven 7 Julr 1751, dochter van Jean Jacques Rigail uit Ville-l?ourbon-les-Montaubau en van Olympe de Normandie. (Zie ((Genealogie de la famille Rigail)) door Mr. A. J. Ensched;.) Hij hertrouwde te Amsterdam 14 Augustus 1753 met Anne Lesoin. Uit het eerste huwelijk sproten twee kinderen : 1Iarie en Franqoise, beide jong gestorven. Verder vindt men te Amsterdam nog de volgende personen zonder eenige aansluiting. We zullen eerst opnemen die van de Hollandsche Kerk en daarna die van de Waalsche Kerk : 21 Maart 1632 gedoopt Maria, dochter van Cath. (?) de 1Iares en Grietje Roudewijns. 8 Januari 1651 gedoopt Hendrik, zoon van Claes Mares en Aelje Roelofs. I Juli 1658 begraven Maria de Mareez, wed. Willem Andriesse op de Deventer Houtmarkt. 25 Mei 1659 gedoopt Jan, zoon van Maarten Janszoon de Marees en Trijntje Jans., - 16 Mei 1660 gehuwd Willempje Hendriksdochter de >I,areez en Hendri’ek Janse. 14 Februari 1673 gedoopt Aagje, dochter van Pieter de Marees en Annetje Lamberts. I I November 1674 gedoopt Jannetje, dochter van Pieter de Marees en Neeltje Adriaans. 14 Februari 1677, gedoopt Jacobus, zoon van Pieter en Xeeltje Jacobs. 16 Januari 1678 gedoopt Neeltje, dochter van Pieter Machielsz. de Marees en Marritje Jacobs. 3 April 167 7 begraven een kind van Pieter de Marees in de Elandtstraat. 6 October 1681 gehuwd Anna Margaretha de M. en Johannes Calve op het Spui. 18 October 1681 aangeteekend Roeloef Hariek Corneliszoon 20 jaar en Margreta de Mareez 1 8 jaar es Marieke. Zij huwden 2 November. 3 September 1686 begraven Maria de Jlarees in de Elandtstraat . 2g Juli 1697 begraven een kind van Johannes de Marees in de Ridderstraat. 7 October 1705 gedoopt in de Amstelkerk Elisabeth, vader Nicolaas de Marees, moeder Marritje van Isendoorn. 1.5 Mei I 715 ontvangen het recht op trouwen van Jan de Marees en Alida Vonk. 16 Februari I 7 17 ontvangen het recht op het begraven voor het lijk van Catharina de Marees in de klasse van f 6. 27 Februari 1720 ontvangen het recht op het begraven voor het lijk van Jan de Mareez. 25 Mei 1729 ontvangen het recht op het trouwen (f 30) van Weyden. Hendrik en Margaretha van der In 1760 is Paul D. uit Amsterdam naar Maastricht vertrokken, waar hij 17 Juni 17 6g begraven werd. I Augustus 1770 ontvangen het recht op trouwen van Pieter van Mares en Johanna Roël. 23 Maart 1774 idem van Jan &Iares en Maria Kramer. 2 I Juni 1779 idem van Hendrik Marez. I 2 Juli 1780 idem van Wilhelmus de Mares junior en Maria Margaretha Koolstad f6. . l . 1587 aangenomen Isabeau Desmarets femme de de Johan Diepenbroek. Zij schijnt zich naar Londen verplaatst te hebben, waar zij in 1604 als doopgetuige optrad. (Zie Publications of the Huguenot Society 1X, blz. 51.) 2 September 1609 lid geworden Rogier D. uit Utrecht. (wordt vervolgd) 1900 p. 169-172 Np ~~~~~~~~,~ n!g ~~~~~ 1 ’ trouwen in de klasse van f 60 van Pierre Babut de Mares en Marie Judith Cossart. DOOR Wij hebben hier alleen die personen vermeld, die M R . H. J. KOENEN. als lid van de Waalsche gemeente te Amsterdam werden toegelaten op een attestatie van lidmaatschap uit een andere plaats, (Vemolg.) niet die welke op een belij- 1 denis werden toegelaten. 26 Augustus 161 I, lid geworden Janneke D. uit ! Rotterdam. 2O. HAARLEM. 13 April 1613, lid geworden Johanna des _Marais In de 2e helft van de I 7e eeuw moet te Haarlem vrouw van Everard du Puis. 1 een Johan van Marees Govardszoon gewoond heb- I I Maart 1615, huwelijksproclamatie van Jan des ben in de Koningsstraat trnaest de Wissel)), die M. en Marye van Nieuberghe. ! Joye (voerende gehuwd was met N. N. Joye, dochter van N. N. ‘22 Augustus 1U29 begraven Jannetje D. gevierendeeld I en 4 een harp, 2 2 Februari 1637, lid geworden Marie de Marests I en 3 een leeuw, helmteeken: een mansbuste) en van uit Londen. 1 N. N. Bartholotti van den Heuvel, wier moeder 21 April 1642, lid geworden Charles Mares uit i was Josijntje de Wolf, hertrouwd eerst met Fran- Londen. 1 çois Thibauts (uit welk huwelijk Jacomina Thibauts, 16.59, lid geworden Anne 1~. uit Leiden vrouw 1 gehuwd I 2 Mei I 620 met François de Witt Nicovan Robbert Clignan. 1 1aaszoon, schepen en raad van Dordrecht) en daarna 2.5 Juli 1660, lid geworden Michiel D. uit Lei- ten derden male getrouwd met Wijnand Rutgers, den. waarschijnlijk dezelfde Wijnand R., die de vader 8 Februari 1666, lid geworden Anne D. weduwe was van Johan Rutgers ridder, extra-ordinaris amvan Robbert Vignol. bassadeur van den koning van Zweden bij H. H. M. 6 Februari 1684, lid geworden AMagdeleine Maretz en van Marg. R., overleden 31 Januari 1636, geuit Nottenvaer . huwd met Frans de Witt Jacobszoon. 6 Januari 1686, lid geworden Francois des Marets Het echtpaar Van Marees-Joye moet volgens de uit Lausanne. aanteekeningen, waaraan wij’ deze bijzonderheden I2 December 1694, gedoopt Antoinette Marie, ontleenen, drie dochters gehad hebben, n.1. Maria, dochter van Jacques en Anna Sara Windle of Elisabeth en Josyna Jacomina. Van deze dochters Weindle, van welk echtpaar 17 Februari 1697 een vinden wij de tweede Elisabeth (Lijsbeth) in het lidzoon Simeon gedoopt werd. matenregister der Groote Kerk vermeld I I Juli x659, 5 December 1696, begraven Marguerite Male- toen zij met attestatie naar den Haag vertrok. nine 1). Daar Sr. Johan Goversz. de Marees van Haarlem 15 Januari 1697, begraven Anne D. weduwe van wonende in de Coningstraat, 31 April I 643 in het Pierre Guerin. lidmatenboek der Groote Kerk te Haarlem is ingezo Juni 1700, lid geworden Marie Marets uit den schreven (testis uxor), zoo laat het zich volkomen Haag vrouw van François Ouri. verklaren, dat in de collectie fiches der Bibliothèque 20 November 1704 is aangeteekend te ‘s-Gra- Wallone omtrent deze familie niets te vinden is. venhage Pieter Cavallier en Maria Crostier de Ma- Wel vindt men dat te Haarlem ook een familie De retz wonende te Amsterdam. (Zie Maandhl. Ned. Marees woonachtig was, die tot de Waalsche Kerk Leeuw, 1892, blz. 80.) hoorde, n.1. Ig September 1706, lid geworden Chrestien D. i Willem Andrieszoon de Marees j. m. van Haaradvocaat uit Genève. 1 lem is ingeteekend te Haarlem 30 Augustus 1676 I Maart 1,718, ontvangen het recht op het be- / met Geertruid Fransdochter van der Laer j. d. van graven voor het lijk van Francois de Marets in de I Haarlem. Hij hertrouwde te Haarlem 5 Juni I 689 klasse van f 15. met Marijtje Pieters uit Haarlem. Uit het eerste 26 Mei I 728, lid geworden François Desmarets huwelijk werd geboren Andries Willemszoon de uit Londen. Marees trouwde te Haarlem 25 Juli 1700 met 14 Januari 1750, ontvangen het recht op het Trijntje van Nes j. d. van Amsterdam. Hij hertrouwen in de klasse van f 60 van Francois Marie trouwde 25 Februari 1731 te Haarlem met Anna des Mareste en Johanna Theresia Thym. van Gelder j . d. van Haarlem. Uit het eerste Io Juni 1755, lid geworden Francois Mares uit huwelijk, Willem de Marees gehuwd te Haarlem 21 Frankenheim. Mei I 736 met Anna van Leerbergen j . d. van Haarlem. 2g October 1755 ontvangen het recht op het Een zuster van genoemden Andries Willemszoon ,---- r - 170 - de Marees zal geweest zijn Janneke Willems de M., die z Februari I 7 I 6 huwde met Galle Michiel Michielse. Wellicht behoorden tot diezelfde familie : Catelijntje Heyndrisdochter de Marees met attestatie van Haarlem te Velsen gedoept (bejaard) 8 December I 647 en Ida de Marees van Haarlem, gehuwd 26 December I 656 te Velzen met Dirk de M’it j. m. van Tiel. Zij overleed als zijn weduwe te Amsterdam op Boomsloot en werd I 5 Juli 1664. in de Oude- Zijds-Kapel aldaar begraven. Tot de Waalsche Kerk hoorden Jacob de Marees, uit wiens huwelijk met Susanna de Somer 6 Maart 1639 te Haarlem gedoopt werd een zoon Jacques. Een Jean de Marees werd aangenomen als lid van de U’aalsche gemeente te Haarlem 26 December 1638. Een Jan de Marez weduwnaar uit Londen trouwde te Haarlem in de Groote Kerk I 5 Maart 1682 met Lydia Andries j. d. uit Haarlem. Een Gédkon des Ma.rets uit Leiden werd te Haarlem lid der Waalsche gemeente, doch vertrok in I 695 weder. In datzelfde jaar werd een andere Gédéon de M. aldaar lidmaat. Een Stijntje de M. vindt men 9 April 1724 vermeld als huwend in de Walenkerk met Jan Lafon en 30 October 1735 als huwend met Pieter de Vries. Voorts vindt men nog een Louise de M., die in Maart I 724 te Haarlem begraven werd, een Jacques de M., wiens kind aldaar I 2 October I 76 I in de Walenkerk gedoopt werd en een Laurence des Marets overleden 5 Februari I 686. 3‘0 . LEIDEN. Den 27en Mei I 61 o werden in de Waalsche gemeente te Leiden als leden toegelaten Philippe, Daniel en Anna Desmarets. De plaats hunner herkomst wordt niet vermeld, doch er bestaat reden te vermoeden dat zij behoorden tot het Valencijnsche geslacht, (Zie deze Bijlage nummer 11), waarvan we een genealogisch overzicht hebben gegeven. Volgens de opgaven, die een lid dier fàmilie Jacobus des Marez te Amsterdam aan Louis Trip de Marez verstrekte, had namelijk tot deze familie behoord Anna Hecqué geboren de Marez, wier zoon Daniel te Leiden woonde. Zooals we boven in de aanteekening, achter bedoeld overzicht, gezien hebben, kan zij onmogelijk een kleindochter geweest zijn van Philips, die te Londen overleed, daar deze jonger was dan zij zelf. In de tabel door den heer Jacobus des Marez verstrekt en door Mr. Trip de Marez gecopieerd kan echter bij het trekken der- accolades lichtelijk een fout zijn ingeslopen. We mogen dus aannemen, dat Anna, die met Hecqué of Hecket huwde, tot de familie uit Valenciennes behoorde, al is haar plaats op de stamtafel van dat geslacht niet juist aangegeven. Bedoelde Anna nu is buiten twijfel dezelfde persoon, die tesamen met Philippe en Daniel Desmarets, vermoedelijk haar broeders, den 27 Mei 1610 lid werd van de Waalsche gemeente te Leiden en in het jaar I 615 aldaa? huwde met . . . . . . . . . Hecket . Philips trouwde in datzelfde jaar den 24 Juni met Sara Reyers, uit welk huwelijk Ester, gedoopt te Leiden 30 Augustus 1620 en Abraham gedoopt I 2 Mei 1624. Wellicht is Philips 3: October I 632 hertrouwd met Marie Liban. Daniel trouwde ook in 1615 den 20 April met Francoise de la Quevellerie, uit welk huwelijk te Leiden in de Waalsche Kerk de volgende 5 kinderen gedoopt werden: Daniel , gedoopt IO Juli 1616. Ester, gedoopt I 7 Juni I 6 18. Rachel , gedoopt 5 November 1620. Daniel. gedoopt I 9 Februari I 622, is waarschijnlijk dezelfde persoon als Daniel de Marez van Leiden, die Ig Februari 1642 te Amsterdam aanteekende met Hester van Aelst, woonachtig te Apeldoorn. Abraham gedoopt 2 I September I 625. Behalve dat deze Abraham in 1650 belijdenis deed is er van al deze kinderen te Leiden verder niets te vinden. In Juni I 643 kwam te Leiden Allard Desmarets uit Londen. Dit was blijkbaar dezelfde persoon als die in de genealogie van het Kamerijksch geslacht ter sprake is gekomen onder letter C. B. I. en omtrent wien we toen het vermoeden hebben uitgesproken, dat hij een kleinzoon moet zijn geweest van Francois, burger van Norwich. Allard had zooals we zeiden uit zijn huwelijk met Marguérite Ollivier een zoon Abraham geboren 1634 en een dochter Marie, geboren I 682. Omtrent deze kinderen is echter te Leiden niets te vinden. De volgende personen vindt men te Leiden buiten allen samenhang : I 6 I 9 is begraven Jenne D., de vrouw van Paskier du Chesne. I I April 162 I is gehuwd Pierre D. en Annetje Faas. 1623 is Pasqué D. uit Haarlem te Leiden lid geworden. I 639 is François D. uit Calais te Leiden lid geworden. 8 Mei 1640 liet Jean D. een kind doopen en andermaal werd I 6 Juli I 645 een kind van hem gedoopt genaamd Marie en 1.5 December I 647 een 3. 4k - 171 - zoon Jean, steeds zonder vermelding van den naam der moeder. 1643 is Matthieu D. uit Amiens te Leiden lid geworden. 1645 is Cataline D. vergezeld van haar moeder Geneve Joveneau aan het avondmaal toegelaten, in 1647 huwde zij met . . . . . . . , Willem. Haar zuster Magdeleine werd aangenomen in r 658. April 1646. Aangenomen Isabeau de M. 31 Augustus 1647 is gehuwd Nicolas des Marets en Anne Pammele, uit welk huwelijk 23 April 1648 een dochter Anna geboren werd. Juni 1650 werd Michiel D. tot het avondmaal toegelaten vergezeld van zijn schoonmoeder Martine Creton, de vrouw van Jean Motte. Februari 1651 werden Antoinette de Marets en hare dochter Marie gehuwd met Jean du Hamel, lid van de Waalsche gemeente, komende van Amiens. Wellicht was Antoinette de vrouw van bovengenoemden Matthieu, die in 1643 uit Amiens naar Leiden kwam. Augustus 1651 werd François des Marets jeune homme lidmaat eveneens op attestatie van Amiens. December 1652 lid geworden Elisabeth D. uit Sluis. In verband daarmee wordt hier vermeld, dat 2 December 1687 in de Hervormde Kerk te Sluis gehuwd zijn Johannes D. en Cath. Schoink. 17 Juli 1661 uit Leiden vertrokken Jean des Maret en zijn vrouw Marije. I Maart 1665 gehuwd Elisabeth d. M. en Jean van Egere. Augustus 1666 lid geworden Jean D. uit Franquendal. 18 Mei 1670 gehuwd Marg. Mares en Isaac le Roy. 12 Mei 1673 gedoopt Gerrit, zoon van Pierre D. en Grietje de Praem. 4 December 1676 lieten Jacobus le Mort en Elibeth de Mares te Leiden een dochter Petronella doopen. I October 1692 gedoopt Cornelie, dochter van Michel D. en Barbe le Ploir. 25 April 1696 gedoopt Abraham, zoon van Pierre D. en Susanne Martin. I 3 October 1697 vertrokken Susanna D., vrouw van Paul de Perimony. Augustus 1699 lid geworden van de Waalsche gemeente Marie Jaqueline Marées. 2g April 1714 vertrokken Marie Jaqueline D., vrouw van Jacques Chariet 1748 lid geworden Mi’” des Marets uit Rotterdam. Maart 1764 begraven Susanna de Mares. 4”. ‘s-GRAVENHAGE. Na de herroepin, u van het edict van Nantes vestigden zich verschillende personen Des Marets te ‘s-Gravenhage: Pierre des Marets kwam in 1687 en werd ingeschreven als lid der van den naam uit Normandië Waalsche gemeente. Een andere Pierre des Marets, geboren te Ath in Henegouwen, wonende te ‘s-Gravenhage teekende aldaar I 3 September 1705 aan met Anna, Maria Uyttelier. (Zie Maandbl. Ned. Leaum, 1893, bl. 31.) Eén van deze beide Pierre’s werd in September 17 12 begraven. Jean Baptiste de Marets, geboren te Nes (Nesle?), huwde in de Groote Kerk 5 Mei 1715 met Grietje Vosmeer uit Montfoort, beide woonachtig te ‘s-Gravenhage. Hij werd begraven Mei 1733. Nicolas des Marets uit Monpellier vestigde zich als koopman te ‘s-G-ravenhage en werd 2 Augustus I 710 genaturaliseerd krachtens edict van de Staten van Holland van 18 Juli 1709. Hij was in I 701 ondertrouwd met Elisabeth de Visser wede Isaac Peronneau, doch dit huwelijk schijnt niet doorgegaan te zijn. Hij werd begraven in 1739. Bernard Maretz uit Castres, woonachtig te ‘s-Gravenhage is genaturaliseerd 12 Augustus I 7 10, ingevolge edict van de Staten van Holland van 18 Juli 1709. 3 Juli 1718 zijn gehuwd (Groote Kerk) Jan Adam de Mareets en Isabella Vermeulen. Adam de M. werd begraven I 7 2 2. Een Magdalene Charlotte des Marets werd begraven in Maart I 7 0 5 , en’een Louise de M. in September I 726.. Zij was waarschijnlijk dezelfde Louise de M., die 3 December I 741 als weduwe van Godfried Radewits aanteekende met Arnoldus Hendricus Stúul. François Philippe des Marets dit des Essart, aet 32, werd in December 1754 begraven. Evenals de meeste hier genoemde personen moet hij in behoeftige omstandigheden verkeerd hebben, gelijk daaruit blij kt, dat geen recht van zijn begrafenis geheven werd. Catherine Henriette Des Marets werd begraven 22 November 1757, waarvan recht werd geheven in de klasse van f 30. Zij was dus eene van de weinige Haagsche Des Marets, die vermogend waren. In de Engelsche Kerk trouwden 21 Februari I 700 Francois Durand en Clermonde de Marets. Van den naam Demaré of Demaree, een overigens vrij zeldzame spelling vindt men te ‘s-Gravenhage: Thomas, die in Februari I 755 begraven werd, oud 30 jaar, Johanna in I 803 gehuwd met W. T. Ninaber en Johanna 29 April I 805 gehuwd met Hendrik van den Honart. Den 14 November I 802 huwde te ‘s-Gravenhage Christiaan Coenraacl Engelbert de Marez j. m. geiL--- -_ -~ e - 1 7 2 - boren alhier en Johanna Smits j. d. geboren te N. De Amerikmnaehe iamilie Demarest Berckel, beide wonende alhier. uit Picardië. (1) A. D a v i d d e M a r e t s (zoon van Jean), 5”. 1MIDDELBURG. geboren te Beauchamp (2) in Picardië omstreeks 1620, vestigde zich eerst te Middelburg op Wal- Behalve de familën De Marets, die na zich de cheren, daarna omstreeks 1650 te Mannheim in de herroeping van het edict van Nantes te Middelburg Paltz, waar keurvorst Carel Lodewijk een Waalsche gevestigd hebben en in deze Bijlage uitvoerig be- kerk had helpen stichten, later in N. America, handelcl zijn, vindt men er ook reeds personen van waar hij in 1663 met vrouw en 4 kinderen aandien naam op het eind van de 16” eeuw: kwam, te Nieuw-Amsterdam zijn intrek nam in crde 6 Februari 1593 zijn aangeteekend Jaquemijntje Bontekoe 1) , en zich vervolgens nederzette op het Marés en Jacques uit Waes. Staten-eiland. Van 1665 tot I 678 woonde hij te 24 December 1595 zijn gehuwd in de Hervormde Nieuw-Haarlem en trok toen naar New-Jersey, waar Kerk Joseph Marées en Sara Wanmaecker. hij met andere Hugenoten en Hollanders de neder- 7 October 1607 is gedoopt Judith dochter van zetting aan de Hackensack-rivier ‘vormde, hoofdza- Adrien Demarets. kelijk onder zijne leiding. Hij overleed 16 October 17 April 16 I I is gedoopt Daniel zoon van Adrien 1693. Te Middelburg was hij gehuwd 24 Juli I 643 de Marrest . met M ar i e S o hi e r, dochter van Francois, ge- 27 April 1619 is lid geworden van de Waalsche boren te Nieppe in Henegouwen, overleden in _\megemeente te Middelburg Joline Desmarets uit Am- rica tusschen 1678 en 1682. Uit dit huwelijk zijn sterdam. de volgende kinderen gedoopt : 27 December I 633 is lid geworden van de Waalsche I. J e a n , gedoopt te Middelburg in de Waalsche gemeente te Middelburg Marie Desmarets uit Calais. Kerk 14 April 1645, overleden te Hackensack in 27 Januari 1643 zijn lid geworden van de Waalsche New-Jersey in 1719. Hij was driemaal gehuwd 10. gemeente te Middelburg Jean D. en zijn familie uit 1 9 S e p t e m b e r 1 6 6 8 m e t J a c o m i n a D r e u n s C a l a i s . (de Kuine) Simonsdochter, overleden omstreeks I 690, 21 Mei 1749 gehuwd Guillaume Catre en Magd. 2”.23Maart1692metMarritje vanWincke1 de Marets. wed. Pieter Slot, 3”. 20 December 1702 met M a g- 26 April 1659 aangeteekend Matie D. en Olivier d a 1 e n a L a u r e n s wed. Jean Tullier. Uit het Tevels. 1 eerste huwelijk I I kinderen, die volgen onder letter B. 27 April 1772 is lid’ geworden van de Waalsche 2. D a v i d , gedoopt te Middelburg 22 Juni Kerk te Middelburg Anna de Marets uit Colijnsplaat. I6491 jong gestorven- 3. D a v i d , gedoopt te Mannheim 24 Decem- 6”. BREDA. ber 165 1, overleden I 691, huwde 4 April I 675 met Ra c h e 1 Cr e s s o’n, dochter van Pierre. Uit dit 8 Juni 1738 is te Breda gehuwd Lambertus Ma- huwelijk I 2 kinderen, zie letter C. res uit Maastricht en Elisabeth Ramache, geboren 4. S a m u e 1, gedoopt te Mannheim I o Augustus :e Breda. 1656, overleden in 1728 , gehuwd I I Augustus I 678 8 November 1750 is gehuwd te Breda Pierre met M a r i a D r e u n s (zuster van Jacomina boven- Joseph D. en Jeanne Moyens. genoemd). Uit dit huwelijk I I kinderen, zie letter D. 19 November 175 I is het lijk van Anna Marga- 5. Maria, gedoopt te Mannheim IO April I 659, retha de Mareez op 73jarigen leeftijd te Breda over- jong gestorven. leden, vandaar overgebracht naar ‘s-Gravenhage en 6. M a r i e, gedoopt te Mannheim I g Mei I 662, aldaar begraven, waarvoor het recht betaald is in jong gestorven in America. le klasse van f 30. 7. D a n i e 1, geboren te Nieuw-Haarlem, gedoopt 18 Mei I 778 zijn te Breda gehuwd Nicolaas Mar- te New-York 7 Juli 1666, overleden 8 Januari 1672. -es, geboren te Breda en Elisabeth Moonen, ge- (Slof vol@) aoren te Ginneken. (1) Rev. David D. Demarest, D.D. Prof. in the Theolocal Seminary of New Brunswik N. J hield 13 April 1885 in de ,,Huguenot Society of America” een lezing over ,,The 7”. CADZANT. Hugnenots on the Hackensack” (gedrukt in 1886 te New Brunswick, in ,,The Daily Fredoniam Steam Printing House”), I 5 Juli I 770 zijn te Cadzant gehuwd Gaspar des waarin hij veel belangrijks mededeelt omtrent zijn familie. Hij Marets, geboortig uit Cambresis en Jeanne Josephine neemt aan dat de stamvader zijner uit Picardie afkomstige familie van éénen stam was met het geslacht van Prof. Maresius, Fiesé , geboortig uit Cambresis. die te Oisemont in Picardie was geboren, hoewel de juiste relatie niet meer kan worden vastgesteld. (2 j Ongeveer 22 mijlen ten westen van Amiens. 1900 p. 217-220 (slot) DOoR MR. H. J. KOENEN. (Vervolg.) . B. Uit het huwelijk van J e a n des M a rest en J a c o m i n a D r e u n s I I kinderen : 1. ‘1669, D a v i d, ,gedoopt te New-York I 8 Augustus overleden . . vóór 1706, gehuwd met A n t j e S 1 o t Jansdochter. Zij hertrouwde 7 September 1706 met Jonathan Hart van Southold, L.I. 2. J o h n , gedoopt te New-York 18 Juni I 67 1, gehuwd met D e b o r a . . . . . . . Hij verplaatste zich naar Apoughquiminy, Chester Co., Pa. 3c . M a r y, gehuwd I’. met . . . . . . E 1 y, 2O. m e t J a c o b u s S 1 o t, zoon van Pieter Slot bovengenoemd. 4. Sarah, gedooPt te New-York 12 October 1675, gehuwd met Abraham Canon. 17 5 . S i m o n , gedoopt te New-York 22 November 1677, waarschijnlijk jong overleden. 6. R a c h e l , gehuwd 9 Mei r702 met Th om a s H y e r, van Apoughquiminy. 7. J a c o m i n a, gedoopt te New-York 21 April 1680, gehuwd 2g Maart 1700 met J o h n S t e w a r t van Stirling in Schotland. 8. Le a, gedoopt te Bergen in New-Jersey 18 April 1682, gehuwd 2g Maart 1700 met A b r a m B r o w e r Peterszoon. 9. M a g d a l e n a , gehuwd 8 September 1703 met J a m e s C h r i s t i e, van Iverden (Schotland). 10. S a m u e l , gedoopt te New-York 13 November 1687, waarschijnlijk jong gestorven. 11. P e t e r , gehuwd 14 Mei I7og met M a r- .xitje M e e t , 2O. 15 October 1721 met M aria B a t t o n, had I 7 kinderen. C. Uithethuwelijkvan David des Marest en Rachel Cresson 12 kinderen: 1. D a v i d, gedoopt te New-York Ig Februari I666, overleden in 1768, gehuwd 24 April 1697 met Sara Bertholf, dochter vanDs. Bertholf (1). 2. P e t e r, gedoopt te New-York 21 #April 1677, waarschijnlijk jong gestorven. 3. Susanna , gedoopt te Bergen 7 April 1679, gehuwd 1”. 22 April I7o4met Peter Lubberts e W e s t e r v e l t , 2 . m e t W i l l i a m T e l l e r . 4 R a c h e l , gedoopt te Bergen 4 Juni 1680, overleden vóór I 7 10, gehuwd 31 Augustus I 700 met _\ndries Janse van Norden. 5 . J a c o b u s , gedoopt te Flatbush L. 1. 30 October 1681, gehuwd IO. met Lea de Groot, (1) Wellicht heeft zich een tak van het aanelenlijk geslacht Bertholf van Belven uit de Rijnprovincie nanr Amerika verplaatst. - . dochter van Peter, 20. 26 September 1719 met M a r g r i e t j e Herring. 6. S a m u e l , gehuwd 21 April 1705 met S i tsche (Sietske?) Sibertse Banta. 7. M a r y, gehuwd 27 .4pril 1706 met W i e r t B a n t a (1). 8. D a n i e 1, geboren in 1685, gehuwd 2 Augustus 1702 met Re becc a d e G r o o t, dochter van Peter. 9. B e n j a m i n, gehuwd 7 November 1713 met E 1 i s a b e t h d e G r o o t, dochter van Peter. 10. J a c o m i n a , gehuwd 17 November 1713 met Andries van Boskerk. I I L e a, gehuwd 26 Januari 1718 met R ynier van H o u t e n . 12. L y d i a, gehuwd 18 October 1707 met Stephen A l b e r t s e T e r h e u n . D. Uit het huwelijk van S amu el des Mar e s t en M a r i a D r e u n s I I kinderen : I. M a g d a 1 en a, gedoopt te New-York 21 April 1680, overleden vóór 17 Ig, gehuwd I November I6gg met Cornelius Epke Banta. 1 2. D a v i d, gedoopt te Bergen 3 October 1681, j gehuwd IO November 1705 met M a t j e d e B a un e, dochter van Joost. 3. S a m u e 1, gehuwd I Augustus 1713 met Annatje v a n H o o r n . 4. P e t e r , gehuwd 14 September 1717 met M a r g r i e t j e C o r n e l i s s e H a r r i n g . 5. J a c 0 111 i n a , gehuwd IO. IO November 1705 met Samuel Helling (Helm), 2O. IgJuli1710 C o r n e l i u s v a n H o o r n J r . 6: J u d i t h , g e h u w d 1’. 2g Januari I7og met Christian de Baune, 2”. 21 Juli 1711 met P e t e r D u R y (Durie). 7. Sarah, gedoopt te Hackensack 7 Maart 1697, gehuwd in r7I8met John Westervelt. 8. Simon, gedoopt te Hackensack 21 Mei 1696, gehuwd I December 1721 metvrouwtje Herring. 9. Rachel , gedoopt te Hackensack 21 Januari 1701, gehuwd 14 October 1726 met Jacobus Peek. 10. S u s a nn a, gedoopt te Hackensack 18 April 1703, gehuwd 2 I Maart 1725 met B e n j amin van Boskerk. 11. Daniel , gedoopt te Hackensack 25 Maart 1706. Verder dan de tweede generatie gaan de genealogische opgaven in allen te Canterbury namelijk : 1. A n n e, gedoopt 3 Maart I 605. 2. M a r i e , gedoopt 14 December 1606. 3 . J u d i t h , gedoopt 5 Februari 1608. 4. Es ai e gedoopt 19 Januari 1612. Of hij gehuwd is en of van hem nakomelingen bestaan blijkt niet. Verder vindt men te Canterbury nog vermeld een G u i 11 a u m e D e s m a r e t s uit Lestran wiens dochter M a r i e 20 Mei 1.594 huwde met P i e r r e ii) Waarschijnlijk is dit een andere Françoise, die reedsin ) ,594 als doopgetuige voorkomt bij een familie Pinçon. (2) In haar huwelijks contract worden Thomas Heddebault en Jonas le Roy als haar zwager vermeld, zoodat zij een dochter van Pierre moet zijn. Hu c ho n. Guillaume D. was ouderling en overleed 3 Februari 1605 of 1606. Een andere G u i 11 a u m e D., geboortig uit Monts in Henegouwen, had een zoon H e n r i, die huwde met Anne Cárr e 1656!57. Als doopgetuigen treft men aan een M i C 11 e 1 D. 1659, en M a t t h i e u D . 16g7(g8, e n G e - r a r d D . 1582/83, E t i e n n e D . 1 7 0 2 , M a r i e D. gehuwd Ik m e t P h i l i p p e l e Goy, 2’ 25 J u n i 1639 J e a n d u H o s , T o i n e t t e D.,overleed 1597 als weduwe van R o b e r t 1 e C 1 e r c q. Eenandere Thonette D.,weduwevanMartin François uit Lille, huwde in 1638 met Jean MOUr i s e l’ainé geboren te Acque bij Lille, weduwnaar. P. Ver spreide Fragmenten (buitenland). ENGELAND. Te Londen treft men behalve de bij, of naar aanleiding van, den Engelschen tak der Kamerijksche familie vermelde personen, nog de volgende gezinnen in de kerkregisters der Hugenoten aan: Guillaume de Marré of Demarree en Anne Caron lieten te Londen in de Kerk van Threadneedle-street de volgende kinderen doopen : Phillippe gedoopt 12 April 1657, Jean 25 Februari 1662, Anne gedoopt 1 g November 1665~ Esther gedoopt 2 November 1673, Susanna gedoopt 14 April I 675. Michel Demarée en Jael Loffroy lieten in genoemde kerk de volgende kinderen doopen : Michel gedoopt I April 1655, Elisabeth gedoopt 23 November 1656, Jeanne gedoopt 28 September 1662, Esther gedoopt 2 November 1673. Verder vindt men in de registers dier kerk vermeld: Daniel Desmarets, die 15 October 1643 een zoon Jean liet doopen, Philippe de Mares, wiens vrouw Ester Patriace in 1645 als doopgetuige voorkomt, Jenne Demarée, uit wier huwelijk met Jean Laronde in 1654 een kind gedoopt werd. In de registers der overige door de Hugonoten gebruikte kerken zijn evenzoo nog enkele losse gegevens te vinden, doch zonder .eenigen samenhang. Ook na de herroeping van het Edict van Nantes kwamen personen van den naam d. LM. uit Frankrijk naar Londen, o. a. een Jacques d. M. uit Xaintogne in 1705 te Londen vermeld, volgens H AAG ((La France protestante]) Deel V, (nieuwe editie) blz. 333. In zijn eerste editie vermeld dezelfde schrijver een Daniel des Marets uit Saintogne, die in 1670 te Genève studeerde. Deze wordt door hem gerekend tot de familie van Samuel Maresius (zie boven). Voorts vermeldt diezelfde schrijver nog Claude d. M., directeur van het Waalsche hospitaal te Londen in 1732 en Francois d. M., directeur van dat hospitaal in 1760. Een George des Marestz de la Malherbière, edelman uit Normandië, oud 5, jaar, wordt in 1702 te Cambridge vermeld. DUITSCHLAND. Behalve de boven uitvoerig behandelde Anhaltsche familie, die thans over bijna geheel Duitschland is verbreid, vindt men in verschillende Duitsche steden gezinnen van den naam Desmarest. Te Cassel werd 2 April 16Sg begraven Abraham Desmares, terwijl een Pierre D. aldaar 16 Februari 1690 huwde met Susanna Martin, uit welk huwelijk aldaar gedoopt zijn: Susanne gedoopt 26 Februari 16gr,, begraven 16 Mei 1691, Pierre gedoopt 2 Februari I 692, Salomon gedoopt 30 Augustus 1693. Te .~annheim is Timothée Desmarets fil,s d’Antoine 20 December 1665 gehuwd met Elisabeth Borquin, die aldaar 20 Februari 1693 overleed, oud 43 jaar. Hij schijnt reeds uit een vroeger huwelijk een zoon gehad te hebben, terwijl dan uit het tweede huwelijk 3 kinderen geboren zijn, deze 4 waren: Josias of Josué (fils de Timothée) geboortig uit Offenbeeck, huwt s’. te Mannheim g Januari 1715 met Susanne Marie Everts Philipsdochter, 2”. in 1723 (procl. te Mannheim) 8 Augustus met Susanne Catherine Hopp. Hij werd te Mannheim begraven 27 Maart 1725 en was maítre boulanger. Uit het eerste huwelijk 2, uit het tweede I kind, die volgen ; 2. Samuel gedoopt te Mannheim I x ei 1672, Pierre gedoopt aldaar 2 1 Mei 1676, Eva Eliaabeth gedoopt aldaar 2 I Mei 1676. De Kinderen van Josias Desmarets, zooeven genoemd, waren : 1. Isaac, gedoopt te Mannheim 6 November 1715, overleden aldaar 20 Maart 1769, oud 54 jaar, trouwde daar ter stede 29 Januari 1738 met Ottilie Hang, dochter -van Jean Nicolas, uit welk huwelijk te Mannheim tusschen 1739 en 1756 vijf zoons en twee dochters gedoopt zijn, van wie ons verder niets is bekend; 2. Marie Magdalens, gedoopt aldaar 28 September I 7 18 ; 3. Anna Elisabeth gedoopt aldaar 4 December 1724. Tot deze zelfde familie zal behoord hebben Josias D. gehuwd met Madeleine Bout, die 24 November 1680 te Mannheim een zoon Josias lieten doopen en 23 Juli 1684 een zoon Pierre. Verder vindt men te Mannheim: Rose D., aldaar gehuwd 25 September 1667 als weduwe van Paul Godrelier met Laurentz Genet Hermanszoon en Marie D. gehuwd te Mannheim g October 1667 met Charles Lelong fils de François. Te Hanau is Pierre D., zoon van Claude uit Friedrichsfeld in de Paltz, 21 Mei 1708 gehuwd met Marie le Maire Jacobsdochter, uit welk huwelijk te Hanku zijn gedoopt : Jeanne Marie 15 Februari 1709, gehuwd 1727 met Jacques Hauchar (1), Marie, gedoopt 1g Mei I 7 IO en Jean Pierre gedoopt 22 September 1712. Te Berlijn kwamen verschillende personen van den naam Desmarets uit Grarnzow in Uckermarck : ( I i Anne Marie D. was zo Sept. I 725 gehuwd met Isaac Voisin. ,-- e - 220 - é Judith D. overleed te Berlijn 2 1 Maart 1744 als vrouw van Abraham Rossignol c~porteur de chaises . Zij zal een zuster geweest zijn van Paul D., eveneens (cporteur de chaisel), overleden te Berlijn 7 Mei 177.5, oud 64 jaar (zoon van Isaac en Susanna Serin), gehuwd te Berlijn I I October 1746 met Anna Dorothée Bannir, dochter van Chréstien en van wijlen Anne Sophie Cöller. Er zijn van Paul D. te Berlijn 4 kinderen in de Waalsche Kerk gedoopt n.1. Anna Charlotte gedoopt 2 1 Juli I 747, Marie Dorothée gedoopt IO October 1748, Anne Sophie gedoopt 5 September 1749, Isaac Paul gedoopt zg October 1757. Een Jean D. uit Gramzow, overleed te Berlijn 24 Augustus 1762 ; Henri D. geboren te Gramzow, zoon van Henri en Elisabeth Nehrend, vestigde zieh te Berlijn als maître tailleur en huwde aldaar 24 April 1794 met Auguste Julienne Herrer, dochter van Johann Christoffel en Jeanne Chrestienne Böhm. Zij lieten doopen te Berlijn : Jean Frédéric Henri gedoopt I 2 Februari I 795, Louis Guillaume Auguste gedoopt 8 September 1796, Jeanne Louise Eleonore gedoopt . . . . . . . . . . . , Philippe Chrestien Arnaud gedoopt 4 Januari 1801, Jean gedoopt 6 October 1803, overleden te Berlijn 28 Maart 1806, Henri gedoopt 12 Juni 1806, Anna Susanna Françoise gedoopt IO September 1807, Frederic Paul gedoopt IO Juni I 8 I o . NED. OOST-INDIE. Henriette Simonette Desmarez Decharmois huwde te Semarang 5 Augustus I 835 met Dirk Bernardus Vodegel. FRANKRIJK EN BELGIË. In deze beide landen worden vroeger en later zooveel personen van den naam de Marez, Desmarets, des Marets, des Marais enz. aangetroffen, dat wij er van moeten afzien deze hier op te sommen, wat bij volkomen gemis aan onderlingen samenhang toch tot niets zou kunnen leiden. Degenen, die mogelijkerwijze tot een der hier behandelde geslachten zouden kunnen gerekend worden, zijn boven reeds door ons vermeld. ~-&.>~&$&&-+--- H e t G e s l a c h t V O O M B E R G H . .Met veel belangstelling zag ik eenige gegevens voor een genealogie van het Amsterdamsche geslacht V o o m b e r g h, bijeengebracht in het artikel VU% Ketwich door Transisalanus, blz. 162. Er blijft echter nog veel te vragen over, misschien kan de schrijver mij inlichten. 1’. Albert Voombergh (zoon van J acob en Everhardina van Vilsteren alias Velthuysen) was volgens Transisalanus gehuwd met S t e v e n t j e Beumer, volgens een kwartieropgave betreffende het geslacht Pauw heette zij Grij pm oe t. Is dit ook een alias, of hoe zit die zaak? zo. Is Albert’s gelijknamige zoon geb. 2.5 Oct. x733 , geh. Amst. 14 Sept.. 1760 met Maria van Heekeren (schuinkruis v&gezeld van scheerderscharen), geb. aldaar IO Juli 1729 in tweede huwelijk getrouwd geweest met Chriatina van Heyst, geb. 10 Febr. 1740, overl. 3 Nov. 1774, wed. van Jacob Ver be e k, of was dat een andere Albert Voombergh ? Uit het huwelijk met C. van Heyst sproot een eenige dochter Regina Christina Voombergh, geb. 21 Febr. 1774, overl. 3 Febr. 1821, geh. 23 Juli 1801 met Jacob van Geuns, van welk echtpaar de Amsterdamsche tak der doopsgezinde familie Van Geuns afstamt. 3”. Wiewas Willem ~H,endrik Voombergh, lid der municipaliteit van Amst. in 1767, adj. maire 181 I - 1813, waarschijnlijk de op blz. 193 vermelde neef, die huwelijkszangen vervaardigde. Hoe was de familierelatie ? 4”. Is Dirk Jan Voombergh geboren te Amst. 11 Dec. 1768, of zooals op blz. 193 gezegd wordt in 1761? Hij was van af 1821 lid van den Raad van Amst. en huwde 24 Apr. 1791 te Amst. met Aletta Cornelia Rutgers (dr. van lsaac en van Johanna Huberta van Taack) geb. 1768(volgens Transisal. te Raalte), overl. te Amst. 27 Oct. 1801. Behoorde zij tot een der doopsgezind gebleven takken van het thans Rutgers v. Rozenburg genaamd geslacht 7 Dirk Jan is in tweede huwelijk getr. met Maria van der Vliet, (dr. van Jan Lucas en van Henriette von der L eyen uit Cre$eld) uit welk tweede huwelijk een eenige dochter Maria, die ongehuwd stierf. Uit het eerste huwelijk sproot, behalve de op blz. 193 genoemde Albert, die 25 Juli 1821 met Jkvr. A. H. van, Loon huwde, eendochter Anna Gelina, geb. te Amst. 22 Mei 1795, geh. ald. 30 Nov. 1814 met Joari Christoffel Rente Linsen, geb. 8 Juli 1782, overl. 27 Aug. 1855, (zoon van S a m u e l H e n d r i k e n C a t h . E l i s a b e t h Zeegers). Geen kinderen. 5”. Had Dirk Jan een broeder Albert, die in 1809 met Johanna Huberta Tra-Kranen is gehuwd? (Zie Stam- en Wapenboek, art. Tra-Krane+z) en zijn er kinderen uit dat huwelijk geboren? 6”. Was Dirk Jan een broeder van Elisabeth Clasina Voombergh, overl. 30 Oct. 1826, geh. 2 Juli 1802 metJhr. Isaac Ernst de Petersen, geb. 1780’1’ (Uit dit huwelijk een eenige dochter Jkvr. J. de Petersen geh. met’ den Amsterdamschen wethouder Momma.) De familie Voombergh voert een sprekend wapen n.1. een berg en slingerpad, dat van den voet van den berg I vom Berg) naar de schildpunt loopt. Welke zijn de kleuren ? Behoort er een helmteeken bij dit 1900 p. 241-250 (Aanvullingen en verbeteringen) Aanvullingen en Verbeteringen OP - 241 - DOOR M R . H. J. KOENEN. WAPENBESCHRIJVING. Men vergelijke de Eerste Bijlage no. IV, waar de verschillende afwijkingen en varianten beschreven zijn, en omtrent de oorsprong van het wapen no. 1 van diezelfde Bijlage. INLEIDING. BLZ. I 5. noot : Vindigius, lees : Vindigies. OVERZICHT. VII. noot : Willincourt, lees W a 1 1 i n c 0 u r t. 1X. Jan Pre\ voost van Valenciennes, lees: J a n, prevoost van Valenciennes. GENEALOGIE. A. (aan het slot) fiel, lees : fief. B. 5. Abraham de M ar ez was zooals wij zagen (1 koopman in passement 1). Met dezen naam werden in de 17’ eeuw ook diegenen aangeduid, die handelden in zijde, destijds een van de voornaamste artikelen, die uit Frankrijk hier werden ingevoerd. Zoo wordt ook de stamvader der uitgeweken familie De Neufville te Frankfort passementier genoemd, terwijl hij groothandelaar in zijde was. B. 6. noot toetevoegen: Janneke de Hurte r had een zuster, overleden 5 November 1648, die met G r e g o r i u s S u y n s gehuwd was. B. 8. Als datum van overlijden van J a n d e 1 a C o u r t leze men 21 Februari 1655. B. 11. A d r i a a n v a n d e r G o e s o v e r l e e d niet in 1549 maar in 1649, C. Achter de laatste zinsnede een noot aan te hechten luidende als volgt : Tot de kinderen van J a c q u e s D e s m a r e s e n A n t o i n e t t e Suc e u r kan niet behoord hebben J e n n e D e s m ares, gehuwd met Thomas Coquyt, want d a n zou zij ook tot zijne erfgenamen moeten behoord hebben. Toch schijnt zij tot dezelfde familie behoord te hebben, althans met de leden der door ons behandelde familie in relatie gestaan te hebben, daar zij dikwijls als doopgetuige optrad bij den doop hunner kinderen. Thomas Co qu e t u (een andere spelling voor Coquyt), woolcomble? uit Artois, behoorde tot degenen, die in 1568 (16 Mei) reeds sinds IO maanden te Norwich woonden met zijn vrouw en moeder. Daarentegen schijnt wel tot de kinderen van J a c q u e s D e s m a r e s b e h o o r d t e h e b b e n e e n a n d e r e J a c q u e s , wiens weduwe Antoinette F a s i 1 u 23 December 1599 vermeld wordt als doopgetuige van Marie Desmares CC. I. Den 12 *Mei 1600 werd te Norwich gedoopt N i c o 1 a s fils de Jaque de Mare. Zooals het meer ging bij deze uitgewekenen, die niet altijd in de gelegenheid waren hun kinderen dadelijk te laten doopen, zal dit kind destijds reeds eenige jaren oud geweest zijn, indien ten minste de reeds vóór 1599 overleden Jacques de vader was. Het kind zal wel vóór 1604 gestorven zijn anders ware het voorgekomen onder de erfgenamen zijns grootvaders. C. 1. noot. De eerste zin aan te vullen als volgt : Behalve de bedoelde familie D u. R i e u is sedert de herroeping van het Edict van Nantes nog een ander geslacht van dien naam uit Languedoc, òorspronkelijk uit Bretagne, in Nederland gevestigd, voerende in blauw 10 gouden besanten (3, 3, 3 en 1) en een rood schildhoofd beladen met een gouden ster tusschen 2 zilveren rozen. (Zie: Maandbl. Ned. Leeuw, 1896, blz. 97-103.) In de tweede zin van bedoelde noot tusschen te voegen dat de vrouw van Samuel du Rieu te Norwich genaamd was J u d i c q d e s B a r b i e u x. CA. 2. Jehan Desmares is wellicht gedoopt 23 September 1595 (de akte gedeeltelijk onleesbaar). CA. 4 . In 1648 werd een kind van A n n a D e s m a r e s gedoopt in de kerk van Threadneedlestreet, de vader wordt daar niet Brionne maar Brienne genoemd, getuige was o.a. Mary de M a r e s . CA. 6. Als vader van C h r i s t i e n n e b r y n (of d’Ambrinne) wordt vermeld J e a n b r a i n . CA. 10. Maria Desma.res w e r d 1648 vermeld als (cveuve de P i e r r e D a m (Dambryn). Damd’A m- 4 Juni e r i n n cc. 4. J a c q u e s is niet gedoopt in 1683 maar in 1603. CE. De vrouwvan J e a n D e s m a r e s h e e t t e 1Marie L e s c a i l l e t enlyasgedoopt5JuniI603 als dochter van Jacques ‘en Elisabeth N. N. TAK VAN NICOLAAS. D. Engetje Jacobs, lees : E n g e 1 t j e J a c o b s. D. 1 5 . J a n n e k e C a s t e l e y n w a s e e n d o c h t e r v a n P i e t e r C a s t e l e y n e n A b i g a ë l M a s c e 1 o t (niet Wascelot). DA. Het huwelijkscontract van J o h a n d e M ar ee s te Groningen en Hes t er Muller dateert van 3 Februari 1648. DB. 2 . Het huwelijk van M ar t i nu s de 1Marees e n A a l t j e d e B e a u d o u x werdniet voltrokken in 1658 maar in 1653. DE. Uit het huwelijk van M a r t i n u s (niet Nicolaas) d e M a r e e s Nicolaas’zoon en A a 1 t j e de Be au do u x zijn ons thans niet drie maar vijf kinderen bekend, waarvan het oudste te Amsterdam geboren is in 1655, de beide volgende te Alfen ald Rijn in de jaren 1663 en 1664, de twee jongsten wederom te Amsterdam in 1665 en 1666. Waarschijnlijk zijn er echter tusschen 1655 en 1663 nog kinderen geboren in een ons tot dusver nog onbekende tijdelijke woonplaats der ouders, waartoe dan behoord zal hebben de Abbekerksche predikant N icolaas d e Marees. Wij laten hem hier derhalve met de vijf anderen volgen : o 1. E v a, gedoopt te Amsterdam I September 1655. 2. Waarschijnlijk N i c o 1 a a s, geboren te . . . . .? kwam in 1685 als proponent te Abbekerk en Lambertshagen (cl. van Hoorn) en overleed aldaar 18 April 1721. Ds. Nicolaas de Marees, predikant te Abbekerk is 6 Juni 17 IO te Amsterdam aangeteekend met Maria P a a t s. Of uit dit huwelijk kinderen geboren zijn is ons-onbekend, 3. J o h a n, gedoopt te Àlfen n/d Rijn 22 Februari 1663, peten : Hr. Johannes Nieuwenhuysen en Margriet van Assendelf, wed. van de Hr. Johan van Marcke. 4. H e n r i c u s , gedoopt te Alfen a/d Rijn 17 Februari 1664 (((omtrent desen tijds 1) voegt het doopboek er bij), peet Anna de Mareez, huysvrouwe van H. Johannes van Nieuwenhuysen. 5. E v a, gedoopt te Amsterdam 12 Mei 1665. 6. H e s t e r, gedoopt te Amsterdam g Mei 1666. Daar ons noch omtrent den verderen levensloop van Johan en Henricus de Marees, n o c h omtrent de mogelijke kinderen van Ds. N i c o 1 a a s d e M a r e e s iets bekend is, bestaat de mogelijkheid, dat deze tak van het geslacht De Marez niet, of althans niet zoo spoedig, is uitgestorven. T AK VAN DANIEL. E. I. Jan de Marees was diaken te Amsterdam in 1629 en ouderling in 1645. E. I . Alinea 4 aan het slot leze men : CIE 1 is a b e t h C o b b a u 1 t (A r n o u d’sdochter ex M ar i a van Valk en bu rg, die een zuster was van de vrouw van den raadspensionaris Cats))). De gebezigde redactie was eenigzins dubbelzinnig. E A . 7 . Het huwelijkscontract van J a n B a s en Anna Maria de Mares 20 April 1662 is verleden voor notaris Cornelis Hoogeboom. Zij hertrouwde niet in 1655 maar in 1665 met D an i el v a n L i e b e r g e n . TAK VAN ABRAHAM. F. 2. P i e t e r d e B a r r y overleed18Maart 1654, de onderstelling dat zijn vrouw in 1637 te Londen zou zijn hertrouwd vervalt derhalve. Men schrappe de daarop betrekking hebbende zinsnede. F. 3. De moeder van R e b e c c a H o o g hc a m e r heette 1 d a C o r t Hendriksdochter. F. g. A n n a d e Marez wed. P. de Ben o i t overleed zg Juni 1668. Zij woonde in de Warmoesstraat tusschen de St. Annastraat en de Kerk-steeg in het huis genaamd ((Het Duyfken!). F. 10. S i m o n G o u 1 a r t, met wien de tweede vrouw van F r a n s Hermanszoon v a n B e r g e n hertrouwd is, kan wellicht dezelfde persoon zijn als de wegens Socianerij naar Holstein uitgeweken predikant Simon G oulart, wiens zoon J o han G o u 1 a r t in 1662 raadsheer te Frederikstad in Holstein was, tegelijk dat daar het burgemeestersambt bekleed werd door Hendrik de Haan, zoon van den bekenden in 162 1 om dezelfde reden uitgeweken Haarlemschen pensionaris De Haan (stamvader der familie Bierens de Haan). Men zie over deze uitgeweken Socinianen het Doopsgezinde Weekblad ((de Zondagsbode)) 28 Augustus 1898 met verwijzing naar een Almanak van 1859 en Prof. Fruins Bijdragen. F. 11. E 1 i s a b e t h d e M a r e z werd begraven 2.5 September 1653 in de Oude Kerk te Amsterdam. Haar echtgenoot Ti elm an van B er i n g e n overleed te Amsterdam ten huize van zijn schoonzoon Cornelis van Heemskerck. Hij werd g April 1660 begraven in zijn eigen graf in de Oude Kerk bij zijn huisvrouw. FA. De volgorde van de 6 jongste kinderen van Jan de Marez en Clara Baron moet aldus gewijzigd worden (de 6 ouderen zijn goed genummerd). 7. S a r a. (thans 10); 8 . J a n (thans 11). 9. E 1 i s a b e t h (thans 7). 10. Catharina (thans 8). 11. Alexan,der (thans 9). 1 2 . S a m u e l . FA. 1 2 . S a mu el de M ar ez, heer van Maersbergen werd niet gedoopt ~6 Mei 1692, maar 16 Mei 1632. Zijn weduwe testeerde 6 October 1694 te Utrecht voor notaris Van Hees en andermaal IO Mei 1704. Haar boedel is gescheiden 13 April 1717 voor notaris Vosch van Avezaath. FB. 2. C a t h a r i n a d e Marez, de vrouw van P i e t e r d e M a r e z, werd begraven 16 Maart 1671, wonende op de Heerengracht. Haar huwelijk werd voltrokken 26 Januari 1644 (volgens het journal- Bailli). FB, g . I d a d e IMarez huwdeniietr2Maart 1642, ma& 13 Maart 1652 met 1 s a a c d e H o c h e p i e d , hij was koopman en bewindhebber der W. 1. C. te Amsterdam. La femme d’Isaac de Hochepied werd begraven te Haarlem zg September 1679. - 243 - FB. 10. M a t t h e u s A m y a werd det gedoopt te Aken, maar te Stolberg. FD. 4 . Louis de Marez werd gedoopt in den Dom te Utrecht 27 Juli 1683, getuigen: Marg. de Geer huisvrouw van Louis Trip en Cath. de Marez huisvrouw van Govert Boogaert moeie. F D . 6 . W i l l e m v a n S o n s b e e c k , d e tweede man van Elisabeth van Loon kan niet gestorven zijn 2 Januari 1752, want hij was reeds in I 742 overleden. De vrouw van Isaac van Eys was een dochter, geen kleindochter van hem. (Zie noot.) Het portret van Elisabeth van Loon moet in het bezit zijn van baron Calkoen te ‘s-Gravenhage. FD. g. (lees 10.) Anna Maria de Marez werd eerst met Geresteyn beleend in 171 I na den dood van haar echtgenoot Steven van Lynd e n, die dus niet ((door zijn vrouw )) heer van Geresteyn was. (men schrappe de desbetreffende woorden.) FE. K. J o an de M ar ez was gedoopt te Amsterdam 5 Juli 1648. In de wapenbeschrijving leze men B a r t e r i n c k voor Bartelinck. M. de Marez geboren Barterinck was diaconesse te Amsterdam 1701 en 1705. FE. 3. Sara de Marez werd gedoopt te Amsterdam Ig October 1649. Haar man R o c h u s v a n d e C a p e 11 e is geen commissaris van Amsterdam geweest. FE. 6. Het huwelijk van Cla r a de M are z met J o a n N u y t s werd voltrokken 3 October 1673. FG. Mr. Louis Trip de M arez overleed niet in 1737, maar in 1773, bij zijn doop in den Dom te Utrecht 28 September 17 10 waren getuigen Margaretha Trip en Willem van der Muelen, oom. Alinea 3 : hij heeft niet het grootste deel, maar een groot deel van zijn leven op Hagestein gewoond. In zijne kwartieropgaven leze men in plaats van De Neiller: D e N ei 11 e. FH. I . Pieter de M ar ez was heemraad van de Beemster. In zijne kwartieropgaven leze men w’ y m e r voor Wijmer en verandere de bovenste N. N. in P elleryn. FH. I . A . J . E l s e v i e r w a s g e b o r e n t e Sprang 24 Juni 1702, hij werd predikant te ‘s-Graveland in 1726, te Amsterdam in 1746, hij overleed 16 Juli 1756. FH. 3. Jan Gerard de Marez w a s n i e t heemraad van de Beemster, maar kerkmeester aldaar. Zij weduwe is niet begraven, maar overleden op 8 Juni 1792. F L . . 4 . J a n G e r a r d d e Marez is niet16 Mei 1737 maar 16 Januari 1737 gedoopt. FN. 2. noot. Voor Oyens geb. Waller l e z e men Waller geb. Oyens. FO. I. Voor Ursula Christina Metzler leze men : U r s u l a C h r i s t i n e M a g d a l e n a M e t z l e r . FO. 4. M r . G . H . deMarez Oyensover: leed Ig Maart 1883 (niet 1803), zijn weduwe overleed te Amsterdam 30 Juni 1898. FP. I . Voor Reinhard Laurens Mirandolle leze men : Reinhardt N i c o 1 a a s Laurens M. Hij is president van de Bijbank der Ned. Bank te Rotterdam en ridder in de orde van den Ned. Leeuw. FP. 2. Eugien, lees : Eugeen. FP. 3. Cornelia van de Poll, lees : M a r i a C o r n e l i a v a n d e P o l l . FP. 4 . Mr. J. C. de Marez Oyens is administrateur bij het departement van Waterstaat. FP. 6. A. D. de Marez Oyens enM.S. H. van Eegh.en zijn gehuwd niet in I 891, maar in 1871. FC&. Van Weckherlin, lees: von Weckherlin. E ERSTE B I J L A G E. 1. Het geslacht De Marez in de kruistochten, In de eerste noot leze men Oyens voor ,de Marez Oyens. 11. Trippenhuis. De mortiervormige schoorsteenen, dié volgens Alb. Thym verdwenen waren zijn thanS weder op het dak geplaatst. HenrietteJohannaMunter gehuwdmet C h r i s t o f f e l W i l l e m v a n S a n d e i s o o k gehuwd geweest met Jonker J a c o b v a n S e v en a e r, heer van Zevenaar, uit welk huwelijk Jonkvr. Anna Constantia van Sevenaer gehuwd met 0. R. T. graaf van Bylandt. (Zie d’Ablaing en Van Meurs, De Ridderschap van Nijmegen, blz. 420.) V. Kwartierstaten. Kwartierstaat van Mr. yohan de Marez. Aanvullingen betreffende het echtpaar H o e f s 1 a g e r-V a n V er s e n vindt men in de Tweede Bijlage, artikel Trip. Ermgard Emmerentia Hoefslager, men leze : E r mg a r d of E m m e r e n t i a Hoefslager. Zij is geboren te Amsterdam 13 Januari 1614. Kwartierstaat van rhr. W. M. de Marees van Swinderen: Mr. S. M . S. Modderman overleed te Groningen Mei Igoo. Kwartierstaat van G. H. de Marez Oyens: J a n v a n E e g h e n is in 1837 (niet 1847) benoemd tot lid van den Raad van Amsterdam. Samuel PieterLabouchère isoverleden 17 Maart 1867 (niet 1817). T WEEDE B I J L A G E. Artikel Amya. De opmerking (in alinea 1) dat van Rebecca Amya verschillende families afstammen moet vervallen. Alles wat daar verder volgt van Nicolaas Muilman en M. H. van Couwenhoven met hunne nakomelingen moet geschrapt: worden, daar hij geen zoon van Hendrik Miilman en Sara Hartsinck is geweest. Volledigheidshalve zij hier ; D - 244 - aangeteekend, dat een Mr. J a n Am y a; secretaris van Hooge Zwaluwe, gehuwd is met H e nd r i n a Antonia K r a y e n h o f f , g e b o r e n I2 April 1757, overleden 26 Januari 1833. De aansluiting is onbekend. Artikel Baron. In de bij de beschrijving der kwartierwapens behoorende noot, mpet men in plaats van De Baupoule (Pays de Eurnes) lezen : Banpoule (Pays de Furnes). Artikel De Barry. Ds. Johan Beukelm a n, de man van Sara de Kempenaer studeerde in Groningen, werd in 1677 als proponent beroepen te Colhorn, waar hij in Februari 1707 overleed. Zijn weduwe (&et zooals wij boven zeiden zijn dochter) huwde daarop met Ds. E b e 1 i u s B o u rm a, die als proponent gedurende eenige jaren te Abbekerk den dienst waarnam voor Ds. Nicolaas de Marees (zie boven Aanvullingen en Verbeteringen, Tak van Nicolaas) en aldaar overleed in het begin van 1721. Artikel Bas. Alinea I. J a n B a s was een achterkleinzoon (niet een kleinzoon) van den burgemeester J a c o b B a s en een kleinzoon (niet een zoon) van den schepen Pieter Bas. Artikel De Bas. S o p h i a d e B a s e n J a n M a r c e 1 i s hadden, behalve de vrouw van den hoofdofficier Backer, nog een dochter C o r n e 1 i a E l i a n a Marcelis g e h u w d m e t P h i l i p p e S e r r u r i e r, uit welk huwelijk : a L o u i s P h il i p p e S e r r u r i e r g e h u w d m e t C h r i s t i n a E 1 i s a b e t h H a h n (hadden I dochter ongehuwd), b. J a n W i l l e m S e r r u r i e r gehuwdmetAnna U 11 e n b e r g (hadden I zoon en I dochter, zonder verdere nakomelingen), c. S o p h i a E s t h e r s e r ru r i e r, jong gestorven, d. D a n i e 1 S e rr u r i e r g e h u w d m e t E l i s a b e t h L u c r è c e C h a n t e p i e d e 1 a S a u s s a y e (5 kinderen), e. Jacob Elias S errur ier, jong gestorven, f. Sophia Eli an a S er r u ri e r, gehuwd met J. C. v a n d e n B e r g h, uit welke verbintenis de rijksarchivaris Van den Bergh gesproten is. ’ Artikel De Beaudoux. J a c o b (Jacques) de B e a u d o u x, zoon van Robbert en N. N., geboren te Amsterdam, huwde in 1636 (ondertrouwd 16 Februari te Amsterdam) S a r a S 1 i c h e r, geboren te Amsterdam 1612, overleden vóór 2g November 1666, dochter van Anthony Schleicher en diens 2e vrouw Johanna de Wolff. Uit dit huwelijk sproten: 1. W i l l e m d e B e a u d o u x . 2. J o h a n n a d e B e a u d o u x l e e f d e n o g I December 1689. 3. A n t h o n y d e B e a u d o u x h u w d e 1”. M a r i a v a n V e e n , 2”. M a r i a H o l s c h e r . Hunne kinderen volgen onder letter A. 4. J a c o b d e B e a u d o u x leefde nog in 1689, was ((predikant tot ?Noordenr , ‘gehuwd met C 1 a r a de Wint of de Join. 5 . E l i s a b e t h d e B e a u d o u x . 6. Rob b e rt de B ea’u d oux, gedoopt te Amsterdam 26 Januari 1645. 7 . J o h a n n e s d e B e a u d o u x g e h u w d m e t S a r a N i e v e r b e r g e n. Hun kinderen volgen onder letter B. A. A n t h o n y d e -Beaudoux had uit elk van zijn béide huwelijken één kind. I. J a c o b d e B e a u d o u x l e e f d e i n 1689. S ar a d e B e au d o u x leefde in 1689. g. J o h a n n e s de Be a u d o u x had drie kinderen : I. J a c o b u s d e B e a u d o u x leefdeinI68g. 2 . J o h a n n e s (ofJohanna) d e B e a u d o u x , leefde in 1689. 3. S a r a d e B e a u d o u x, leefde in 1689. Alle personen, welke bekend zijn uit de akte van boedelscheiding van Johanna Slicher, 4 Januari 1689. Artikel Van Beringen. Nakomelingen : g. C at h a r i n a v a n B e r i n g e n , d e vrouwvan Gerr i t E 1 i a s is niet gehuwd in 1669 maar in 1660. Nabestaanden : De vrouw van Mr. Abraham d e W i c q u e f o r t heette ?eiet Boulion maar B o u 1 i o u. De moeder van Pieter van Wickevoort gehuwd met Elisabeth Huydecoper heette B i e 1 a n d. Afkomst: Tielman van Beringen was inderdaad e e n z o o n v a n P i e t e r e n Bertha R y c k e l s . De ouders van dezen Pieter waren T i e 1 m a n v a n Beringen e n H i l l e g o n d . . . . . . . . . Volgens opgaven van majoor Polvliet moeten Tielman v. B. en i&laria van Wickevoort nog een zoon C a s p a r gehad hebben gehuwd met S a r a S p i eg e 1, uit welk huwelijk een dochter M a r i a v a n Beringen gehuwdmetBartholomeus Auckema. Artikel Elsevier . D s . P i e t e r Adriaanszoon E 1 s e v i e r (de vader van Ds. Adriaan Johan, de man van J. M. de Marez) was geboren te Rotterdam 4 October 1673 (niet 1672), hij WX achtereenvolgens predikant te Sprang, te Nijkerk, te Enkhuizen en te Amsterdam, waar hij 7 April I 7 5 4 overleed. Zijn vrouw A n n a E 1 i s a b e t h 0 r tw ij n overleed 8 Augustus 17 15. Zij had hem 13 kinderen geschonken, waarvan bij zijn dood slechts een zoon in leven was. Hij hertrouwde met G e e rt r u i H o m a n, uit welk huwelijk 3 kinderen, allen vóór hem overleden. Ten derden male trouwde hij met Geert r u y Ja nkne c ht, overleden 12 December 1745, waarop hij -17 November 175 1 ten vierden male in het huwelijk getreden is en wel met Sophia van d e Put, wed. Pieter Pols, welk huwelijk door zijn zoon Adriaan werd ingezegend. Hij moet bij zijn overlijden 3 zoons en 4 dochters hebben nagelaten. Artikel Gemart. Men vergelijke de nalezing _ & . i op dit artikel aan het einde van de Tweede Bijlage i tusschen no. 64 en 65. Artikel Godin. Eerste noot. ((te ‘s-Gravenhage 1I geboren, lees : te ‘s-Graven hage getrouwd. l Letter A. Het tweede huwelijk van J a c q u e s ’ G o d i n (met Susanna van Kessel) moet geschrapt I worden, daar de door ons als eerste vrouw vermel- 1 de Co rn e li a de Mal a p e r t als weduwe haar 1 man heeft overleefd. In een akte voor zijn not. Wttewal te Utrecht d.d. zz Augustus 1617 treedt i zij op als weduwe met haar schoonzoon Pieter Panhuysen en haar zoon David. / Achter den naam van Cornelis de Vlaming van Oudtshoorn leze men ((dus een broedcra in plaats ~ van (I dus een zustern . l Artikel Van der Goes. Uit het huwelijk van R e g i n a d e M a r e s m e t A d r i a a n v a n d e r G o e s zijn niet 8 maar 14 kinderen gesproten. De ’ 6 jongsten zullen wij hier met hun nakomelingschap laten volgen : 9. C a t h a r i n a v a n d e r G o e s , s t i e r f o n - gehuwd. 10. M a r g a r e t h a v a n d e r Go’es,gehuwd in I6zg met Gerrit H oyer Ras, geboren zg December 1602, zoon van Paulus Ras enMar i a M o o c k. Beiden zijn te Enkhuizen begraven, de man in 1630. 11. J o h a n v a n d e r G o e s g e h u w d m e t A n n a M e y e r, winnen : a. A d r i a a n trouwt N. N., waaruit enkele kinderen, o. a. Johan Adriaan, die naar Oost Indië ging. b. M a r i a t r o u w t H e r m a n Dionys i u s v a n C o o p s t a d t . c O’p. Regina trouwt Adriaan van der 12. Regina van der Goes, jonggestorven. 1 3 . M a g d a l e n a v a n d e r G o e s , o v e r l e - den 13 Juni 1612. 14. Adriaan, die 21 October 1625 testeerde (vroeger vermeld). Artikel Van Hees. Jacoba L o u i s e Cathar in a van Hees is 7 November 1822 (friet 1821) met C . D r u y v e s t e y n g e h u w d . D e t e - genwoordige familie Van der Oudermeulen stamt niet af van den staatsraad F r e d e r i k, maar van diens broeder E d u a r d, kolonel der Haagsche schutterij. LMen voege dus achter ((staatsraad enz. 1) de woorden ))en van Eduardo tusschen. Artikel De Hertoghe. Mr.. Simon van A l p h e n , de man van M. de Hertoghe, is geboren te Leiden 6 December 1650. Behalve de vroeger genoemde kinderen hadden zij nog een d o c h t e r M a r i a M a g d a l e n a , o v e r l e d e n 2 3 December 1723, die in Juni 1680 de vrouw werd van Mr. A d r i a a n W i t t e n s, geboren 1748, schout van Soeterwoude, overleden 25 Augustus 1691, zoon van Mr. h r n o 1 d en A g a t h a v a n W a r m o n d . De oudste zoon van Mr. Simon en M. de Hertoghe, de vroeger vermelde J a n v a n A 1 p h e n, was geboren te Leiden 6 April 1646 en overleed aldaar 21 Februari 1680, hij huwde 26 April 1673 met Anna van Swanevelt. Uit dit huwelijk zijn twee zoons geboren : S i m o n v a n A 1 p h e n en D i r 1~ van -4 lp hen, kapitein van de burgerij te Leiden, beiden ongehuwd gestorven. Verkeerdelijk is in ‘een noot gezegd, dat D a n i e 1 v a n A l p h e n , de stiefzoon van M. de Hertoghe, uit zijn huwelijk met G e e r t r u i cl T r i g 1 a n d geen kinderen had. Hun dochter B e a t r i x v a n A 1 p h e n, geboren 6 Februari 1672, overleden 22 Mei I 723 werd 16 October I6go de vrouw van den Leidschen burgemeester Mr. J o h a n v a n A s s e nd e 1 ft, geboren ZI April 1659, overleden Augustus 1728, zoon van Adriaan en Johanna Malvesy, (uit dit huwelijk een dochter Susanna, gehuwd met Mr. Gerard de Bye). S a r a A m s i n c k gehuwd met Hans de Hertoghe was geen dochter van Rudolph Amsinck en Adelheid van de Rouse, maar van W i 1 h e 1 m A ms i n c k e n H e n r i c a v a n d e R o u s e . D a t deze Hans de H. een broeder was van Jan komt ons met het oog op de voornaamgelijkheid bij nader inzien onwaarsqhijnlijk voor. Of deze Hans niet tot het hierbedoelde geslacht De Hertoghe behoord kan hebben is een andere vraag, Blijkens het wapen behoorde daar wel toe Abraham de Hertoghe gehuwd metMaria M a r g a r e t h a Rumpf. H u n d o c h t e r E l i s a - beth de Hertoghe, geboren 1667, overleden 12 Augustus 1751, 2g December 169.5 te Marsum huwde met Mr. U 1 r i c h J o h a 11 H u b e r, burgemeester van Sneek, wiens achterkleinzoon de naam aannam van De Hertoghe Huber (zie het artikel Sandra). Mogelijk behoort deze Abraham de nakomelingen v a n J a n n e k e de Marez, d i t punt dient alsnog onderzocht te worden. Artikel De Hochepied. (Nakomelingen van Ida de Marez.) Uit het huwelijk van 1 d a d e H o c h ep i e d m e t W o u t e r V a l c k e n i e r s p r o t e n 6 kinderen (van welke wij alleen de jongste dochter Ida Hillegonda vermeld hebben) n.1. a. J a c o b u s V a 1 c k e n i e r, geboren 1683, overleden 5 October 1765. b. J o h a n n e s V a l c k e n i e r , g e b o r e n 18 Februari 1685 op Batavia, trouwde 15 Mei 1712 met M a r i a V a 1 c k e n i e r, dochter van Gillis en Antonia Tullingh uit welk huwelijk behalve 3 kinderen die jong stierven, een zoon gesproten is W 0 u t e r V a 1 c k e n i e r, geboren te Amsterdam, gehuwd 30 ilpril 1 7 3 7 m e t M a r i a V a l c k e n i e r , d o c h t e r - 246 - van Willem Gillis. Zij hadden kinderen, die niet door Ferwerda worden opgegeven. c. Gillis Valc kenier, g e b o r e n 1 8 J u n i 1688, ongehuwd overleden. d. C o r n e 1 i s V a 1 c k e n i e r, jong overleden. e. W o u t e r V a 1 c k e n i e r, jong overleden. f. 1 d a H i 11 e g o n d a, wier beide huwelijken boven vermeld zijn. (Afkomst en nabestaanden vau Isaac de Hochepied.) Van de g kinderen van Nico 1 as de Hoc hep i e d e n J a q u e l i n a de 1’E s pi n e moet het jongste (Cath. gehuwd met Pieter Van der Merct) geschrapt worden. De hierbedoelde persoon was dezelfde Catharina, die 23 Februari 1933 was gedoopt, als dochter van Daniel de Hochepied en Catharina van der Merct (B. 6.), zoo aanstonds te noemen. Van de kinderen van Jean de Hochepied e n E m i l i a v a n d e r M u e l e n ( z i e l e t t e r A . ) waren ook nog het 7’ en het 9’ gehuwd. Men leze derhalve : 7. E m i 1 ia de H oc h e pi e d, gedoopt te Amsterdam 1.5 September 1627, bekwam IO Maart 1655 te Zwolle attestatie om te Windesheim te trouwen met J o a n H e e r m a. (Zie Dr. M. E. Houck op blz. I 38 van zijn (( Mededeelingen betreffende Gerhard ter BorchI) eni. in de Verslagen tot Beoefening van Overijsselsch recht en geschiedenis 1899 .) 9. I s a a c d e Hochepied,.gedoopt teAmsterdam 30 November 1631. Te Zwolle werd attestatie verleend om te Windesheim te trouwen 1 s a a c o d e H o c h e p i e d, n. s. van den heere Joan de Hochepied, ende A n n a t e r B o r g h , dochter van G e r a r cl t t e r B o r g h, licentmeister tot Swolle. Zij was gedoopt te Zwolle 27 October 1622 uit Gerardt’s eerste huwelijk met A n n a B u fk e n s Lancelot’s dochter en overleed kinderloos vóór 1679. (Zie Houck, blz. 50 en 138.) Hij hertrouwde zz November 1682 met LM ar g a r e t h a E l i s a b e t h d e B u i s o n e t . 12. L u c r e t i a d e H o c h e p i e d, gedoopt te Haarlem 22 Maart 1634, huwde 24 Mei 1659 met Prof. S amu el van Diest, geboren te Harderwijk 3 of 13 Augustus 1630, zoon van Prof. H e n d r i k e n Geertrui v a n L e n n e p . H i j was tijdens zijn huwelijk hoogleeraar in de theologie te Duisburg, later te Deventer, waar hij 3 Mei 1694 overleed. Zijn tweede vrouw heette niet Behringers of Van Beringen, maar H e n d r i n a B e c k r i n g e r . Uit dit 2e huwelijk nakomelingen. P e t r o n e l l a d e H o c h e p i e d , d o c h t e r v a n J e a n B a p t i s t e e n Constante B o u d a e n Court e n, (zie letter B. no. 5.) huwde in 1681 met FranCois L o u i s v a n d e r W i e l ( o f van der Wielen), schepen en burgemeester van ‘s-Gravenhage (16g4), uit welk huwelijk een dochter Margarethaconstantia v a n derWiel, die de vrouw werd van Jacobus Bysantius des H. R. Rijks baron de Hoc he p i e d, schepen en raad te Haarlem,. baljuw van Kennemerland. Verkeerdelijk zegt Rietstap in zijn Wapenboek van den Ned. Adel 1, blz. 180, dat de vrouw van Jacob Bysantius een Stalpert van der Wiele was. Het geslacht Stalpert van der Wiele voerde Châtillon met een los blauw schuinkruis in het schildhoofd, terwijl het hierbedoeld geslacht Van der Wiel, naar men zegt ui& de graven van Leuven gesproten, aanvankelijk voerde in zwart een zilveren leeuw met een rooden lambel op de borst, en in de dagen, waarover we hier spreken: gedeeld : a. in zilver 3 roode weerhakige pijlijzers met de punten omlaag (verkeerdelijk soms vischgraten genoemd), b. in zwart een zilveren leeuw met een smallen rooden dwarsbalk daaroverheen. De Haagsche burgemeester François Louis van der Wiel was een zoon van Jan Fransz. van der Wiel en Margaretha van den Camer_(Jan Willemsz. en Sara van der Voort). . Zie boven het artikel Van der Voort en hierouder Aanvullingen idem. B. 6. C a t h a r i n a d e H o c h e p i e d , j o n g s t e dochter van Daniel en Catharina van der M e r c t, gedoopt 23 Februari 1633 te Amsterdam, overleden aldaar 1703, is aldaar aangeteekend in 1659 metNicolaas van der Merct, geborenzgFebruari 1627, zoon van N i c o 1 a a s en E 1 i s a b e t h L a m p s i n s. (Zie A. N. Familieblad 11, blz. gg.) Artikel Van Liebergen. (Nakomelingen, 1.) 1705, 16 July compareerde etc. J a n v an L i eb e r g en van Amsterdam, koopman oud 32 jaar, woonde op de 0. 2. Agterburgwal, ouders dood, geass. met zijn neef Mr. Daniel van Liebergen ter eenreenltiffr. C a t a r i n a D e b o r a H i n l o p e n van Amsterdam, oud 24 jaar, wonende op de Heerengragt, ouders dood, geass. met haar broer Arnout Hinlopen ter andere zijde. Afkomst en Nabestaanden. D a n i e 1 v a n L i eb e r g e n , z o o n v a n P a u l u s e n T a n n e k e L e t o r is I I Februari 1614. te Amsterdam gehuwd met Jacomijntje Reepmaker, zuster van van Elisabeth gehuwd met Jan Seleyns de’ Jonge. (Zie hieronder artikel Seleyns.) De inteekening in het Puyboek luidt : 1614, 14 Januari compareerde etc. : Daniel van Liebergen, oud 24 jaar, wo: in de Nes, geass : met Tanneke Letoor zijn moeder ter eenre, en Jacomijntje Reepmakers, oud 20 jaar, wo: alsvoren, geass : met Jacob Reepmaker en Martyntje Rogiers haar vader en moeder ter andere zijde. Of nu deze Daniel van Liebergen later met E ster L o t e n gehuwd is, dan wel dat de beide Daniel’s twee verschillende personen zijn geweest, durven wij niet te beslissen. b --_-_-c Omtrent de kinderen van P a ul u s v a n L i eb e r g e n (U), (zoon van Daniel en Ester Loten) en M a r g a r e t h a S p i e g e 1 het volgende : 1685. 5 January compareerde etc. : A 1 b e r t v a n L i e b e r g e n v a n Amsterd. oud 31 jaar op de Binnen Amstel, ouders dood, geass: met Mr. D an i e 1 van 1, i eb e r g e n, advocaat, zijn broeder, ter eenre en M a r g a r e t h a E 1 i a s van Amsterdam: oud 23 jaar, op de Leydse gragt, geass. met haar vader J o o s t E 1 i a s. 1) Verkeerdelijk hebben wij gezegd, dat Albert van Liebergen en Margaretha Elias volle neef en nicht waren. Zij was namelijk een dochter uit Joost’s tweede huwelijk met S u s a n n a M e t s u e, en niet van diens eerste vrouw Rebecca Spiegel. A n n a v a n L i e b e r g e n (c) en Dr. Menso A 1 t i n g zijn gehuwd 6 Maart 165G. Artikel Mirandolle. Reinhard Laurens M., lees : Reinhard N i c o 1 a a s Laurens M. Artikel Van der M~elen. Volgens mededeelingen van wijlen Jhr. M. P. Smissaert moet het groote huis van de familie Coymans, later van de familie Huydecoper, te Amsterdam op de Keizersgracht over de Westermarkt (thans H. B. S.) gebouwd zijn niet door den ouden B a 1 t h a s a r C o y m a n s , maar door diens beide zoons B a lt h as a r junior en J o h an, blijkens de inscriptie van den op 14 Maart 1625 gelegden eersten steen. Mogelijk is de vader, die eerst in 1634 overleed, daar bij zijn beide destijds nog ongehuwde zoons komen iuwonen. Zooveel is zeker, dat hij in 1631 blijkens het kohier op diezelfde gracht gewoond heeft. Artikel Nyenborgh. Letter B. 2. Margaretha Tjassens, lees : A n n a AIargaretha Tjassens- Zij overleed 9 April 1699. Haar echtgenoot H e n d r i k T j a d e n, predikant te Westerlee en te Heiligerlee was geboren te Groningen 23 October 1665, overleden te Groningen 14 December 1699, zoon van S i c c o, rentmeester der geestelijke goederen, en van Anna Mees. Letter C. 2. A. G. K n o c k was een dochter van 0. K n o c k, ontvanger-generaal der provincie Groningen; 4. J. F. v a n O o s t b r o e k werdin 1750 predikant te Groningen en overleed aldaar op den preekstoel in Juli of Augustus 1752. Hij was geboren 16 Juli 1702 als zoon van G e r h a r d u s v . o . , predikant te ‘t Zand. J. F. van Oostbroek en W, L. Tjassens hadden 2 dochters en I zoon, die ons verder onbekend zijn. Letter D. 2, 3 en 4. Sicco Tjaden was geboren te Westerlee, zijn zuster Margaretha, lees : A n n a M a r g a r e t h a , overleed te Groningen, terwijl zijn zuster Wobbina in I 752 overleden is. Letter L. 4. A n n a Hermanna M a r i a d e Ra n i t z overleed niet op jeugdigen, maar op 81-jarigen leeftijd, n.1. 8 Februari 1879. - 2 4 7 - Haar zuster E d z a r d i n a J o h a n n a d e R an i t z (no. 9.) overleed te Groningen 22 Januari I8gI. Artikel Sandra. Volgens mededeelingen van Mr. B. W. F. von Brucken Fock komt op zekeren stamboom, bij de familie Bijleveld te Middelburg berustende, het wapen van S a n d r a aldus voor : in rood een keper, boven vergezeld van twee toegewende ezelskoppen en beneden van een gekleede mansfiguur, blootshoofds van voren gezien, staande op een grasgrond, alles van zilver. Op denzelfden stamboom komt het wapen D e M a r e z voor als : doorsneden : a. in blauw 3 zilveren rozen, b. in zilver twee roode ringen naast elkander. Artikel De Schilder. Reinier Pauw, die met de weduwe Van Vaerlaer huwde, was geen zoon maar een broeder van den raadspensionaris Pauw. Joan M i c h i e l s z o o n v a n V a e r l a e r wasniet heer van Jaersveld, deze heerlijkheid behoorde zijn zwager Van Alteren eveneens met eene Van Ruytenburch gehuwd. Artikel Selijns. Willem Selijns kan niet zooals wij verkeerdelijk onderstelden een broeder van J a n H e n d r i k szoon S e 1 ij n s geweest zijn, daar zijn vader J a n Se 1 ij n s heette. Van Jan Selijns den oude,gehuwdmetApollonia van Springh u y s e n zijn ons twee zoons bekend: n.1. W i l- 1emgehuwdmetSusannaRijckaertsenJan Janszoon S e l i j n s , die 5 Juni 1618 huwde met E 1 i s a b e t h R e e p m a k e r. (Zie boven de aanvullingen op het artikel Van Liehergen.) 16 18, 18 1Mei compareerde etc. Jan Selijns de jonge, oud 31 jaar, geass. met Jan Selijns zijn vader woond op het Rockin, ter eenre en Elisabeth Reepmaker oud 21 jaar, geass. met Jacob Reepmaker haar vader woont in de Nes ter andere zijde. J a n L o t e n , de man van A p o 11 o n i a S el ij n s is geen broeder geweest van Ester Loten gehuwd met Daniel van Liebergen. (Zie de laatste noot bij het artikel Selijns. Mr. Jan Loten, heer van Luchtenburg (oudste zoon van Jan en Apollonia Selijnsj was geen lid van de Staten-Generaal, maar van de Staten van Utrecht. Artikel Six. No. 4. E v a S t i l t e w a s e e n d o c h t e r v a n A n d r i e s e n E v a R e i n i e r s . N”. 5. Jan Carel Six, (zoon van Carelen Margaretha Commerstein) die 6 Juni 17 14 met Joh anna A p o l l o n i a L o t e n h u w d e , w a s geboren 29 Mei 1678 en was dus niet dezelfde persoon als Jan Six, gedoopt 5 September 1685, maar een oudere broeder van dezen. Hoewel het geenszins onze bedoeling was den ouderen tak van het geslacht Six volledig te behandelen, maar veeleer datgene te vermelden wat in vroegere gedrukte werken ontbrak, kan het toch zijn nut hebben er de aandacht op te vestigen, - schepen en raad (1479) van Amsterdam, was gehuwd met Wij n t j e 0 o m Jansdochter. dat de 1 Maart 1667 te Haarlem gedoopte W i l- 1 e m S i x (zoon van Willem en Agatha Guldewagen) de latere gouverneur van Malakka, raad van Indië was, uit wiens huwelijk ;met G e e r t r u i d E l i s a b e t h d e B i t t e r , e e n zoonRijcklof Six is geboren, welke ongehuwd overleed. Artikel Spiegel. Claas L a m b e r t z . G a a f , Artikel Tonis. Het huwelijk van Mr. H. N. Tonis en T. E. Kramer had plaats in I 781. Een huwelijkszang betreffende dit bruidspaar werd 27 October Igoo verkocht bij Martinus Nyhoff (veiling Beyers). Artikel Trigland. (Nakomelingeu van yohanna 2 4 8 - slacht uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstig was, wordt bevestigd door het feit, dat verschillende personen van dezen naam te Antwerpen in de Cathedraal begraven liggen. (Zie : Inscriptions funéraires, prov. d’Anvers, Deel 1, blz. 177, 1 8 4 , 203, zog, 213, 224, 234, 292, 3 7 0 , 4 1 4 , 415.) ll. 0. M. J an Ver spr e e t coopman sterf den 4 Mey a”. 1618 ende de eerbare Elisabeth Michiels e n svn huvsvrouwe sterf den 7 Tulius A”. 1600. G u i 1 íi a m *V e r s p r e e t, hun ’ bijder sone, oudt aelmoesenier deser stadt sterf den 3 Meert A”. 1649 ende J o f f M a r i a C o m p e r i s s y n huysvrouw sterf den IO Junio 1649. Bidt voor de Zielen. de Marez.) Het huwelijk van Mr. Jacob Trigland met Jkvr. M. E. de Geer had niet plaats in 1687 maar in 1706. * Volgens opgaven van wijlen Jhr. M. P. Smissaert is niet de 25 April te Leiden gedoopte Aletta Maria Trigland met Gronovius gehuwd (men schrappe dus dit .huwelijk), maar een ons tot dusver onbekende zuster M a r g a r e t h a C h r i st i n e . Men moet dus aan de opgaven van de kinderen van Prof. Dr. Jacob Trigland en Isabella Sophia de Geer toevoegen het volgende : MargarethaChristinaTrigland huwde 14 Mei 1719 met D r . J o h a n F r e d e r i k G r o n o v i u s, geboren IO Maart 1690, veertigraad (1742), schepen (1747) en burgemeester (1757) van Leiden, zoon van professor J a c o b G r o n o-’ v i u s e n v a n A n n a v a n V r e d e n b u r c h . Hij stierf IO Juli 1762. (Nabestaanden.) Volgens anderen was de oorspronkelijke naam van de familie Trigland niet Van Dry Eyckelen maar V e r e y c k e n. Aan het slot van het artikel Trigland moet het volgende toegevoegd worden : Mr. T h e o d o o r T r i g 1 a n d, burgemeester en hoogleeraar te Harderwijk huwde C o r n e 1 i a St alp ert van der Wiele, g e b o r e n 1 6 2 6 , dochter van P i e t e r en M a. r i a v a n L i e b e r t. Uit dit huwelijk sproot Mr. P e t r u s T r i g 1 a n d, overleden IO of 8 April 169.5, begraven te Zwolle in de Groote Kerk. Hij was in de gezworene meente van Zwolle 13 December 1693 en huwde te ‘s-Gravenhage 7 Augustus 1691 met M a r i a M a c h t e l d Wolfsen, o v e r l e d e n teZwolle Augustus 1703, begraven bij haar man. Zij was eendochtervan Hendrik Wolfsen enAlida V e r w e r s . H u n d o c h t e r Geertrui Trigl a n d , geboren zg December 1692, overleed reeds 25 Mei van het volgende jaar. Artikel Trip. (noot.) Anna Hasselaer, lees: A g a t h a H a s s e l a e r . Artikel Verspreet. De gissing, dat het ge- In de kerk te Antwerpen vindt men voorts de graven van : J a n V e r s p r e e t , 1 5 6 8 . C a t h e l i j n V e r s p r e e t , 1 5 6 2 . Jacques V e r s p r e e t , E l i s a b e t h d e M o u 1 ij n Jacquemijn A”. 1605 convent. Ten slotte vinden wij te Antwerpen nog de volgende leden van dit geslacht : J o s s e V e r s p r e e t h u w d e E l i s a b e t h H u y b r e g t s , uit welk huwelijk: 1. E m a n u e l V e r s p r e e t h u w d e M a r i a van A e 1 s t. Hunne kinderen volgen onder letter A . 2. C 1 a i r e, overleden 2 1 September 1677 te Antwerpen. Z i j h u w d e m e t P i e r r e Coeck, (zoon van Gerard en diens 2e vrouw Anna V e r g r o e v e n ) geboren te Antwerpen 21 Januari 1598, overleden aldaar 24 October 1676. Hun graftombe is in de Cathedraal van Antwerpen. A. De kinderen van E m a n u e 1 V e r s p r e e t e n M a r i e v a n A e l s t w a r e n : 1. E m a n u e 1 V e r s p r e e t, overleden 12 Mei 1699, ligt begraven in het midden van den nef van de Cathedraal van Antwerpen. 2 . J e a n V e r s p r e e t . 3. M a r i e V e r s p r e e t h u w d e P i e r r e v a n d e S c h e l s t r a t e . Artikel Van der Voort. Elisabeth van der Voort, die in 1634 te Amsterdam ondertrouwd is met David Jacobszoon de Wildt behoorde tot een andere familie, die gewoonlijk V a n d e r V o o r de genaamd werd. Zij was een dochter v a n C o r n e l i s v a n d e r V o o r d e enAnna v a n G e l e y n s . De wapens van het echtpaar Van der Camer X Van der Voort te Haarlem betreffen : S a r a v a n d e r V o o r t Jorisdochter gehuwd met J a n Willemsz. van der Camer, waaruit M ar g ar e- i tha van der Camer gehuwd met Jan Fransz. v a n d e r W i e l . (Zie boven de aanvullingen op het artikel De Hochepied.) Omtrent de in de laatste zinsnede van het ar- - & I - 249 - tikel Van der Voort vermelde personen, kunnen wij nog het volgende meedeelen : J o an v a n d e r VO ort, zoon van Gi lle s en diens le vrouw M a r i ;L d u F a y, geboren 17 Maart 1739, adjunct-boekhouder va.n de Stadswisselbank te Amsterdam, ontvanger van den IOO~‘~* en 200Sten penning, overleden 17 Maart I 808, huwde 2 Mei 1762 met S u s a n n a d e W i 1 d t, dochter van Hugo en Susanna M a r i a H u y g h e n s . Zij waren de ouders van G i 11 e s v a n d e r V o o r t gehuwd met A n n a M a r i a B o 1 s en van C o rnelia Susanna M a r i a v a n d e r V o o r t , geboren 7 Juni 1773, overleden te Amsterdam I9 Februari 1791, gehuwd aldaar 27 Juni 1790 IMr. J o b H u g o d e VV i 1 d t, geboren te Leiden I I Maart 1768, commissaris der Huw. Zaken te Leiden en van de kleine zaken te Amsterdam, zoon van Mr. H u g o en A. P o m 1’ e v a n S 1 i n g el a n d . Hij hertrouwde 24 Juni 1793 met Geertruid Bosboom en overleed te Amsterdam 14 April 1867. Gillis v a n d e r V o o r t e n A n n a M a r i a B o 1 s (zooeven genoemd) hadden 3 kinderen : 1. G i 11 es van der Voort gehuwd met P e t r o n e l l a E l i s a b e t h Beckeringh,geboren 5 April 1798, (dochter van J a n J a c o b en A d r i a a n t j e v a n K l e e f ) . HundochterAdriana van der Voort huwde Jhr. Mr. Egbert Lintelo de Geer, lid van de rechtbank en lid van den raad te Amsterdam. 2. Maria Anna Wilhelmina van der Voort trouwde Ary Heemskerk. (Zie kwartierstaat Heemskerk bij Van Rhede van der Kloot.) 3. Susanna van der Voort huwde Jan Pieter Christiaan baron van Reede van ter Aa. Anthony Francois van der Voort, (wellicht ook een zoon van Joan en Susanna de Wildt?) in 1784 gehuwd met Margaretha CatharIna Angelkot, was zooals wij terecht vermoedden, de vader der beide dames Willink geb. van der Voort en van meer andere kinderen, van welke nakomelingen bestaan. Artikel Van Zuylen. De genealogie van den niet tot den adel gerekenden tak van het geslacht Van Zuylen te Utrecht, #waartoe waarschijnlijk ook de Amsterdamsche Van Zuylen’s behoord hebben, werd ons door wijlen Jhr. 11. P. Smissaert opgegeven als volgt : 1. Arent van Zuy-len gehuwd met N. N. was de vader van: 2. Steven van Zuylen gehuwd met Wendelmoet Poth, waren de ouders van: 3. Hendrik van Zuylen gehuwd met Geertruid van Weede, waren de ouders van: 4. G i j s b e r t v a n Zuylen gehuwd met Marg a r e t h a B o t t e r m a n , overleden 3 Mei 1590, ouders van : 5. H endrik van Zuylen, schepen van Utrecht en muntmeester aldaar, overleden g Juni 1599, gehuwd met Elisabeth van Croonenberg, die 7 Augustus 1600 een olografisch testament deponeerde bij notaris Van Herwaardcn te Utrecht, en wier sterven 22 October I6Ig te Utrecht overluid werd. Zij waren de ouders van : ó. Hendrik van Zuylen gehuwdmet Agneta* B u t t e , zuster van burgemeester Hendrik Butte. Als weduwe testeerde zij g October 1621 voor notaris Mittewael te Utrecht. Zij waren de ouclers van : 7 Hendrik van Zuvlen gehuwd met Steph’anie van Coetsvelt, uit welk huwelijk: 8. Hendrik van Zuylen gehuwd met Gerarda de Ridder, ouders van: 9. Gerarda van Zuylen gehuwd 14 Januari 1696 met Floris van Ewijck, med. doctor te Utrecht. Artikel De Backer. In de stamreeks van de familie Van Bambeeck no. 4 moet men voor Barbe de Vos lezen: Barbe de Vierendeel. Artikel Gemaert. (Nalez-ing ) noot. D a v id Heesteers en Clara van Uffelen hadden een dochter Susanna Heesters, die trouwde met J a n R o o d e n b u r g , secretaris van Amsterdam en bewindhebber der 0. 1. C., (Janszoon ex Anna van Hemert). Vreemd is het, dat in de stamtafels van Boelens (handschrift Van Wieringen) Tabel B. supplement als moeder van Clara van Uffelen wordt opgegeven niet Susanna de Haze, maar (I Maria van Erp, die een zuster was van des drossaerts Hooft zijn vrouw » . Het wapen van Heesters wordt daar beschreven als ; gedeeld : I. in zilver een zwarte leeuw, 2. in zilver drie achter elkaar geplaatste groene boomen. Artikel Oyens. Volgens een oud handschrift in het bezit van den -heer De Groot Jamin te Amsterdam voerde de 17’ eeuwsche familie Oyens, die aan Van Beresteyn en De Jonge van Ellemeet door huwelijk verbonden was, het door ons beschreven wapen (in blauw een zilveren keper) ook wel vermeerderd met een schaap (ooi) van natuurlijke kleur geplaatst in het bovenste deel van de keper. Mr. C. F. Gülcher, gehuwd met U. C. M. 0 yen s was, als gezegd is, een zoon van Mr. Th. Gülcher en van Christina Tinne van Egmond, wier moeder echter niet Johanna ‘tlaria Gregory i?taaY Eva Maria Gregory h e e t t e . Ook is het niet juist, wat in de noot gezegd is, dat zij een kleindochter was van Jean Philip Theodoor Tinne en Jonkvr. Jacoba van Foreest, vrouwe van de Egmonden. Deze J. Ph. Th. Tinne was haar vader, die in eerste huwelijk met Jonkvr. van Foreest gehuwd is geweest. Artikel Pierson. no. 5. Caroline Henriette Constantia Pierson, wed. van H. F. C. ten - &D - Kat e is 2 Augustus 189.5, niet 2 Augustus rt8gq overleden. Wijlen Jhr. M. P. Smissaert heeft en-’ onze aandacht op gevestigd, dat het zeer twijfelachtig is of Jacob Eduard de 1Vitte wel e&g,e aanleiding gehad heeft zijn naam willekeurig in De, Witte van Haemstede te veranderen. Met de bekenden bastaard van Holland en diens nageslacht had hij in geen geval eenige relatie, en waarxh+- lijk evenmin met den Zeeuwsche familie De Witte, die in de 17’ eeuw de heerlijkheid Haemste&. bezeten heeft. A. 5. De firma, waarvan L. H. Ev e rt c deelgenoot is heet niet Everts en van Zu?lecom. m.aar; van Zuplecom, Levert en CO. c. 1. De schoonvader van Ida de Gratiheette Mr. Johan Hendrik Willem Swelleng,rebel; zoo ook haar oudste zoon. Deze is geboren 30 (niet 31) Augustus 1874. De gouverneur van de Kaapkolonie heette Hendrik Swellengrebel, de spelling S c hw e 1 le n g re b e 1 was toen niet meer in zwang. Onder de kwartieren van Mr. M. A. Swellengrebel moet men voor Der Pot lezen : V’a. n d er Pot. c. 2. W. J. E. Croqnmelin overleed 7 Januari 1890. Zijn grootmoeder heette M a r i a Fe itam a (niet Feitema). C. 6. Jacob Jan Mijnssen i s g l a s f a b r i k a n t en directeur der Naamlooze Vennootschap Glasfabriek Leerclam. In de derde noot betreffende de relatie der familiën Mijnssen en Ploos van Amstel moet men voor Stodlander lezen : S t a d 1 an d e r. C. 8. De kinderen van Johanna Carolina de Graaf en Mr. H. J. Koenen zijn tevermeerderen met : c. Ida Maria Adriana Koenen, g e b o - ren te ‘s-Gravenhage 9 December 1899. C. g. Mr. Andrew de Graaf en Jacoba Catharina Dionysia Koenen zijn gehuwd te Utrecht 2 October Igoo. c. 10. Uit het huwelijk van D aniela Annetta de Graaf en S. Koenen sproot: a. J o h a n n a E l i s a b e t h Koenen, geboboren te Deventer 13 Mei 1900. D. 3. Bij het opmaken van de kwartieren van H. C. Gunning geboren de Vries heeft eene vergissing plaats gehad, waardoor de kwartieren van moedersmoederszijde onjuist zijn opgegeven. Hare grootmoeder Johanna Hermina Coster was n.1. een dochter van Hermanus Coster en Christina Hofkes, niet (zooalsverkeerdelijkwerd aangenomen) van Lambert C o s t e r e n J u d i t h H o f k e s . Deze Lambert Coster was een zoon van Egbert Coster (Lambertsz. ex Judith Coster)en Elisabeth ten Cate (Hendriksdr. ex Focolina ten Cate), wat niet het geval was met genoemden Hermanus Coster, de vader van Johanna Hermina. Waar.&i&jnlijk wss&&&&& H e r manu B C os tig dezelfde persoon, d3e w34rdhmnt in & 2!c editie van den (( Stamboom den- WilEQirgn» als :H&manus C&+ ter, gebren 1755, ZOOM wm J a n Herl~an Cö% te r en A 1 e i cl a g-6 tier Gerritshahtcur, te:Rvij$ C h r i s t inla H o f li es- vemn~edelijk en j”gere zn&- ter van Judith, die’ metï kamberF OQstter huw&. zal zijn geweest. Zijn) &e beide- g&tiimgen j+&, d a n moetien de bedoeldb kwartierw aldius gelworden : Costen. X ten Caa-e,. &&.er X Cesten-;; Hofk.m,X Coster, Coster X cbstes.. Het is. echter ook\ nieti wdenkbaar-d& Herrnsmus Coster @viens dochter Jiibarma E&nmina eer& in 1790 geboren werdij,. geboren is ti 1$î5, het; j@ar tot hetwelk de zr” edRti& van dem cc.Strambooml der Willingen w i s bijg,ewe&t. In datr g.*val rij@& het vermoeiden o f h i j nieb \ae&cht een) jpmgere brnleder van den in 1765 gebo,Ra Othman- CQster, zc~om van Gerrit Gerritszson e’obster eg> Catharinti ten Cate, kan zijn gewees&,. daar hij z4jm zoon &er r i t, Othmar noemde: RIB d e z e laatste waornaan?l nog& ongebruikelijk is.. (‘L)